Drie studenten stonden dinsdagmiddag in drie afzonderlijke zaken tegenover de gemeente Groningen in de rechtbank om de energietoeslag van 1300 euro op te eisen.
De toeslag werd vorig jaar ingevoerd voor minima als compensatie voor de torenhoge energieprijzen. Studenten werden uitgesloten, omdat zij volgens het kabinet een ‘te diverse groep’ zijn. De gemeenten, die het beleid moeten uitvoeren, namen dat doorgaans over. Ook Groningen.
Student Albert Jan Smid, de eerste van in totaal dertien Groningse studenten die met hulp van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) een zaak hebben aangespannen, vindt dat onterecht. Hij huurt een zelfstandig appartement en kreeg te maken met verhoogde energielasten. Net als veel andere studenten verdient hij onder de bijstandsnorm, maar zijn rentedragende lening wordt meegeteld als inkomen, waardoor hij geen aanspraak kan maken op de toeslag.
Niet nodig
De gemeente voerde dinsdag het argument aan dat veel studenten de toeslag niet nodig hebben, omdat het merendeel op kamers woont en een gezamenlijke energierekening heeft. Als deze studenten allemaal 1300 euro uitgekeerd zouden krijgen, zou er sprake zijn van overcompensatie en zou het geld niet op de juiste plek terechtkomen. De gemeente stelt daarnaast dat ze niet het geld heeft om alle studenten tegemoet te komen.
Eerder werden studenten die rechtszaken aanspanden tegen de gemeenten Nijmegen, Amsterdam en Utrecht in het gelijk gesteld. De rechters daar oordeelden dat volgens het gelijkheidsbeginsel studenten als groep niet uitgesloten mogen worden.
Kopie
‘Ik verwacht een kopie te zien van de eerdere rechtszaken: dat de rechter dus opnieuw zal oordelen dat studenten ten onrechte worden uitgesloten van de energietoeslag’, zegt LSvB-voorzitter Joram van Velzen. ‘Vanuit het Rijk zal minister Schouten met geld over de brug moeten komen. Ook als je student bent en je energiekosten stijgen, moet je daar fatsoenlijk voor gecompenseerd worden, in plaats van dat je jezelf in de schulden moet steken.’
Ook Smid is voorzichtig optimistisch over de uitspraak, die binnen zes weken zal volgen. ‘Ik heb er een goed gevoel bij dat het de goede kant zal opgaan. In andere steden is het voordeel ook aan de student gegeven.’