Slapeloze nachten

Het kost UKrant-columnist Alex Steenbreker doorgaans een halfuur om de afstand tussen het matras en de vloer naast het bed te overbruggen. En uitgerekend zij onderzoekt de effecten van slaaptekort. ‘Fuck de wetenschap.’
Door Alex Steenbreker

Een afstudeeronderzoek bezorgt menig student waarschijnlijk slapeloze nachten, maar in het geval van mijn projectpartner en mij geldt dat letterlijk. Ons onderzoek gaat namelijk over effecten van slaaptekort. Het is de bedoeling dat onze proefpersonen ’s nachts laat of extreem laat opblijven. Wij zelf hebben de vermoeiende taak om dit te begeleiden.

Ach, die nachten bleken in de praktijk gelukkig minder slapeloos. Tussen de contactmomenten door kunnen we steeds even slapen en sommige nachten zijn we vrij. Toch moest ik op zoek naar een betrouwbare manier om elke keer op tijd wakker te zijn voor een controle of instructie.

Dat was zeker een uitdaging. ’s Ochtends besteed ik normaal gesproken namelijk een halfuur aan het overbruggen van de afstand tussen het matras en de vloer naast het bed. Uiteindelijk heb ik het meest irritante wekkergeluid dat ik kon vinden ingesteld en mezelf verboden om de snoozeknop te gebruiken.

‘Voor de wetenschap’, sprak ik mezelf ’s nachts dan ook bemoedigend toe. Ik had het beter bij een egoïstischer motief zoals afstuderen kunnen houden, want mijn brein antwoordde: ‘Fuck de wetenschap, ga gewoon slapen.’ Met een luide piep naast mijn oor leunde ik mijn bed uit om te kijken of ik al bericht had van mijn proefpersonen.

Eigenlijk had mijn brein groot gelijk. Slaaponderzoekers kunnen je precies vertellen hoe belangrijk het is om een derde van je leven stand-by door te brengen. Toch komen ze zelf vaak niet toe aan een goede nacht slaap, vanwege hun onderzoek. Zo kregen wij om half twee ’s nachts feedback op onze hypothese-onderbouwing, en niet geheel toevallig was ik op dat moment wakker.

Thuis ging mijn vermoeidheid opvallen. In de keuken vertelde ik daarom het hele verhaal aan een huisgenoot. Ze vertelde me dat drie uur slaap op werkdagen voor haar soms het hoogst haalbare leek, omdat ze altijd pas laat in slaap viel, maar vroeg op moest. Ik keek haar vol afschuw aan: ‘Geef mij dan maar liever een slaaponderzoek.’

‘Weet je wat ze eigenlijk zouden moeten onderzoeken?’ fantaseerde ze, ‘Iets over ochtendmensen en avondmensen. En dan zouden ze er achter komen dat die écht bestaan.’

Die opmerking maakte wat enthousiasme wakker. Ons onderzoekje valt namelijk binnen chronobiologie: de biologie van de tijd. Het soort onderzoek dat ze voorstelde, is al uitgebreid gedaan. Bovendien heeft ze ook helemaal gelijk: ochtend- en avondmensen bestaan inderdaad en extreme avondmensen, onder wie veel studenten, krijgen problemen. Dat verraste haar natuurlijk niet.

‘Maar dat is dus allemaal allang bekend en toch accepteert niemand dat ik ’s ochtends niet kan functioneren. Waarom niet?’ vroeg ze. Daar had ik niet zo snel een antwoord op.

‘Ik slaap er een nachtje over’, beloofde ik haar. ‘Maar dat kan nog wel een paar weken duren.’

Abonneer
Laat het weten als er

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties