Openheid

In zijn boek Het spel van de persoonlijkheid uit 1963 vertelt de psycholoog Benjamin Kouwer een anekdote over een jongeman die zich geremd voelde in zijn roeping als leraar. Hij wilde niets liever dan leraar worden en zag in dat vak ook een fraaie toekomst in het verschiet liggen, maar er was één probleempje: zodra er iemand voor hem zat, klapte hij dicht. Hij kon geen woord meer uitbrengen en dat hinderde hem natuurlijk in zijn beoogde beroepsuitoefening.
Door Gerrit Breeuwsma

Hoe hij dan zo zeker was over zijn geschiktheid als leraar, werd hem gevraagd. ‘O, dat is heel eenvoudig te bewijzen’, antwoordde hij zelfverzekerd, ‘ik hoef maar in mijn kamer een rij stoelen voor mij neer te zetten en dan geef ik uitstekend les. Ik kan dus onderwijs geven aan kinderen; als zij er maar niet bij zijn.’ Dit was volgens Kouwer echter geen overtuigend bewijs voor zijn kwaliteit als leraar. Ook al is de jongeman misschien prima in staat een monoloog af te steken voor een rij lege stoelen, een les is het niet. Daarvoor ontbreekt namelijk een essentiële voorwaarde: ‘De blik van de toehoorders, het gezicht van de toehoorders; en zodra je dat fundamentele element wegneemt, geef je geen les meer.’

Ik moest aan deze anekdote denken toen ik in de UK las dat voorzitter Erik Meijles van de faculteitsraad Ruimtelijke Wetenschappen graag achter gesloten deuren over Yantai zou willen vergaderen. Dit, zo zegt hij, ‘om de discussie goed inhoudelijk te kunnen voeren’. Hij voegt daar nog aan toe: ‘Mijn ervaring is dat als er mensen op de publieke tribune zitten, er soms toch leden zijn die het gevoel hebben niet alles te kunnen zeggen.’

Nu is het reglementair toegestaan om raadsvergaderingen achter gesloten deuren te houden, maar daar moeten dan wel zwaarwegende redenen voor zijn, bijvoorbeeld als de privacy van personen in het geding is. In beginsel zijn de vergaderingen echter openbaar en het lijkt me dat een faculteitsraad en haar voorzitter daar ook zo lang mogelijk aan vast zouden moeten houden. Bovendien gaat de discussie rond Yantai niet in de laatste plaats over de vraag of er wel in alle openheid over besloten kan worden. Als er hier dan al sprake is van zwaarwegende redenen, dan vragen die juist om openheid.

Meijles merkt ter verdediging van zijn standpunt echter op ‘dat mensen vrijer spreken als er geen publiek aanwezig is, en bij sommige onderwerpen is dat belangrijk.’ Dat klinkt sympathiek, maar op de vraag of leden van de faculteitsraad zelf hebben verzocht om de vertrouwelijkheid, gaat de voorzitter niet in, zodat het onduidelijk is wie hij in bescherming neemt: de raadsleden of zichzelf.

Hoe het ook zij, een raadslid dat slechts buiten het gezichtsveld van het publiek, nota bene de mensen die hij vertegenwoordigt, zijn beslissingen durft te nemen, is net zo slecht op zijn taak voorbereid als de leerkracht die alleen maar les kan geven voor lege stoelen. Wie niet in alle openheid durft mee te praten en te beslissen over belangrijke kwesties, kan maar beter niet in de faculteitsraad gaan zitten. Zodra je, om Kouwer te parafraseren, dat fundamentele element wegneemt, ben je geen vertegenwoordiger meer.

Ach ja, openheid. Het is een mooi iets, maar voor bestuurders is het verworden tot transparantie en daar gaan je glazen spontaan van beslaan. Het is wat dat betreft ook zorgelijk dat er in de UK, zo gauw als er over gevoelige kwesties wordt gesproken, regelmatig anonieme bronnen opgevoerd moeten worden. Kennelijk vinden veel mensen het niet verstandig om met naam en toenaam al te openhartig te zijn.

Chinese toestanden zou je denken, maar wellicht kunnen we nog wat leren van China. Zo lieten de kinderen me onlangs, met een mengeling van afschuw en sensatie, een filmpje zien dat op Youtube circulteert: live donkey fed to tigers in China zoo. Nu is algemeen bekend dat tijgers liefhebbers zijn van een goed stuk vlees, maar Youtube waarschuwt de nieuwsgierige kijker toch maar even dat het hier gruwelijke beelden betreft.

Misschien zouden wij dat ook vaker moeten doen: de ezels voeren aan de tijgers. Maar mogelijk dat dat allang gebeurt. Achter gesloten deuren.

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties