De 44 MD/PhD’s van het UMCG die als werknemer beschouwd wilden worden in plaats van als student, hadden wel degelijk een arbeidsrelatie met het UMCG. Toch hebben alleen degenen die na 1 januari 2020 nog in dienst waren recht op een arbeidscontract met terugwerkende kracht.
Dat staat in het advies dat de advocaat-generaal vorige week uitbracht aan de Hoge Raad in de zaak die de studentpromovendi al sinds 2018 voeren tegen het UMCG. De MD/PhD’s, die afwisselend werken aan hun promotieonderzoek en het afronden van hun studie geneeskunde, werden aangenomen binnen het Experiment Beurspromovendi.
Het experiment maakte het mogelijk om mensen die voorheen een arbeidscontract kregen, de student-status te geven. De beurs die ze kregen was echter veel lager dan het salaris van hun collega’s. Ook liepen ze daardoor vakantiegeld en de eindejaarsuitkering mis, en bouwden ze geen pensioen op.
Niet eerlijk, vonden de MD/PhD’s. Ze deden immers hetzelfde werk als mensen die buiten het Experiment om waren aangenomen, voor 2016 en na 2018. En hoewel de kantonrechter in Groningen hun argumenten van tafel veegde, kregen ze wel gelijk van het Gerechtshof in Leeuwarden. Het UMCG ging daarop in cassatie bij de Hoge Raad.
Ambtenarenrecht
De advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad nu de conclusie van het gerechtshof deels te vernietigen. Dat gerechtshof oordeelde immers dat de MD/PhD’s tussen 2016 en 2018 wel degelijk recht hadden op een arbeidsovereenkomst. Maar, zegt de advocaat-generaal, dat kón helemaal niet. En dat komt weer omdat het UMCG in die periode nog onder het ambtenarenrecht viel en hen dus alleen als ambtenaar had mogen aanstellen, niet als gewone werknemers.
Voor de periode na 1 januari 2020 ligt de situatie anders. Vanaf die datum geldt voor UMC’s en universiteiten het civiele recht. Toen mocht het ziekenhuis hen dus wel een gewoon arbeidscontract geven. En dus had het gerechtshof voor die periode wel gelijk, toen hij stelde dat de MD/PhD’s wel degelijk een arbeidsrelatie hadden met het UMCG. Voor die periode hebben ze dus ook recht op een nabetaling van de misgelopen inkomsten.
Bijsmaak
Toch is de advocaat-generaal niet blij met zijn eigen conclusies. De studentpromovendi hadden immers al in 2019 geprobeerd een aanstelling als ambtenaar af te dwingen via de bestuursrechter, maar die eis werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet het UMCG, maar de RUG verantwoordelijk zou zijn. Daarna stapten de studentpromovendi naar de kantonrechter.
Het maakt de zaak in cassatie ‘onbevredigend’, schrijft de advocaat-generaal. ‘Het heeft trekken van een windmolengevecht […] en heeft juridisch een bijsmaak, omdat bij de overeenkomsten met de beurspromovendi lijkt te zijn gehandeld in strijd met de wet.’
Het advies van de advocaat-generaal weegt zwaar. De Hoge Raad kan nu beslissen zijn conclusies ‘voor recht te verklaren’. De beslissing hierover volgt waarschijnlijk eind dit jaar.
1500 studentpromovendi
De zaak kan nog een flinke staart krijgen. Déze zaak heeft alleen betrekking op 44 MD/PhD’s, maar in totaal namen het UMCG en de RUG 1500 studentpromovendi aan binnen het experiment. Ook deze beurspromovendi protesteren al jaren tegen de ongelijke behandeling. Het was een belangrijke reden waarom toenmalig onderwijsminister Robbert Dijkgraaf in mei 2022 besloot het experiment niet te verlengen.
Het Promovendi Netwerk Nederland laat weten ‘positief gestemd’ te zijn over de conclusie. ‘Je ziet dat de advocaat-generaal meegaat met de eerdere conclusie van het hof dat MD/PhD’s voldoen aan de voorwaarden van een arbeidsrelatie. Daar waren we bij PNN al veel langer van overtuigd’, zegt voorzitter Benthe van Wanrooij. ‘En we zijn heel blij dat de MD/PhD’s dit traject hebben doorlopen.’
Vorig jaar liet PNN al weten de mogelijkheden voor een rechtszaak te onderzoeken ten behoeve van andere beurspromovendi die werden aangenomen binnen het experiment. Tegen de honderd beurspromovendi lieten weten interesse te hebben om eventueel mee te doen. Maar doordat het UMCG in cassatie ging, hebben ze de zaak laten rusten.
Daar komt nu verandering in, zegt Van Wanrooij. ‘Met dit advies zijn we weer positief gestemd en gaan we het zeker weer oppakken.’