
Beurspromovendi zijn er klaar mee
Ongelijk en ondergewaardeerd
Kostas Karpouzas werkte al maanden samen met zijn collega. Beiden maakten lange dagen voor hun promotieonderzoek in de astronomie. Beiden gaven regelmatig onderwijs. Op een dag zaten ze in de kantine en praatten over hun salaris. Nadat Karpouzas had verteld wat hij maandelijks op zijn rekening krijgt, viel zijn vriend stil. ‘Oh’, zei hij. ‘Dus ik word serieus overbetaald.’
Karpouzas’ collega bedoelde niet dat zijn salaris te hoog was. Hij had gewoon geen idee dat terwijl hij 2300 euro verdiende, zijn collega voor precies hetzelfde werk maar 1800 euro kreeg. ‘Hij besefte dat dat niet eerlijk was’, zegt Karpouzas.
En er was meer. Want Karpouzas bouwt ook geen pensioen op en hij krijgt geen eindejaarsuitkering. Hij krijgt geen reiskostenvergoeding, geen vakantiegeld en geen verhuisvergoeding. Allemaal dingen waar zijn collega wel recht op heeft. Maar gelukkig heeft Karpouzas wél recht op korting bij ACLO of USVA.
Nationaal experiment
Vanwaar dat enorme verschil? Nou, Kostas Karpouzas is een beurspromovendus. Hij maakt deel uit van een nationaal experiment waarbij de universiteit hem gedurende vier jaar een beurs mag geven van zo’n 1800 euro, in plaats van een arbeidscontract. Zijn collega daarentegen is een gewone PhD en in dienst van de universiteit. Hij krijgt zowel het salaris als alle voordeeltjes die daarbij horen.
De voordelen die ons voorgespiegeld werden bestaan niet
Het idee achter het experiment was dat beurspromovendi meer vrijheid zouden krijgen. Ze hoeven geen onderwijs te geven, tenzij ze dat zelf willen. Ze mogen hun eigen onderzoeksvoorstel schrijven en zijn vrij te werken wanneer ze willen. De universiteit is ook beter af, want beurspromovendi zijn goedkoper en dus kan de RUG er meer inhuren en zo meer onderzoek afleveren.
Maar beurspromovendi voelen zich ongelijk behandeld en vinden dat daar geen goede reden voor is. Onderzoek toont bovendien aan dat ze meer risico lopen op depressie en andere mentale problemen doordat hun positie zo onzeker is. En al proberen ze hun onvrede te uiten door enquêtes in te vullen en met hun supervisors, afdelingshoofden en graduate schools te praten, niemand luistert.
Ongelijkheid en onzekerheid
Nu zijn ze er klaar mee. Deze dinsdag zette een groep van ongeveer twintig beurspromovendi een manifest online, waarin ze onmiddellijke stopzetting eisen van het PhD-experiment. Ze eisen dezelfde behandeling – en betaling – als hun collega’s en willen worden gecompenseerd voor het werk dat ze op een beurscontract hebben gedaan. ‘De voordelen die ons voorgespiegeld werden bestaan niet, of wegen niet op tegen de voordelen die we mislopen’, zegt Martha Buit, een van de promovendi achter het manifest. ‘Het experiment heeft gezorgd voor aanzienlijke ongelijkheid en onzekerheid. Het heeft een negatieve invloed op ons onderzoek, ons carrièreperspectief en ons privéleven.’
Ze geloven dat het manifest de enige manier is om hun stem te laten horen, zegt Buit, die ook voor haar mede-initiatiefnemers spreekt. ‘Er staat voor de universiteit veel op het spel met dit experiment en onze belangen zijn niet hetzelfde. Het lijkt erop dat de universiteit een onderneming is die winst wil maken. En wij zijn overduidelijk de goederen.’
