Voor de RUG betekent dat volgend jaar een kleine zeven miljoen euro, in 2024 oplopend tot zo’n twintig miljoen.
Universiteiten, hogescholen en studentenorganisaties hebben met onderwijsminister Ingrid van Engelshoven daarover maandag afspraken gemaakt. Studenten en docenten krijgen bij de besteding volgens de minister een essentiële rol: Hogescholen en universiteiten maken samen met hen plannen.
‘Prachtig dat hiermee bestuurders, studenten en docenten zelf kunnen beslissen over de inzet van het geld dat is vrijgespeeld door het stoppen met de basisbeurs’, aldus de minister.
Cruciaal is dat niet centraal wordt vastgelegd wat er met het geld gebeurt, zoals eerder was bepaald. ‘Iedere hogeschool of universiteit heeft eigen prioriteiten voor meer onderwijskwaliteit’, stelt Van Engelshoven.
Faculteiten
Hoe de besteding van de zogenoemde studievoorschotmiddelen op de RUG zal uitpakken, is nog niet duidelijk. Daarover gaat het universiteitsbestuur eerst in overleg met de medezeggenschapsraden, aldus een woordvoerder van de RUG.
Enkele faculteiten, waaronder letteren en rechten, zeiden eerder dat zij het liefst zien dat het geld niet centraal door de RUG wordt besteed, maar dat het naar rato over de faculteiten wordt verdeeld; de problemen zijn voor elke faculteit weer anders.