Rector magnificus Cisca Wijmenga noemt het ‘jammer’ dat het promotieonderwijs door de aanstelling van beurspromovendi moet stoppen. ‘We hebben echt onze nek uitgestoken. En met succes: het experiment heeft enorm geholpen.’
De RUG, zegt Wijmenga, wilde meewerken aan de ‘oplossing van een maatschappelijk probleem’ toen de uni besloot deel te nemen aan het Experiment Beurspromovendi dat in 2016 van start ging.
Reden indertijd: Nederland had in verhouding tot andere landen weinig gepromoveerden per hoofd van de bevolking. Een stelsel van beurspromovendi – waarbij aankomende PhD’s niet als werknemer worden aangesteld, maar een beurs krijgen van 1840 euro – was goedkoper en daardoor zouden meer mensen kunnen promoveren voor hetzelfde geld.
‘We zien een toename van het aantal promoties met meer dan 20 procent ten opzichte van de situatie voorafgaand aan het experiment. Ik ben er trots op dat onze organisatie daarin is geslaagd’, zegt Wijmenga in een verklaring.
Weerstand
De RUG werkte ook al voor 2016 met beurspromovendi, maar stuitte steeds op weerstand vanuit de vakbonden en de Belastingdienst. Het experiment, dat uiteindelijk in de wet zou worden verankerd, moest die problemen ondervangen. Maar toen het van start ging, bleek alleen Groningen serieus geïnteresseerd.
Aan de RUG kwamen 850 plaatsen. Verder deed alleen de Erasmus Universiteit Rotterdam mee, maar met slechts vijftien plaatsen. In de tweede ronde, in 2020, haakte Rotterdam af, terwijl de RUG opnieuw voor 650 plaatsen opteerde.
Hetzelfde werk
Ook was er ook toenemende kritiek op het experiment. Beurspromovendi ontdekten al snel dat hun collega’s – vaak uit dezelfde groep – voor hetzelfde werk meer betaald kregen en bovendien recht hadden op vakantiegeld, pensioenopbouw en secundaire arbeidsvoorwaarden.
Protesten mondden uit in een door beurspromovendi opgesteld manifest, dat opriep tot onmiddellijke stopzetting van het stelsel. Het werd honderden malen ondertekend.
Wijmenga vindt dat de RUG er alles aan gedaan heeft om de problemen zo goed mogelijk te ondervangen. ‘Voor veel problemen heeft de universiteit zelf een oplossing gevonden, vaak in nauw overleg met de lokale Belastingdienst. We hebben continu oplossingen gezocht, zelfs wanneer dat eigenlijk niet onze taak was.’
Aanwinst
‘Onze ervaringen tot nu toe laten zien dat de gepromoveerden binnen ons Programma Promotieonderwijs een aanwinst zijn voor het promotiestelsel’, concludeert Wijmenga. ‘Daarom is het jammer als het promotieonderwijs straks stopt. Maar dat is voor mij niet de kern. Het belangrijkste is dat meer mensen kunnen promoveren.’
Voor Martha Buit, een van de initiatiefnemers van het het manifest in 2020, is de beëindiging van het experiment echter ‘een opluchting’. ‘Het is ontzettend fijn om te zien dat het manifest uiteindelijk toch serieus genomen is. Ik heb lang het idee gehad dat we niet gehoord werden.’
Buit: ‘De huidige generatie heeft er niet veel aan, maar het is geruststellend te weten dat dit voortaan andere promovendi bespaard blijft.’