Voor het eerst in de geschiedenis van de KEI-week mag een groep van vijftig mbo-studenten meedoen aan de introductieweek.
Het gaat om een proef. Groningen volgt daarmee het initiatief van Utrecht, waar mbo-studenten afgelopen jaar al welkom waren voor de introductieweek. Volgens KEI-voorzitter Sara Kruit is het belangrijk om de brug te slaan tussen wo, hbo en mbo.
‘In 2018 kwam de term mbo-student er officieel bij. Sindsdien worden ze meer geïntegreerd in het studentenleven. KEI-week is de introductieweek voor studenten met de stad en de mbo-studenten zijn daar ook onderdeel van, dus we vinden het belangrijk om hen er ook bij te betrekken.’
Pilot
Het gaat om een groep van vijftig studenten. Daar is bewust voor gekozen, zegt Kruit. ‘Deels hebben we geleerd van Utrecht. Daar hadden ze vorig jaar ruimte voor honderd studenten en er kwamen 26 studenten op af’, zegt ze. ‘Het heeft er ook mee te maken dat we een groep willen die we goed kunnen volgen. Dan moet die niet te groot zijn.’
Hoewel de gemiddelde mbo-student een stuk jonger is, verwacht Kruit dat vooral de oudere mbo-student aan de pilot mee zal doen. ‘Mensen die uit huis gaan en in de stad komen wonen. En mensen die misschien al weten dat ze hierna door willen naar het hbo.’
De mbo-studenten worden tijdens de KEI-week hetzelfde behandeld als andere KEI-lopers, zegt Kruit. ‘Ze komen niet allemaal bij elkaar in een groepje, maar worden gewoon verdeeld, zoals iedereen.’
Verenigingsleven
Hoewel de KEI-week zich warm maakt om ook mbo-studenten toe te laten, zijn nog niet alle verenigingen daaraan toe. Volgens de KEI-organisatie is er contact met de studenten(sport)verenigingen over de pilot en is er brede steun om de groep mbo-studenten kennis te laten maken met de verenigingen.
Maar, zegt Kruit ook, dat verschilt als het gaat om daadwerkelijk lidmaatschap. ‘Een aantal verenigingen laat al mbo-studenten toe, een aantal werkt eraan of spreekt erover en een aantal verenigingen is nog niet zover.’