Soms hoor je weken niets, dan weer eens krijg je te horen dat mensen je column met plezier hebben gelezen en een enkele keer maakt iemand zich kwaad om wat je schreef. Boze lezers, het zijn de krenten in de pap van elke columnist. Je moet er ook niet aan denken, jaar in jaar uit schrijf je je stukjes, maar nooit levert dat een onvertogen woord op. Dan kun je net zo goed ophouden.
Ik ga er geen gewoonte van maken, maar voor één keer: dank aan alle boze lezers.
Niettemin was ik nogal verbaasd toen in het weekend na de vorige column mijn mailbox volstroomde met heftige reacties. In een lange brief worden mijn bespiegelingen over het lustrumthema onderuit geschoffeld als degrading, sexist, harassing en discriminating. Er wordt zelfs betwijfeld of ik wel op een correcte manier met vrouwelijke collega’s en studentes kan omgaan.
In de aanhef zag ik dat de brief naar diverse universitaire burelen was gestuurd, waaronder de vertrouwenspersoon. De universiteit wordt ten slotte opgeroepen om mijn column te veroordelen en ik word geacht mijn excuses te maken (‘a written apology in which he recognizes his wrongdoings’). Er wordt nog net niet om mijn ontslag gevraagd.
Ik moet mezelf overtroffen hebben, dacht ik, maar toen ik mijn column teruglas, begreep ik niet goed waar de pijn zat. Kennelijk was men in mijn beschrijving van de vrolijke foto van rector Elmer ‘confetti’ Sterken met zijn twee sidekicks gestruikeld over het woordje ‘knap’ in de betekenissen die de Nederlandse taal daar zoal aan geeft. Een beetje plagerig wellicht, maar harassing en discriminating?
En dit vindt plaats in een week waarin de academie wordt opgeschrikt door een rapport waaruit blijkt dat (te) veel vrouwelijke medewerkers het zwaar te verduren hebben aan de Nederlandse universiteiten en waarin bovendien het schandaal rond de hoogleraar Arbeidsrecht B in alle media breed wordt uitgemeten.
Vijftien jaar heeft de Universiteit van Amsterdam erover gedaan om de invloedrijke hoogleraar aan te pakken. Al die tijd waren er aantoonbare bewijzen dat hij het in de omgang met vrouwelijke collega’s en studenten niet zo nauw nam (‘Ik heb me net op je afgetrokken’, liet hij een collega weten).
Toch durfde niemand deze grote meneer B aan te pakken. We moeten daarbij helaas constateren dat veel academici niet zo moedig zijn om misstanden aan de kaak te stellen als hun carrière in het geding is.
Ik ga er geen gewoonte van maken, maar voor één keer: dank aan alle boze lezers
Aan de RUG doen ze er eveneens vijftien jaar over om columnist B (laten we hem voor het gemak kleine B noemen) als seksist te ontmaskeren. Al jaren schrijft hij regelmatig op een bedenkelijke manier over meisjes, studentes, medewerksters en echtgenoten, maar niemand durfde iets te zeggen. Daar werd verschrikkelijk onder geleden, maar nu is hij in de kraag gevat en komt er een einde aan deze misstand.
Knap hoor.
Beste briefschrijvers en sympathisanten, ik ondersteun jullie pleidooi voor gelijkwaardigheid tussen personen, ongeacht geslacht, nationaliteit, etc., zonder enige reserve, maar excuses maken over mijn column zit er niet in, vrees ik.
Niet omdat ik het moeilijk vind om sorry te zeggen. Helemaal niet. Thuis zeg ik voortdurend sorry. Gisteravond nog tegen mijn vrouw, die ik trouwens onvoorwaardelijk knap vind, in alle betekenissen van het woord (ze is echt knap hoor, haast ik me maar weer te zeggen).
Maar als jullie de voorhoede zijn van het streven naar gelijkwaardigheid, dan ben ik bang dat het zeker nog eens vijftien jaar gaat duren voordat die gelijkwaardigheid ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Zo, en nu maar weer fijn boos worden met zijn allen, of kijken of er misschien ook nog ergens echte problemen zijn.