Toen Herman de Jong in oktober aftrad als FEB-decaan, vroeg de faculteitsraad om een plek in de benoemingsadviescommissie (BAC) die zich over zijn opvolger buigt. ‘De raad denkt dat het erg belangrijk is om tijdens de selectieprocedure te worden gehoord, omdat hij de medewerkers en studenten van de faculteit vertegenwoordigt’, zegt raadsvoorzitter Robbert Maseland.
Als het op kandidaten aankomt, speelt de faculteitsraad formeel gezien alleen een adviserende rol – een rol die de raad volgens Maseland erg serieus neemt.
Als alternatief op een plek in de BAC, vroeg de raad om toestemming om advies uit te brengen over de lijst van potentiële kandidaten. Op die manier zou hij niet pas bij de benoeming van de uiteindelijke kandidaat betrokken zijn, maar al gedurende het selectieproces.
Geheimhouding
In een recente raadsvergadering wilden raadsleden weten waarom beide verzoeken zijn afgewezen. Volgens het faculteitsbestuur zou het tegen universiteitsregels zijn om een lid van de faculteitsraad in de BAC plaats te laten nemen.
Maar dat is niet waar. ‘Voor zover wij weten, is het binnen de letterenfaculteit de normale gang van zaken’, zegt Maseland. Sterker nog, in de BAC voor de nieuwe decaan van de letterenfaculteit zit ook iemand die tevens raadslid is.
Op dezelfde vergadering kregen raadsleden ook te horen dat ze vanwege ‘geheimhouding’ geen lijst van potentiële kandidaten mochten zien.
Hoewel de antwoorden teleurstelden, beloofde het bestuur wel om tussentijds informatie over de kwalificaties van de mogelijke kandidaten te delen, zegt Maseland.
Criteria
De leden van de huidige BAC voor de nieuwe FEB-decaan zijn allemaal Nederlandse senior medewerkers. Raadsleden hebben hun zorgen geuit over de vertegenwoordiging van internationale en junior medewerkers en studenten.
Om die zorgen het hoofd te bieden, heeft het faculteitsbestuur een aantal criteria bekendgemaakt ‘die worden gebruikt om een potentiële kandidaat kritisch te beoordelen’, zegt Maseland.
De criteria richten zich op ‘openstaan voor verschillende standpunten, strategische visie, inzet voor balans tussen werk en privé en inzet om inclusiviteit en diversiteit te vergroten – vooral wat betreft gender en internationalisering’, zegt Maseland. Tot zover lijkt de BAC ontvankelijk voor deze criteria.
Als de uiteindelijke kandidaat niet aan de gestelde criteria voldoet, zegt Maseland, dan zal de raad een negatief advies uitbrengen. Het enige dat ze op dat moment nog kunnen doen.
Vertrouwen
Tijdens de laatste vergadering twijfelde een raadslid aan de mate waarin het advies serieus wordt genomen. Het bestuur benadrukte dat de faculteitsraad ‘vertrouwen moet hebben in het proces’.
Maar faculteitsraadsleden stellen dat ze bij de aanstelling van interim-decaan Jan Berend Wezeman nooit echt de kans hebben gekregen om hun adviserende rol te vervullen. De faculteitsraad ontving de vraag om advies over zijn kandidaatstelling op ongeveer hetzelfde moment als dat de rechtenfaculteit bericht kreeg dat hij was aangesteld.
‘Er is dus scepsis over het systeem en de rol die we daarbinnen daadwerkelijk mogen spelen’, zegt faculteitsraadslid Jamie Snow. ‘Als je rol vanaf het begin af al niet wordt gerespecteerd, is het moeilijk om het proces te vertrouwen.’
‘Conform de wet’
Interim-decaan van FEB Jan Berend Wezeman zegt dat de benoemingsadviescommissie voor de nieuwe decaan is samengesteld ‘volledig conform de regels van de WHW, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’.
Wezeman: ‘De positie van de faculteitsraad is in de WHW gewaarborgd niet door opname van een lid in de commissie, maar door de verplichting de faculteitsraad vertrouwelijk te horen over een voorgenomen besluit tot benoeming van een nieuwe bestuurder.’
De benoemingscommissie hecht er aan, aldus Wezeman, dat de faculteitsraad tijdig bij de besluitvorming wordt betrokken.
De reactie van interim-decaan Jan Berend Wezeman is later toegevoegd