Medewerker is tevreden over de uni, maar plezier in werk daalt

RUG-medewerkers zijn ongeveer net zo tevreden over werken bij de universiteit als vier jaar geleden. De werkdruk daalt echter niet, terwijl het plezier in en trots op het werk dat wel doen.

Dat blijkt uit het medewerkersonderzoek waarvan de resultaten dinsdag bekend zijn gemaakt. Opvallend is dat werknemers de RUG een 7,5 geven, maar ze zijn minder tevreden over de universiteit als werkgever: dan krijgt de uni een 7,1.

In de laatste categorie zijn volgens het onderzoek promovendi en postdocs/onderzoekers meer tevreden over de universiteit dan docenten, universitair docenten (ud) en universitair hoofddocenten (uhd).

Ook is er een vergelijking opgenomen met acht andere Nederlandse universiteiten. Hoewel de resultaten niet heel ver uit elkaar liggen (werken bij de universiteit scoort tussen 7,3 en 7,8 en universiteit als werkgever tussen 7,1 en 7,8), valt het op dat de RUG tot de lager scorende universiteiten behoort.

Vitaliteit, trots en plezier dalen

Vitaliteit, trots en plezier in het werk zijn in vergelijking met het vorige onderzoek in 2019 achteruit gegaan. Zo gaven medewerkers in 2019 gemiddeld een 4 (op een schaal van 1 tot 5) op de vraag ‘Ik kan mijn werk mentaal goed aan’; dat is nu een 3,8. 

Op de vraag ‘Ik ben trots op het werk dat ik doe’ zakte het cijfer van een 4,1 naar een 3,8 en op de stelling ‘Ik heb plezier in mijn werk’ van een 4,1 naar een 3,7.

Sociale veiligheid

De RUG heeft in dit medewerkersonderzoek extra aandacht besteed aan het onderwerp sociale veiligheid. Zo is er gevraagd naar eigen ervaringen met ongewenst gedrag en naar waargenomen ongewenst gedrag.

Uit het onderzoek blijkt dat 19 procent van de medewerkers zelf ongewenst gedrag heeft meegemaakt. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2019, toen het nog 16 procent was. 

Actie ondernomen

Van de mensen die zelf ongewenst gedrag meemaakten, heeft 64 procent actie ondernomen. Op de vraag of een melding vervolgens naar tevredenheid is afgehandeld, zegt slechts 15 procent volmondig ‘ja’. Verder zegt 24 procent ‘soms wel, soms niet’, 28 procent ‘nee’, is bij 13 procent de melding nog in behandeling en wilde 20 procent het antwoord liever niet delen.

Van de 36 procent die geen actie ondernam, zeggen de meesten dat niet te doen omdat ze geen vertrouwen hebben in de opvolging, niet weten waar en hoe dat te doen en/of omdat ze de werkrelatie niet onder druk willen zetten.

Actief langs de zijlijn

Ook is er nadrukkelijk gevraagd naar de Active Bystander Training. Dat is een training die medewerkers kunnen volgen om te leren wat ze kunnen doen om te helpen als ze ongewenst gedrag in hun omgeving zien gebeuren. 

Hoewel de RUG hier de laatste jaren flink op inzet, blijkt 47 procent van de medewerkers van de RUG nog niet bekend te zijn met de training. Van de 53 procent die er wel mee bekend is, heeft 36 procent ook daadwerkelijk een training gevolgd.

Werkdruk

Als het gaat om werkdruk, een ander veelbesproken onderwerp aan de universiteit, is er ten opzichte van de vorige meting niet veel verbeterd. Vooral het wetenschappelijk personeel ervaart de werkdruk nog steeds als te hoog (42 procent) of zelfs veel te hoog (19 procent).

In vergelijking met het vorige onderzoek is de totale werkdruk iets gestegen. In beide onderzoeken ervoer 35 procent van de medewerkers de werkdruk als hoog. In 2019 zei 7 procent dat het veel te hoog was, dat is dit jaar gestegen naar 13 procent. 