Eerdere onderzoeken suggereerden dat er weinig aan de hand was, weet ze. Maar die onderzoeken zijn scherp bekritiseerd. Ze zouden de verkeerde vragen hebben gesteld – zo zou er over welzijn en tevredenheid niets zijn gevraagd. Maar, zegt Buit, ‘we willen niet beweren dat het experiment geen enkel positief effect heeft gehad en er zullen zeker PhD’s zijn die tevreden zijn. Maar anderen – en we geloven dat dit de meerderheid is – zijn zat van de situatie.’
Fake news
Hun kritiek wordt voortdurend gebagatelliseerd, zegt ze. Dean Lou de Leij van de Graduate Schools noemde hun zorgen zelfs ‘fake news’ in een eerder artikel van UKrant – dat herinneren ze zich nog heel goed. Maar hij kan dat doen, want veel beurspromovendi zijn bang om hun stem te laten horen. ‘Er ís een hiërarchie’, zegt Buit. ‘Stennis schoppen kan conflict opleveren en de PhD is dan de zwakste partij.’
Daarom was zij de enige van de initiatiefnemers die als woordvoerder wilde optreden. Ook de mensen die het manifest tekenden zijn huiverig om de publiciteit te zoeken. ‘Een aantal van hen wilde aanvankelijk wel met de krant praten’, zegt Buit, ‘maar ze haakten af na een gesprek met hun supervisor.’
Enkele promovendi wilden na een gesprek met hun supervisor niet meer met de krant praten
Karpouzas, die het manifest tekende en niet bang is zijn mond open te doen, snapt het wel. ‘Je hebt de supervisors en professoren nodig als je iets wilt bereiken in de wetenschap. Niets zeggen is de veilige keuze.’
Hij vindt het belangrijk om zijn mond open te doen. Studenten realiseren zich immers niet waar ze aan beginnen wanneer ze solliciteren op een beursplek. ‘Ze zijn verliefd op de wetenschap. Ze dromen van een grote toekomst.’ Dat deed hij ook. En als je nog studeert lijkt 1800 euro per maand heel veel geld.
Maskerade
Na een paar maanden dringt de harde werkelijkheid dan alsnog tot hen door. ‘Om je heen krijgen andere mensen veel meer geld’, ontdekte Bauke Molenaar, die niet met zijn echte naam in de krant wil. ‘Je denkt: waarom doe ik dit eigenlijk? Ik zou net zo goed achter de kassa van de Zeeman kunnen zitten.’
Niet dat hij hieraan begon vanwege het geld. Hij had zich gewoon nooit goed gerealiseerd dat hij zich ondergewaardeerd zou voelen door de ongelijke behandeling. Dat de voortdurende grapjes van collega’s over zijn beroerde situatie zo zouden schuren. Dat het bijna onmogelijk zou zijn om geld te sparen en dat vakantie er niet in zou zitten. Promovendi willen misschien een huis kopen, kinderen krijgen, of moeten financieel bijspringen bij hun familie. ‘En het is niet zo dat je kunt onderhandelen over je contract’, zegt Molenaar. ‘De RUG vertelt je gewoon dat je moet tekenen bij het kruisje.’
Het is gewoon heel erg unfair, vindt Molenaar. ‘De realiteit van het experiment is een papieren realiteit. Iedereen weet dat. Op mijn afdeling zeggen ze: ja, natuurlijk is het een maskerade. Maar wat kunnen we eraan doen? Zo is het nu eenmaal.’
Beurspromovendi hoeven volgens de uitgangspunten van het experiment geen onderwijs te geven, tenzij ze dat zelf willen. Toch doen de meesten dat wel. Ze moeten wel, omdat ze zonder onderwijservaring kansloos zijn als ze later een baan willen aan de universiteit. Bovendien word je er door je collega’s op aangekeken als je weigert. ‘Je wordt geacht bij te dragen’, zegt Molenaar.
