De RUG en de gemeente Groningen willen over twee jaar een fietsvrij Broerplein. Voor het volgende lustrum van de universiteit zou het plein zelfs een ‘groene long’ kunnen worden.
Uitgewerkte plannen zijn er nog niet, omdat het project nog in de beginfase zit. Maar de wens van de uni en de gemeente is duidelijk: een fietsvrij plein om de verkeerssituatie te verbeteren.
De vele honderden fietsen die er nu dagelijks geparkeerd staan, moeten een plek krijgen in het huidige magazijn van de Universiteitsbibliotheek (UB).
Fietsvrij plein
In de fietsenstalling kunnen dan 1200 fietsen voor studenten en 100 fietsen voor personeel staan. Aan de Poststraat moet een ruimere ingang komen, waar studenten met de fiets aan de hand naar binnen kunnen lopen.
Het Broerplein wordt daarmee fietsvrij. ‘En onze directeur zou graag op het plein een ‘groene long’ willen realiseren’, zegt UB-woordvoerder Babette Knauer.
Maar voor het zover is, moet het UB-magazijn heringericht worden. ‘Voorwaarde is een geschikte opslaglocatie voor onze boeken die uit het magazijn geplaatst moeten worden’, zegt Knauer. Volgens haar worden daar nu verschillende scenario’s voor ontwikkeld.
Innovatieve onderwijsruimtes
Afhankelijk van de opslagmethode kan er wat de UB betreft ook meer ruimte vrij komen dan alleen voor de fietsenstalling. Dan zou niet alleen in de kelder, maar ook op de begane grond en op de eerste verdieping meer ruimte ontstaan.
De UB wil die graag invullen met ‘innovatieve onderwijsmogelijkheden’, zo blijkt uit de notulen van de laatste Dienstraad. ‘Denk bijvoorbeeld aan onderwijsruimtes die in collegevrije periodes ruimte bieden voor meer studieplekken’, zegt Knauer.
Behoeften en mogelijkheden
De UB is volgens Knauer in gesprek met de faculteiten in de binnenstad om ‘behoeften en mogelijkheden te verkennen’. Ook wacht de UB nog op de visie van de afdeling Vastgoed en Investeringsprojecten (VGI, die verantwoordelijk is voor de gebouwen van de uni) voor het gehele academische kwartier.
‘De visie komt dit voorjaar beschikbaar, hier wordt hard aan gewerkt’, zegt Knauer. ‘Als UB zouden we wel een fysieke verbinding met en toegang tot het Universiteitsmuseum willen.’