SP-politici Daan Brandenbarg en Sandra Beckerman (B&B) pleiten ervoor dat de RUG geen Coca Cola-universiteit mag worden en zijn tegen samenwerking tussen universiteiten en bedrijven. Maar het zijn juist visionaire, kapitaalkrachtige en tot risico’s bereide bedrijven zoals Tesla die werken aan de grote maatschappelijke vragen van deze tijd.
Amerikaanse universiteiten hebben de weg al gevonden naar kapitaal, middelen en de maatschappelijke impact van Tesla. Laat de RUG hen volgen!
Fact free politics vieren helaas hoogtij in het artikel van B&B. Waar de universiteit intensievere samenwerking met het bedrijfsleven nastreeft met een dean of industry relations, pleit dit SP-duo ervoor ‘dat de universiteit haar innige banden met het bedrijfsleven heroverweegt’. Samenwerking met het bedrijfsleven zou namelijk geen betere vragen en antwoorden opleveren en de wetenschap doen stagneren.
De goede vragen
Onzin, zo leert het voorbeeld van Elon Musk en Tesla ons.
In zijn studententijd worstelde Musk met de vraag wat met zijn leven te doen. Na een zoektocht door filosofische en religieuze literatuur bracht The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy hem op een idee. In dit boek wordt een supercomputer gevraagd antwoord te geven op de vraag wat de betekenis is van het leven.
Na miljoenen jaren volgt het onbegrijpelijke antwoord: 42. Musk concludeerde dat juist het stellen van de goede vragen het lastigste is in het leven. Hij wilde zich richten op zaken die de grootste impact zouden hebben op de toekomst van de mensheid: internet, energietransitie en kolonisatie van de ruimte.
B&B vragen: ‘Zijn universiteit en overheid zo visieloos dat we bedrijven nodig hebben om de juiste vragen te stellen?’
Onze wedervraag: Zijn universiteiten zo visionair, dat ze de vragen van visionaire ondernemers beter kunnen negeren?
Risico’s
Na zijn studententijd richt Musk twee IT-bedrijven op die hij voor veel geld verkoopt. Met dit kapitaal stort Musk zich met Tesla op de tweede vraag: de energietransitie en meer specifiek elektrisch personenvervoer.
Het realiseren van een betaalbare elektrische auto bleek een kostbare, risicovolle onderneming en in 2007 gaat het vrijwel mis. Na ontwikkel- en organisatiefouten kan Musk het bedrijf alleen nog redden door alle direct betrokkenen te ontslaan en al zijn geld in het bedrijf te stoppen.
Na enkele jaren van herstel kan Tesla in 2010 naar de beurs. Veel investeerders blijken bereid kapitaal te steken in Tusks risicovolle, verliesgevende, maar visionaire langetermijnproject.
B&B stellen: ‘Juist de eerste fase in het ontwikkelen van een nieuw product is kostbaar, langdurig en risicovol. Bedrijven lopen graag minder risico.’
Nee, blijkt uit dit voorbeeld: Bedrijven zijn juist bereid nieuwe producten te ontwikkelen en risico’s te lopen.
Waardevolle kennis
Één van de oprichters en bestuurders van Tesla, JB Straubel, stelt dat het idee van een betere elektrische auto bij hem opkwam bij de World Solar Challenge. In deze door bedrijven gesponsorde wedstrijd racen teams van bedrijven en universiteiten tegen elkaar – in auto’s die rijden op zonne-energie.
Straubel geeft aan dat veel van de eerste medewerkers van Tesla daar gevonden werden. En dat Tesla waardevolle kennis opdeed bij én bijdroeg aan de Solar Challenge. Vandaag de dag onderhoudt Tesla vooral nauwe contacten met Stanford University: Het hoofdkwartier is gevestigd op een onderzoekspark van Stanford en Straubel doceert daar ook.
Onafhankelijk?
Maar hoe kan de onafhankelijkheid van het onderzoek bewaard blijven bij zulke nauwe samenwerking met bedrijven? Vooral dient sturing op het resultaat door betrokken bedrijven expliciet uitgesloten en actief tegengegaan te worden. Dit geldt bijvoorbeeld bij de financiering van leerstoelen: als Coca Cola een leerstoel aanbiedt Gezondheidsvoordelen van frisdrank moet je als universiteit durven weigeren.
Het is belangrijk transparant te zijn over de belangen, voordelen en risico’s. Maar ook moet voor alle betrokkenen niet alleen duidelijk zijn wát de voorwaarden voor samenwerking zijn, maar ook wáárom ze er zijn.
Alleen zo kunnen beide werelden als partners van elkaar leren. Naast Tesla zijn er meer kleine en grote ondernemers die graag een bijdrage leveren. Biedt hen de ruimte, zodat meer wetenschappelijk onderzoek zijn weg vindt in de praktijk en wetenschap en bedrijfsleven samen kunnen werken aan de vragen van morgen.
Eelco Luurtsema, student en fractiemedewerker VVD Groningen (Stad)
Jasper Honkoop, raadslid VVD Groningen
Eerdere bijdragen aan deze discussie:
De RUG mag geen Coca Cola-universiteit worden, Daan Brandenbarg en Sandra Beckerman
Zonder wrijving geen vooruitgang, hoogleraar technische natuurkunde Jeff Th. M. De Hosson
Interessant dat in dit artikel Tesla wordt genoemd als voorbeeld hoe investeerders bereid zijn kapitaal te steken in innovatie. Tesla is juist een voorbeeld hoe de overheid noodzakelijk is voor innovatie, niet bedrijven. Musk maakt namelijk gebruik van maar liefst 4.9 miljard dollar in… overheidsubsidie! (http://www.latimes.com/business/la-fi-hy-musk-subsidies-20150531-story.html) SpaceX, Musk andere bedrijf, is ook nog grotendeels afhankelijk van contracten met de overheid. En alsnog maken deze bedrijven verlies, maar dankzij de overheidsteun houden ze het hoofd nog boven water.
Haal je iPhone uit elkaar en haast elk onderdeel is ontwikkeld door onderzoekers die op de loonlijst stonden van de overheid. De marktwerking focust juist op kortetermijndenken en snel aan de vraag van de markt voldoen, niet op innovatie.
Het gevaar ligt er nu in dat de universiteit, die ook wordt gefinancieerd door de overheid, financieel verantwoordelijk is voor de innovatie (dus ook het financiele risico nemen) terwijl de winsten van de innovatie worden geprivatiseerd.
In een simpele bewoording: wij betalen belasting zodat Musk later een innovatieve auto met winst aan ons kan verkopen. En zo’n groot bedrijf als Tesla weet natuurlijk als de beste hoe ze zo min mogelijk belasting afdragen, dus de winst voelt de burger ook niet. Daar wringt voor mij de schoen.