Bijbaan
De promovendi worden niet betaald voor die onderwijstaken, want dat zou een arbeidsrelatie suggereren. Voor beurspromovendus Martin Herz, die het manifest ook tekende, was dat extra frustrerend. Hij had al twee jaar onderwijs gegeven voor zijn start als beurspromovendus en had zijn Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) al binnen. Als PhD leidde hij werkgroepen, viel in voor collega’s, surveilleerde en hielp met het becijferen van tentamens. Gratis en voor niks. ‘Ik heb het tot aan het management aangekaart. Iedereen vond dat ik betaald zou moeten worden, maar het mocht gewoon niet.’
Iedereen vond dat ik betaald zou moeten worden, maar het mocht gewoon niet
Maar wanneer een gewone masterstudent onderwijs geeft – en dat gebeurt best veel – dan krijgt die wél betaald, als student-assistent. Herz, die het geld nodig had, accepteerde daarom uiteindelijk een bijbaantje bij een advocatenkantoor. ‘Maar toen werd ik bij de Graduate School op het matje geroepen en werd me gezegd dat dit niet de bedoeling kon zijn. Kijk, ik snap natuurlijk dat ze zich zorgen maken over het onderzoek. Maar als ze dit niet willen, dan moeten ze niet met zo’n contract komen.’
Volgens het experiment mogen beurspromovendi hun eigen onderzoeksvoorstel schrijven. Molenaar deed dat. Maar zijn collega-PhD, die wel in dienst is, deed het ook. Zelfs de ‘vrijheid’ om vrij te nemen wanneer je wilt, stelt niets voor. ‘Alle academici zijn relatief vrij om te werken wanneer en waar ze willen’, zegt Karpouzas. Maar dat onderzoek, dat moet gewoon gedaan worden. ‘Als je vrijheid neemt, dan keert dat zich tegen je’, zegt hij.
Stoppen met de wetenschap
Karpouzas, Molenaar en Herz hadden grote dromen toen ze begonnen met hun onderzoek. Maar nu zijn ze stuk voor stuk van plan om te stoppen met de wetenschap. ‘Er was zoveel stress’, zegt Karpouzas. ‘Ik moest mijn ouders financieel helpen, ik kon niet op vakantie en ik kon nauwelijks voor mezelf zorgen.’
Het experiment werkt gewoon niet zoals de bedoeling was, zeggen ze. Dus het moet stoppen. Nu. ‘Als het doorgaat, dan blijven de huidige en toekomstige PhD-studenten geconfronteerd worden met de ongelijkheid waarmee wij te maken hebben. En met alle andere negatieve gevolgen’, zegt Buit. ‘We willen de voortgang van het experiment koste wat kost vermijden. Het levert zoveel ongelijkheid op dat de RUG en de minister van Onderwijs het niet zouden moeten pikken.’
Lees een ingekorte versie van het manifest in dit opiniestuk
In de eerste versie van dit verhaal stond dat een beurspromovendus geen recht heeft op WW na het traject. Dat is niet correct en is in deze versie gecorrigeerd.
