De Belastingdienst en de RUG hebben nog geen nieuwe afspraken gemaakt over de hoogte van toekomstige top-upbeurzen. Maar promovendi die dit jaar een contract tekenen, hoeven zich geen zorgen te maken.
Een top-upbeurs is het geld waarmee de RUG de beurzen van internationale promovendi ophoogt, om ze gelijk te trekken met die van andere beurspromovendi.
Tijdens het Experiment Beurspromovendi kregen universiteiten de kans om promovendi gedurende vier jaar een beurs te geven in plaats van een aanstelling. Sommige promovendi uit het buitenland brengen zelf geld mee, dat bedrag was vaak lager dan wat beurspromovendi krijgen. De RUG vult dat om die reden aan.
Zorgen
In september is het experiment voorbij. Volgens Björn de Kruijf van de Personeelsfractie in de universiteitsraad maakt deze groep zich zorgen of ze na het experiment nog genoeg geld krijgen.
Volgens Hans Biemans van het college van bestuur is daartoe geen reden. Promovendi die een contract hebben, houden voor de duur van hun contract dezelfde top-upbeurs. Het is wel onduidelijk wat er daarna gebeurt.
De RUG wil doorgaan met het uitbetalen van top-ups, maar het bedrag gaat waarschijnlijk wel veranderen. De RUG moet daar nieuwe afspraken over maken met de fiscus. Dat laat nog op zich wachten.
Rechtszaak
Dat komt omdat een groep beurspromovendi eerder een rechtszaak tegen het UMCG won. Ze hebben een contract als beurspromovendus maar kregen minder geld dan promovendi met een aanstelling. Het werk dat ze deden was echter hetzelfde, zeggen ze.
Ze eisten daarom compensatie en de rechter gaf ze daarin gelijk. Het UMCG ging in cassatie. Een voorlopige beschikking wordt nog voor de zomer verwacht.