In totaal zegt 59 procent van de medewerkers meer uren te hebben gewerkt dan in hun contract staat. Van het wetenschappelijk personeel zegt 76 procent dat en van het ondersteunend personeel 42 procent. Bovendien heeft 55 procent van alle medewerkers gemiddeld 22 procent van hun tijd aan taken besteedt die niet in hun takenpakket vallen.

Lees ook:

English

15 REACTIES

  1. Geen idee wat de collega’s die hier reageren allemaal meemaken of doen. Maar ik werk al een tijdje bij de RUG en ken logischerwijs ook veel mensen die er werken, bij verschillende faculteiten. Ik herken me totaal niet in dit beeld van een vreselijke werkgever met torenhoge werkdruk. Kan zijn dat deze mensen nooit ergens anders hebben gewerkt en niet weten hoe goed ze het hebben.

    Of ik moet toevallig alle mensen kennen die heel tevreden zijn, maar die kans lijkt aanzienlijk kleiner.

    • op de vraag, wat die collega’s doen of deden: wel er zijn er, die college geven, of onderzoek doen,
      en dat doen ze bij verschillende faculteiten, echt! Maar misschien zijn ze niet hard genoeg voor zichzelf, omdat ze nergens anders hebben gewerkt, en te weinig hun zegeningen tellen. het zou kunnen, maar het zou ook kunnen, dat u toch nog iets meer in het rond moet kijken bij die onderzoekers en collegegevers.. Misschien hebben ze wel een moment tijd om een kopje koffie met u te drinken. Wie weet.

    • Heb je het stuk überhaupt gelezen?

      “Vooral het wetenschappelijk personeel ervaart de werkdruk nog steeds als te hoog (42 procent) of zelfs veel te hoog (19 procent).”

      Bij wijze van een voorbeeld. En dit is geen nieuw probleem, maar gaat al sinds jaren zo.

      Dus zelfs als dat hier in de commentaren extreme uitzonderingen waren, laat het medewerkersonderzoek juist het grote beeld zien. Daarvoor is het ook bedoeld.

      • Die percentages zeggen mij op zichzelf niet heel veel. Als ik, toegegeven vluchtig, kijk naar de cijfers is dat beter dan het landelijke gemiddelde van de sector en vergelijkbaar met andere sectoren.

        Het klopt dat dit onderzoek natuurlijk een breder beeld geeft, maar ik vind het merkwaardig dat ik nooit mensen tegenkomen die de mening delen dat de werkdruk zo hoog ligt. Terwijl de helft van het personeel dat wel lijkt te ervaren.

        Dit kan natuurlijk ook meer geconcentreerd liggen bij bepaalde afdelingen en faculteiten die ik minder bezoek.

        • Ik vermoed, dat RUG4EVER haaros zijn geld verdient, door afdelingen en faculteiten te bezoeken, en het zou zomaar kunnen, dat ze/hij derhalve wat minder tijd overhoudt voor onderwijs en onderzoek. En, ik weet het nog uit eigen ervaring: het incasseringsvermogen van wetenschappers is groot, en daar profiteert de samenleving en het bestuur van de RUG van.
          Ze , niet de wetenschappers , zitten voor een dubbeltje op de eerste rang.

        • Of Misschien durven mensen dit soort dingen niet in het openbaar met mensen te bespreken maar in een enquete die anoniem is wordt het wel gedaan. Als het echt zo is zoals u dat zegt en de cijfers spreken u tegen, dan zegt dit iets over de veiligheid van de omgeving waarin de mensen werken. Trouwens is de werkdruk een landelijke probleem. Als we dan vergelijkbaar zijn met de andere spelers in het veld, zegt dat ook niet veel. Het probleem is dan overal hetzelfde maar blijft een probleem.