Tjonge, ik probeer te reageren, maar beide keren wordt mijn (kritische) reactie aangemerkt als spam… In het kort is mijn reactie: 1) Overgang naar het AIO-systeem zal ook betekenen dat alle aspecten van het AIO systeem overgenomen zullen worden, dus ook minder plaatsen. Dus met terugwerkende kracht AIO plaatsen eisen, betekent ook dat 50% van de beurspromovendi hun plaats in moeten leveren (die hadden namelijk ook geen plaats gehad in het AIO systeem). Daarnaast ontstaat er juist *meer* ongelijkheid voor promovendi met een buitenlandse beurs, die nu aangevuld worden tot het reguliere beurspromovendi niveau. Zie mijn uitgebreide reactie hier: https://docs.google.com/document/d/1htCmtz4IDKHKZ72sjFBc4sRX6Zu-KXm4JTgJk8A9WyQ/edit?usp=sharing
Als je hier naar kijkt vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt, kun je natuurlijk kijken hoe ver je kunt gaan met het verlagen van salarissen tot je geen mensen meer krijgt. Dat experiment is in het lager en middelbaar onderwijs aan de gang en leidt tot nogal wat problemen. Als je de huidige staf verantwoordelijk maakt voor de werkgelegenheid van de promovendi, is een verlaging van alle salarissen met twee schalen ook een mooie methode -waarom zouden alleen de promovendi de rekening moeten betalen ? En met twee schalen minder blijft er nog een leuk salaris over. (in Groningen is je salaris ongeveer twee schalen hoger qua koopkracht vergeleken met het westen, dus de RUG kan hier zonder angst onvoldoende personeel te krijgen aanzienlijk besparen) Ik wacht op het voorstel van mijn collega Willem Jongman daaromtrent. Je kunt beurspromovendi ook zien als zzp ers. Die dragen doordat geen arbeidsongeschikheidsverzekering aanwezig is, bij aan de onderfinanciering van het sociale stelsel. De RUG plukt in feite de kas van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, want het is wel duidelijk dat voor jonge mensen de premie veel hoger is dan het arbeidsongeschiktheidsrisico rechtvaardigt. Ik kan er nog inkomen dat je mensen die met 22 beginnen aan een promotietraject als beurspromovendi behandelt -eertijds deed men ook wel 8 jaar over een studie. Als mensen echter tegen de dertig nog op die voet betaald worden dan staan ze op een lijn met ZZP ers die te weinig uurloon rekenen. Ik vraag me dan ook af of beurspromovendi niet zullen verdwijnen als eindelijk de ZZP ers die nu lekker goedkoop onze huizen opknappen een fatsoenlijk inkomen moeten krijgen en een minimale pensioenvoorziening en arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden verplicht is.
“Het idee achter het experiment was dat beurspromovendi meer vrijheid zouden krijgen.” Nee, dat was niet het idee erachter, dat is er bijgehaald om aannemelijk te maken dat er bij beurspromovendi geen sprake is van een hierarchische arbeidsrelatie. De rechter ging daar in mee, en dat heeft de weg vrijgemaakt voor het bursalenexperiment. Maar werknemer-promovendi genoten in veel gevallen wel degelijk de vrijheid om hun eigen onderzoek te definiëren, en beurspromovendi genieten die vrijheid vaak niet. De mate van vrijheid hangt af van het type onderzoek en de organisatie van de onderzoeksgroep waarbinnen de promovendus werkt. Er is daarin geen significant verschil tussen medewerkers en bursalen.
This is an important discussion which should not be conduced by means of simplistic arguments, such as there are countries in which PhD studends work under worst conditions. ‘Het kon minder’ (it could be worst) is very much a Gronings expression, but is it not an example of refined thinking.
Comparison between counries is diffucult and misleading. Dutch Universities are not UK ones, the UG is not Cambridge. Moreover, things are not all good in the UK. For example, some UK faculties have difficulties in attracting PhD students from the UK with the result that they have difficulties in finding UK lecturers to teach tipically UK courses, such as UK private or public law.
Let’s keep the focus on the Dutch system, let’s focus on an experiment which finds its reason of existance in the economic malaise in which Dutch Universities have to work. The same malaise that causes all of us to overwork, with colleagues taking days-off to do research.
This experiment is a pragmatic look at the reality. Universities get less money and Groningen is a less attractive region than others. Being able to offer many Phd places, more than other Dutch universities, help us levelling the playing field. The downside is that PhD students are treated differently than PhD employers.
Whether this is a justifiable sacrifice is open to debate and rightly so. It is therefore regrettable to read that some PhD students did not feel save to express their opinion openly, fearing repercussions.
This is not how the University should conduce a dabate over such an important topic.
