‘Het rotsblok Benferinga is ongeveer tien kilometer in doorsnede’, zegt RUG-astronoom Theo Jurriens. Wie hem met eigen ogen wil aanschouwen, moet wel even zijn best doen. ‘Feringa bevindt zich net voorbij de baan van Mars. Met een beetje een grote, fotografische telescoop zou het kunnen.’
Jaarlijks geeft de IAU vele tientallen planetoïden een nieuwe naam. Doorgaans zijn er niet meer dan een handvol Nederlandse vernoemingen. ‘Uit mijn hoofd gaat het jaarlijks om zo’n vijf tot tien Nederlanders’, zegt Jurriens.
Goed gezelschap
Benferinga en Groningen, vernoemd vanwege de aanwezigheid van het Kapteyn Astronomical Institute van de RUG, bevinden zich in de ruimte in goed gezelschap. Eerder waren André Kuipers, Wubbo Okkels en de eerdere RUG-Nobelprijswinnaar Frits Zernike aan de beurt. Ook RUG-astronome Amina Helmi heeft een rotsblok in de ruimte die naar haar is vernoemd.
Behalve Feringa en de stad Groningen heeft de IAU op 6 april ook een andere RUG-wetenschapper geëerd: Ger de Bruijn. De Bruijn – die in 2017 overleed – was een hoogleraar in de radiosterrenkunde en verbonden aan het Kapteyn Instituut Groningen. Rotsblok 12656 draagt voortaan de naam Gerdebruijn.
De drie nu vernoemde planetoïden zijn in 1977 ontdekt door het Leidse astronomenechtpaar Van Houten.