        • Je hebt 1) de resultaten van het medewerkersonderzoek, 2) eerdere stukken hier in de krant, 3) commentaren hier op de website, 4) acties van de vakbonden – sinds jaren! – tegen werkdruk in het onderwijs (niet alleen op de universiteiten trouwens) enzovoort.

          Daartegenover staat jouw ervaring en die van een paar collega’s.

          Als wetenschapper weet je wat je nu moet doen.

  2. Laten we eerlijk zijn: de RUG, waar (aan de buitenkant) alles altijd “top” en “excellent” moet zijn, hoort met een 7,1 bij de slechtste werkgevers onder de universiteiten van Nederland (aldus deze enquête). Dat is verre van “excellent” en in dat opzicht ruim onvoldoende.

    Ik herinner me een stuk in deze krant over de invoering van de nieuwe administratieve software (AFAS). Collega’s zouden zelfs hebben gehuild vanwege al de fouten en problemen. Zulke rampen zijn niet de uitzondering, maar het gaat écht iedere keer weer zo.

    Inmiddels kan ik het mensen alleen nog maar afraden hier te gaan werken – en ik zoek ook al druk naar een andere baan. Als de bestuurders de verantwoordelijkheid voor hun beslissingen zouden nemen, waren zij al lang opgestapt: denk er eens over na dat je dit niet alleen voor je flinke salaris aan het einde van de maand doet, maar voor het creëren van een goede werkomgeving. En als jou dat continu niet lukt, laat het dan iemand anders proberen.

  3. Het grote probleem bij dergelijke onderzoeken is dat gemiddelden er nauwelijks toe doen. Corrigeer mij gerust, maar ik denk dat hier gebruik van gemaakt is (afgaande op pagina 8 van het Engelse document). Hier zijn twee problemen.

    Één: een gemiddelde van een Likert schaal slaat inherent nergens op. Wat is het gemiddelde tussen a) helemaal eens, en b) helemaal oneens?

    Twee: Stel 10.000 mensen hebben het item ‘ik kan mij werk goed aan’ ingevuld, 25% (2.500) vulde een 1 in voor en 75% (7.500) vulde een 5 in, dan zal het gemiddelde een 4 zijn zoals benoemd in dit artikel (tenzij er iets in mijn bier zit en ik niet meer kan rekenen). Echter kan dan een kwart van het personeel het werk niet aan. Als een kwart van het personeel wegvalt, dan kan de universiteit wel opdoeken.

    Een andere opmerking: het is een enorm probleem dat iedereen maar taken uitvoert die niets met hun werk te maken hebben. Als medewerker met 50% onderzoek, 50% onderwijs zit ik minstens 50% van al mijn uren werk te doen wat een secretariaat zou moeten oppakken. Denk: van enorme studentenlijsten corrigeren met 500+ studenten omdat ze niet foutloos aangeleverd zijn, tot onderwijsroostering (afstemmen schema van 20+ lecturers), tot de lokalen bekijken of er wel werkende computers + schermen staan zodat lecturers aan de gang kunnen (zeker niet altijd het geval). Mijn favoriete voorbeeld is omgaan met de 100 grootmoeders die ieder blok wel sterven, waardoor studenten hun opdrachten niet inleveren.

    In de afgelopen XX jaar is dit bij de taaklast gekomen, en krijg ik er uren voor? Nee. Gevolg is dat bij het opstarten van vakken ik gemakkelijk 1 of 2 weken van 80 uur draai, en dit tegen het eind van een vak ook (in mindere mate) zo is. Simpele ingrepen zijn mogelijk, zoals enkele medewerkers bij de faculteit de vage omstandigheden en verzoeken van studenten op te laten pakken zoals bij beter ontwikkelde universiteiten (ook in NL) de standaard is. Ik heb er niets aan om 150 studenten om overlijdensactes te vragen. In plaats daarvan is er een secretariaat dat zegt: deel jij de studenten maar in bij jouw vak, want wij hebben geen personeel. En de studieadviseurs zeggen: sorry, maar wij hebben al een wachtlijst zelfs op de mails van 200+ studenten. Ik neem het ze niet kwalijk, maar het zorgt voor problemen, meer uitval/universiteit verlaten, en derhalve een vicieuze cirkel.

