Satépannenkoeken à la Huize Milky Way
‘Ik eet nooit meer een zoete pannenkoek’
Satépannenkoeken à la Huize Milky Way
Voor 12 pannenkoeken
1 pak pannenkoekenmix
Halve liter melk
3 eieren (tenzij dat al in de mix zit)
Halve liter Leffe Blond
450 gram roerbakgroenten
500 gram satésaus
350 gram kipfilet of vegakipstukjes
Ketjap
Nasikruiden
Zak kroepoek
Gebakken uitjes
Wokolie
Ui en knoflook naar smaak
Optioneel:
Komkommer/atjar
Chilisaus/sambal
Fijngesneden rode peper
Marineer van tevoren de kip met wat ketjap en nasikruiden.
Bak de pannenkoeken volgens de aanwijzingen op het pak, maar vervang een deel van de melk door bier, het liefst Leffe Blond.
Bak de kip tot hij goudbruin is en voeg daarna de knoflook, ui, roerbakgroente en wokolie toe. Roerbak het geheel gaar.
Verwarm de satésaus in een pannetje of in de magnetron. Snijd de peper en komkommer fijn.
Om een satépannenkoek te bouwen, smeer je eerst een pannenkoek in met satésaus. Daarover verdeel je er wat van het roerbakmengsel over en naar smaak gebakken uitjes, peper, sambal en kroepoek. Tot slot: dubbelvouwen.
Sierd en Marnix zijn druk in de weer in de keuken. Twee koekenpannen staan op het vuur, met daarnaast een grote bak beslag en een stapel pannenkoeken die al klaar zijn. ‘We hebben gekozen voor een bierbeslag’, zegt Marnix. ‘Dus er zit wat bier bij, in plaats van melk.’
De twee zijn wel vaker de koks van het huis, vertellen ze. ‘Meestal komt er in de middag een appje: wie eet er thuis vanavond?’ De andere vier schuiven dan vaak aan, lekker makkelijk.
Marnix en Sierd en de anderen – drie meiden, drie jongens – wonen in de Marsstraat in Paddepoel. ‘Vroeger was het een mannenhuis’, vertelt Sierd. ‘Maar tijdens hospi’s zijn we niet zo bezig met het geslacht, het is gewoon toevallig zo gelopen.’
Frenkie
Terwijl de stapel pannenkoeken steeds hoger wordt, komt Ayla binnenlopen met een ere-huisgenoot: kat Frenkie. ‘Eigenlijk is het helemaal niet onze kat’, zegt ze. ‘Hij komt hier gewoon altijd langs.’
Van een studentenhuis in de buurt, waar Frenkie ook regelmatig te vinden is, kregen ze te horen dat hij van een gezin in de buurt is en eigenlijk Kiko heet. ‘Wat een kutnaam!’, roept Marnix uit. ‘Wie kijkt er naar Frenkie en denkt: dat is een Kiko?’
Op de eettafel van de krappe keuken staat de échte zevende huisgenoot: vis Way. ‘Mandy overwoog ooit een paard te kopen’, vertelt Marnix. Maar omdat die niet goedkoop zijn, zou ze dan weer bij haar ouders moeten gaan wonen. ‘Daar hebben we natuurlijk een stokje voor gestoken, dus we kochten toen twee vissen: Milky en Way, vernoemd naar het huis.’ Milky is inmiddels overleden, maar Mandy bleef.
Doorzonwoning
‘Met hoeveel mensen zijn we eigenlijk?’ vraagt Sierd, met de spatel in de hand. Femke weet het niet zeker. ‘Is Matthijs thuis?’ vraagt ze. Hij is er niet, maar er worden toch een paar klapstoeltjes bijgeschoven.
‘Dit huis is niet zo’n typisch studenten- of herenhuis’, vertelt Marnix. ‘Maar eigenlijk is dat wel fijn.’ Het huis bevindt zich aan een klein pleintje, tussen andere doorzonwoningen. Op het midden van het pleintje staat een kinderspeelplaats. Daar is ook de huisfoto gemaakt die boven de keukentafel prijkt.
‘In de zomer zitten we eerst lekker lang in de tuin, maar na drie uur ’s middags is de zon daar weg’, zegt Marnix. ‘Dan gaan we op het pleintje zitten barbecueën.’ Van de buren aan de voorkant hoeven ze geen gezeur te verwachten: ‘We spelen altijd volleybal met de kinderen van de buren.’
Bij de achterburen is dat een ander verhaal. ‘De achterbuurvrouw moet ’s ochtends altijd heel vroeg werken’, verklaart Sierd. Al meerdere keren stond er daarom ‘s avonds politie in de achtertuin. Die hield daar ook eens natte voeten aan over. ‘We hadden een zwembad gevuld met water om ons bier koud te houden en dat voor de poort gelegd’, vertelt Marnix. ‘De politie stapte daar vol in toen ze binnenkwamen. Gelukkig konden ze er wel om lachen.’
Satésaus en kroepoek
Terwijl ze vertellen, zetten de koks meerdere stomende pannen en bakjes op tafel: satésaus, bami-mix, kroepoek en een groot bord met pannenkoeken. ‘Tast toe!’ roept Marnix.
Sierd kent de verwarring als mensen horen over hun specialiteit; satépannenkoeken. ‘Meestal kijken mensen je heel raar aan’, zegt hij. ‘Maar er is eigenlijk geen reden waarom het niet zou werken.’ Meteen barst er een levendige discussie los over welke hartige dingen je allemaal wel niet op een pannenkoek kan doen. ‘Eigenlijk eet ik nooit meer een zoete pannenkoek’, verklaart Sierd.
Na de eerste pannenkoek moeten Ayla en Marnix er snel vandoor: ze hebben volleybaltraining. Mandy vlucht naar boven om te studeren en dus blijven Femke en Sierd met zijn tweeën over in de keuken. ‘Koffie?’ vraagt Sierd. Naast het aquarium staat een groot koffiezetapparaat. ‘Een van de weinige dingen in huis die goed werken.’
De twee praten na over hun dag en wisselen – met een Fries likeurtje erbij – sterke verhalen uit. Uiteindelijk besluit chefkok Sierd ook maar eens te gaan studeren. ‘Femke, was jij af?’