ESN wil graag een eigen pand in het centrum als centrale ontmoetingsplek voor internationals en om activiteiten te organiseren. Het zou de organisatie bovendien meer ruimte geven voor vergaderingen en minder afhankelijk maken van externe partners.
Momenteel zit ESN in het Pelsterpand met een kantoor voor zes personen en een gedeelde balie met de organisatie van de KEI-week. Het bestuur voelt zich hierdoor beperkt bij het verwezenlijken van een internationale en inclusieve universiteit.
Het college van bestuur gaat niet mee met de wens van ESN. Jan de Jeu, vicevoorzitter van het college: ‘Als universiteit betalen we niet voor huisvesting van studentenverenigingen. We willen ze best helpen, maar permanente eigen huisvesting moeten ze echt zelf realiseren.’
Delen
In plaats van een eigen pand gebruiken dat niet altijd bezet is, ziet het RUG-bestuur ESN liever een onderkomen delen met anderen. Daar komt bij dat er toch al weinig ruimte is in de universitaire gebouwen in het centrum.
Het bestuur wil ESN meer ruimte geven bij andere grote verenigingen op bijvoorbeeld de Healthy Ageing Campus. Daar zouden voorzieningen als een bar, een receptie en een gemeenschappelijke ruimte kunnen worden gedeeld met de USVA en de ACLO.
Een andere optie is het aantrekken van meer subsidie. Dan kan ESN grotere evenementen organiseren om internationals te bereiken en in contact te brengen met Nederlandse studenten. Daarbij denkt ESN aan het organiseren van een kermis, een markt of een parade.
Teleurgesteld
Het standpunt van het RUG-bestuur stelt de Studenten Organisatie Groningen (SOG) teleur. ‘Als we het er allemaal over eens zijn dat inclusie heel belangrijk is, dat moet je er op een gegeven moment ook geld voor over hebben. Zonder de universiteit hadden hier niet zoveel internationals gezeten, zeker niet in zo groten getale als nu. Daarom moet de universiteit nu zijn verantwoordelijkheid pakken’, zegt fractievoorzitter Zeger Glas.
SOG-lid Simeon Simeonov vindt de twee genoemde opties nog te mager. ‘Deze scenario’s bereiken helemaal niet genoeg. Internationals zijn een belangrijk deel van de universiteit en er is zo’n afstand met Nederlandse studenten. Kleine stapjes zijn niet meer voldoende.’
Toch denkt een werkgroep de opties van een gedeeld gebouw en meer subsidie uit. Adiëlla Boot, voorzitter van ESN Groningen, heeft vertrouwen in een goed resultaat. ‘We zijn tot dusver tevreden met de huidige ontwikkelingen en met de werkgroep, die goed functioneert.’