‘Engelse ergernis? Meld het!’, zie ik op de homepage van de Universiteitskrant. De nieuwe u-raadspartij De Vrije Student stelt een ‘meldpoint’ waar je complaints kunt filen. Een nieuwe uiting van onvrede over de dreigende oververengelsing. Want die discussie loopt tegenwoordig als rode draad door het universiteitsnieuws.
Déjà vu
Het doet me terugdenken aan mijn allereerste column over de naamsverandering van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Ik zoek hem weer op en stuit op de column (nota bene getiteld ‘Meldpunt’) van mijn collegacolumnist, Breeuwsma, die een week eerder verscheen, over hetzelfde thema.
Was ik eerst dus fel tegenstander, inmiddels ben ik iets gematigder geworden. Na weer een jaar langer op mijn faculteit rondgelopen te hebben, ben ik er wel over uit dat wij daar niet om Engels heen kunnen.
In de koffiekamer van mijn onderzoeksgroep staat een kast met proefschriften van promovendi en óók die uit de jaren ’90 waren al in het Engels geschreven.
Conjunctuur
De verengelsingsgolf zie ik nu als een conjunctuurverschijnsel. Iemand op de uni kwam met het idee om steeds meer Engels toe te passen om meer internationals aan te trekken; dat klonk als een mooi plan en zo kon dat ongestoord gebeuren, leidend tot hoogconjunctuur.
Maar nu vinden we dat we een beetje zijn doorgeschoten: vakken en opleidingen worden te pas en te onpas in het Engels gegeven en al die gewilde internationals hebben niet eens een plek om te wonen.
Geen wonder dat er dan weerstand komt; en die zal ook aanblijven tot er contraverengelsingsmaatregelen genomen worden (oh, wat is Nederlands toch mooi). Als die effectief blijken, kan dat zomaar leiden tot een soort laagconjunctuur, of op z’n minst een equilibrium. Dan kan iedereen min of meer leven met de situatie, tot er weer verengelser opstaat, waarna we weer van voor af aan beginnen.
Lekenpraatje
Over maatregelen gesproken, ik ving laatst een verhelderend idee op: een PhD-studente geeft voorafgaand aan haar verdediging (die uiteraard in het Engels is) een ‘lekenpraatje’ voor familie en vrienden. In het Nederlands, wél-te-verstaan! Misschien moeten we bij elke Engelse scriptie/dissertatie ook een korte (populair wetenschappelijke?) versie in het Nederlands vragen van onze, op z’n minst, Nederlandse studenten?
En wat betreft het ‘meldpoint’; ik stel voor daar niet alleen ergernissen te delen. Want soms is fout Engels ook gewoon grappig. Zo zat ik in college waar op een slide gerept werd van ‘Ariadne’s threat’; als je niet terugkomt uit het labyrint, dan doe ik je wat!’ Ofzo.
Hoe dan ook, ik denk dat we er met z’n allen wel uit komen.