Thuiswoonschaamte: verwildering of beschaving?

Elke generatie klaagt over de jeugd die lui, onbeleefd of ongedurig is. Maar columnist Gerrit Breeuwsma ontdekte dat de jongeren van nu nog een belangrijke deugd hebben: schaamte.

Het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog was Nederland in de ban van wederopbouw en herstel. Daar was alle reden toe, want er was van alles kapot of in slechte staat en bovendien was er aan veel dingen een nijpend tekort. De inspanningen tot herstel betroffen evenwel niet alleen materiële zaken (woningbouw, infrastructuur en voedselvoorziening), maar ook immateriële zaken.

Vooral de toestand van de Nederlandse jeugd gaf veel aanleiding tot zorg. Tijdens de oorlogsjaren had de aandacht voor en het toezicht op kinderen sterk te wensen overgelaten. Scholen werden soms voor enige tijd gesloten of hadden niet altijd naar behoren gefunctioneerd en veel ouders hadden wel iets anders aan het hoofd dan de opvoeding van hun kroost: hoe kamen ze aan hout voor de kachel of aan voldoende eten.

Maar vooral ook zouden oorlog en bezetting een demoraliserend effect hebben gehad op de opgroeiende jeugd, zo was de gedachte, want was de oorlog niet één grote demonstratie van falend gezag – van overheid en ouders – geweest?

Dit baarde de naoorlogse overheid de nodige zorgen. Zij gaf dan ook de opdracht om onderzoek te doen naar de toestand van de jeugd. Daarover werd in 1952 verslag gedaan in een rapport met een titel die de toestand alvast samenvatte en (dis)kwalificeerde: Maatschappelijke verwildering der jeugd; rapport betreffende het onderzoek naar de geestesgesteldheid van de massajeugd in opdracht van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.

Het schetst een beeld van de jeugd dat spreekt met een stem waaruit holle leegte klinkt

Auteur van dat rapport was een van Nederlands gezaghebbendste pedagogen Martinus J. Langeveld. Een man van nationale en internationale statuur. Nadien verscheen er nog een bronnenboek waarin de schat aan gegevens waarop het rapport zich baseerde terug te vinden waren.

Het rapport doet voor de moderne lezer bijna komisch aan. Het schetst een beeld van de jeugd dat slenterend rondhangt, ongedurig is en spreekt met een stem waaruit holle leegte klinkt: ‘Men loeit, men brult, men kletst als een eindeloos geleuter, men gilt en giert, men jengelt en zeurt…’.

Spoken word-poëzie? Of een doorsnee avondje op de soos van Vindicat?

Langeveld en zijn medewerkers werden naar aanleiding van het rapport door journalisten geïnterviewd. Zo geeft een van zijn medewerkers in Het Vrije Volk het voorbeeld van een man die op zijn 26e nog altijd bij zijn moeder woonde: ‘Eenvoudigweg omdat hij de moed had opgeven nog iets in de wereld te bereiken’, lezen we in de mooie biografie van Jaap Bos over Langeveld.

Ik moest aan deze passage terugdenken toen het de afgelopen week – naar aanleiding van een enquête onder jongvolwassen van 18 tot 30 jaar en hun woonsituatie – ging over ‘thuiswoonschaamte’.

Tegenwoordig mag thuis bijna alles, ook als God het verboden heeft

Vooral thuiswoners tussen 25 en 30 jaar lijken dat beschamend te vinden. Ze hebben het gevoel dat anderen op hen neerkijken en dat ze gefaald hebben, of zoals iemand het zegt: ‘Als thuiswoner van 26 jaar wijk je af van de sociale norm.’

Meer dan zeventig jaar later en er is dus niets veranderd, zou je zeggen, maar dat is slechts schijn. In de jaren vijftig was zelfstandige woonruimte essentieel om de dingen te kunnen doen die je op die leeftijd graag doet, seks voorop. Tegenwoordig mag thuis bijna alles, ook als God het verboden heeft, en kun je je moeder erop uitsturen voor een gezinsverpakking verse condooms (‘aardbeiensmaak graag, mam’).

Wat me wel geruststelt, is dat ze zich er kennelijk voor schamen. Het bestaat dus nog: schaamte. Ik was al bang dat het een residu uit vervlogen tijden was, dat alleen nog door een kleine achterhoede wordt ervaren maar dat verder allang is overwonnen door de schaamteloosheid.

Er is nog hoop voor de beschaving.

GERRIT BREEUWSMA

1 REACTIE

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

1 Reactie
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties