Afgelopen week was de Week Tegen Pesten. Voor dat onderwerp was de nodige media-aandacht, vooral wat betreft pesten onder kinderen. Over volwassen pesterijen, voornamelijk op de werkvloer, werd zo nu en dan ook nog iets gezegd. Maar niemand had het over studenten. Gebeurt pesten dan niet bij ons?
Als er in de hele zaal consequent geroezemoes ontstaat wanneer een autistische medestudent een vraag beantwoordt, is dat pesten? Ik weet het niet. Ik hoorde op zo’n moment een keer iemand achter me zeggen: ‘Hij gaat altijd op precies dezelfde plek zitten, hè? De volgende keer zorg ik dat ik eerder ben en dan ga ik daar zitten. Lijkt me grappig.’
Ik werd al kwaad van het idee. Is dat pesten, ondanks dat de spreker dit voornemen niet in de praktijk bracht?
Een ander voorbeeld. Tijdens een bijzonder interessant gastcollege stelde ik eens meerdere vragen in twee uur tijd. De meiden in de rij achter mij hadden besloten om elke keer als ik een vraag wilde stellen, diep en luid te zuchten en vervolgens te giechelen. ‘Ze stelt alleen maar vragen om het vragen stellen zelf’, beweerde een van hen fluisterend. Waarschijnlijk was het de bedoeling dat ik het ook zou horen. Is dat pesten, ondanks dat ik erom lachte?
Laatst hoorde ik van iemand over een andere situatie, tijdens een practicum. Groepswerk staat al bekend om de stroeve samenwerking tussen studenten die in verschillende mate gemotiveerd zijn, maar het wordt een naar verhaal als daar spot bij komt kijken.
Als de labpartner die de kantjes er van af loopt ten overstaan van iedereen op de labzaal haar beklag doet tegen haar partner, omdat die haar werk wel graag af zou willen krijgen, is dat dan pesten?
Er is maar een vorm van pesten onder studenten die bekendheid geniet: de gecultiveerde vorm, vooral tijdens ontgroeningen. Soms maken de pestende studenten in kwestie een inschattingsfoutje, eventueel geholpen door wat alcohol. Dat helpt niet voor de reputatie van de club, heb ik gemerkt, toen zelfs mijn oma naar Vindicat vroeg. Maar is het pesten als je er bij je inschrijving mee akkoord gaat?
Ik hoorde iemand vertellen over een ontgroening waar hij als ouderejaars aan had deelgenomen. ‘Eén meisje moest strippen van zo’n gast’, zei hij. ‘Ze hoefde na een tijdje niet meer verder te gaan, hoor, ze mag natuurlijk niet helemaal naakt. Maar ik heb nog nooit zoiets ongemakkelijks gezien. Vet hard gelachen!’
Ik weet niet of het terecht is om deze voorbeelden allemaal pesten te noemen, maar de misplaatste arrogantie die bij pesten hoort, speelt hier ook een rol.
Als vernedering en minachting je groot moeten maken, ben je klein.