Those Phd students that share the content and aim of the Manifesto MUST be able to sign it without any repercussion being envisaged, treatened, let alone applied.
The University Board and the Gradute School are wormly invited to sustain the freedom of expression of the Phd students community and ecourage those PhD students that sustain the Menifesto to sign it.
The University Council needs to uphold such freedom and to gather as many information as possible on the various positions to debate on this matter tomorrow and next week. An open and transparate debate is the only way forward to reassure the accademic community that we work in a safe environment.
Lorenzo Squintani, member of the Univerisity Council
Dit is een terugkerende discussie. Het klinkt cru, maar er zijn bijna altijd genoeg excellente kandidaten, want internationaal zijn ook de bedragen die beurspromovendi krijgen zeer concurrerend. Ik heb in het verleden kritiek gekregen van collegae aan Britse of Amerikaanse topuniversiteiten dat wij de markt bederven door zoveel te betalen aan onze beurspromovendi. Vergelijk de bedragen die onze beurspromovendi krijgen maar eens met wat er in de zuidelijke landen van Europa gegeven wordt (als er al plaatsen zijn). Want laten we ons goed realiseren dat als wij promovendi moeten gaan betalen als werknemers er veel minder promotieplaatsen zullen zijn. Is dat wat deze klagers willen? Hadden ze dan geen promotieplaats willen hebben om anderen een hoger inkomen te gunnen? Ik geef toe dat de ongelijkheid zuur is, maar dat komt vooral omdat er elders nog wel werknemer promovendi zijn. Laten we daarbij dan niet vergeten dat er ook Nederlandse faculteiten zijn waar men helemaal geen promovendi heeft die door de universiteit zelf betaald worden, maar alleen maar (dus weinig) extern gefinancierde. Dan worden we wel volledig afhankelijk van de loterij bij NWO of van promotieplaatsen betaald door de industrie. Willen we dat dan?
Misschien komt het omdat ik zelf in Cambridge ben opgeleid, maar ik heb promovendi ook altijd gezien als studenten. Mijn vrienden en ik kwamen daar omdat het de beste afdeling in de wereld was en we wat wilden leren, en niet vanwege het geld.
Dr. Willem Jongman (https://www.rug.nl/staff/w.m.jongman/)
Ik begrijp dit argument, maar het is absoluut weerlegbaar. Het Engelse systeem is niet houdbaar en sociaal absoluut verwerpelijk.
Ik woon zelf in Cambridge. De eerste twee jaar van mijn PhD heb ik een beurs ontvangen van de RUG, nu leef ik van beurzen en scholarships hier. Hoewel het mij tot nu toe goed gaat, zijn promovendi hier niet goed af. Ik ken genoeg mensen die bijbaantjes hebben of zelfs in hun zomer besteden aan geld verdienen ipv werken aan hun dissertatie.
Zoals u ongetwijfeld nog herinnerd is promoveren niet makkelijk. Het kost enorm veel tijd, werk, stress, om nog maar te zwijgen van het geld dat er in gaat zitten. Promovendi zijn volwaardige onderzoekers. Zij verrichten volwaardig wetenschappelijk onderzoek op zeer hoog niveau.
Wellicht was het in uw tijd makkelijker om rond te komen in Cambridge. Het is een van de duurste plaatsen in Engeland om te wonen (naast Londen). In uw tijd waren er uberhaupt nog geen collegegelden, laat staan van 10.000 gbp per jaar.
Mijn vriend en ik zijn bijna 30. Wij bouwen geen pensioen op, teren in op ons spaargeld, vakanties zitten er niet in, ik kan mijn studieschuld niet terugbetalen. Over een huis kopen kunnen we alleen maar dromen. Dat is niet normaal.
Andere landen zijn geen goed voorbeeld van een geschikt systeem. Het Engelse systeem is een zeer zeer zeer slecht voorbeeld van een systeem waarin promovendi als studenten worden behandeld. ZEER slecht.