Lachende gezichten bij Suzanne Rus (27, rechts op de foto) en Julia Dijkstra (26). Het Groninger Museum is net open, maar nu al staan er rijen voor de kassa. ‘Het is de laatste week van de Rodin-tentoonstelling’, vertelt Rus. ‘We hopen nog de 150 duizend bezoekers aan te kunnen tikken.’
Dat lukt ook. Daarmee komt ‘Rodin’ met stip binnen op de ranglijst ‘meest bezochte tentoonstellingen’ in het Groninger Museum, na onder meer David Bowie. Een verdienste die Rus zich deels zelf mag toeschrijven. Zij begon in 2014 aan het tweejarige opleidingstraject tot conservator. Na een jaar riep museumdirecteur Andreas Blühm haar bij zich. ‘Of ik projectleider wilde worden van Rodin. Een enorme kans natuurlijk.’
Verplicht
Blühm, van Duitse komaf, was ook degene die met het idee kwam om binnen het Groninger Museum een speciaal opleidingstraject aan te bieden. ‘In Duitsland is het verplicht om na je studie kunstgeschiedenis eerst twee jaar een traineeship te doen, voordat je op museumfuncties solliciteert. Blühm vroeg zich af waarom dat hier niet zo was. De museumwereld wordt gedomineerd door mensen die er al jaren zitten, waardoor de stap van studie naar werk erg groot is’, zegt Rus.
Dankzij de Beringer Hazewinkel Stichting is een potje beschikbaar om het traject te financieren. Alleen RUG-studenten die pas hun master kunstgeschiedenis hebben afgerond, kunnen op plekken solliciteren. En dat doen ze massaal. ‘In mijn jaar waren er zo’n twintig tot dertig sollicitaties’, vertelt Rus.
Ontdekkingstocht
Rus heeft inmiddels een vast contract in de wacht gesleept op de afdeling collecties, Dijkstra is de nieuwe conservator in opleiding. De komende twee jaar krijgt ze alle ins en outs van het museum mee. ‘Ik stond te springen toen ik het hoorde’, vertelt Dijkstra. ‘Het belooft een spannende ontdekkingstocht te worden. De komende tijd ga ik elke acht maanden op een andere afdeling meewerken, te beginnen met de tentoonstelling over landschapsschilderkunst in Noord-Europa die in december opent.’
‘Ik hoop dat het al half zo leuk wordt als Suzanne het heeft gehad’, zegt Dijkstra. Rus: ‘Je krijgt alle facetten mee van het conservatorschap: het onderzoek naar de collectie, maar ook de logistiek. In mijn functieomschrijving stond dat ik in het derde deel van het traject mee zou werken aan een regionaal project. Nou, dat werd dus Rodin!’
Een heel groot project voor Rus, en gemakkelijk was het niet altijd. ‘Maar je schakelt heel snel. Zo ging ik bijvoorbeeld opeens naar het Montreal Fine Arts Museum. De vrijheid die ik heb gekregen is fantastisch, maar ik ben mezelf ook wel tegengekomen. Ik denk dat Julia dat ook gaat merken: sommige dingen gaan heel gemakkelijk, mede ook door het goede team dat we om ons heen hebben. Maar er zijn ook punten waarop je denkt: hoe moet het nu verder?’
Detective
Dijkstra knikt: ‘Dat leer je alleen door ervaring. Ik ga ontdekken waar mijn kwaliteiten liggen. Zelf vind ik het heel interessant welke rol kunst en cultuur in een samenleving speelt. Als ik bezig ben met het uitzoeken van verhalen achter objecten, voel ik me soms net een detective.’ Rus: ‘Daarin verschillen Julia en ik wel. Ik heb heel erg gemerkt dat ik een conservator zou zijn die tegelijkertijd ook projectleider is, Julia is juist heel inhoudelijk sterk.’
‘We gaan het zien’, reageert Dijkstra. ‘Ik hoop vooral dat ik een goede conservator word. Wat leuk is: we zijn allebei afgestudeerd in oude kunst, maar nu komen we in een modern museum juist met andere stromingen in aanraking. De komende tijd ga ik vooral bezig met het museum en de structuren leren kennen. Of ik ook zoiets als Rodin ga doen? Dat ligt nog helemaal open. De komende twee jaar zit ik in ieder geval in een fantastische positie om de museumwereld te ontdekken.’