    Het gaat echt heel slecht, en ik zie overal overspannen collega’s en uitval – meer dan ik bij de andere tig universiteiten waar ik gewerkt heb ooit heb gezien.

    • Dank je voor het delen. Het fenomeen dat kort voor de tentamens buitengewoon veel grootmoeders “sterven” ken ik ook. Wanneer ik die opmerking in het college maak worden de studenten boos.

      Maar ja, ik zie het zo: ook de studenten hebben te veel last van de werkdruk en zoeken wanhopig naar “oplossingen”.

      Een wachtlijst voor het beantwoorden van e-mails? Verschrikkelijk!

      • Als voorbeeld, kijk maar eens op de website van studieadviseurs van de FEB: https://www.rug.nl/feb/education/studiekeuze/study-advisors/contact . “Helaas is het team studieadvies momenteel onderbezet. Als gevolg daarvan kan een antwoord op je mail of het plannen van een afspraak langer duren. Ook zijn er noodgedwongen minder inloopspreekuren.”

        Ze doen wat ze kunnen, maar zelfs gevallen die echt ondersteuning nodig hebben kunnen geregeld minstens 2 weken duren, als het niet langer is. Tegelijkertijd is er een strak schema, en wordt de helft van de 1ste en 2de jaars vakken gegeven door studentassistenten (hele legers, met soms wel bijna 40 op 1 vak). Hun contract is afgelopen tegen de tijd dat de student hulp gekregen heeft, waardoor er studievertraging optreedt. Studentassistenten gaan dan niet meer nakijken/begeleiden. Dat, of er is een coördinator die ergens in augustus nog eens een paar colleges willen voorzien en essays moeten willen gaan nakijken zonder daar compensatie voor te krijgen. (Dat is overigens vaak ook al zo als studenten daadwerkelijk uitvallen. Er is vaak dan helemaal geen urencompensatie, bijv. bij scripties, terwijl er wel uren al ingestoken zijn door de docent.)

        Op zichzelf staand is het niet zo’n enorm probleem, maar als je alle kleine problemen optelt is het waardeloos.

        • Ik behandel het onderwerp prestatiedruk en geestelijke gezondheid nu al 10-15 jaar in mijn onderwijs en onderzoek: als alles zo goed mogelijk, zo snel mogelijk, zo goedkoop mogelijk enz. enz. en met al die steeds weer andere regelgeving en studieschulden en en en moet gebeuren, dan krijg je dit: dat al jongeren deze maatschappij niet meer aankunnen (aandachtsstoornis, angst, burn-out, depressie etc.).

          De juiste oplossing is dan niet nóg meer psychologen op te leiden (waarvan ik trouwens in Groningen al 4.500+ heb opgeleid).

  4. Het kan de bestuurders al jaren niks schelen, dat het wetenschappelijke voetvolk soms bijkans bezwijkt aan het verdienmodel van meer studenten en liefst nog internationaal ook! Dat is ook de reden, dat ik niet trots ben op mijn alma mater. Om bij deze beeldspraak te blijven; de rug is een slechte moeder voor haar personeel! Niet gek, dat de rug, vergeleken met andere universiteiten slecht scoort.En ik kan u verzekeren, dat ik van nabij verhalen uit andere universiteiten hoor!

  5. 19 procent van het persoeel heeft ongewenst gedrag mneegemaakt, dat is toch wel heel zorgelijk! Dat is bijna een op de vijf mensen. NIet zo vreemd dat het plezier op en in het werk naar beneden gaat. Het is voor mij ook geen verrassing dat mensen weinig vertrouwen hebben in de opvolging van een melding. Laat staan in een oplossing waar de zwakkere partij beter uitkomt.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in