Universitaire verkiezingen
Wat doet mijn faculteitsraad?
Kort gezegd zijn de faculteitsraden de oren en ogen van de faculteit. Elke raad bestaat uit studenten en medewerkers van de betreffende faculteit. Volgende week bepaal jij als student of medewerker wie jou in die raad vertegenwoordigt.
De faculteitsraad komt een aantal keer per jaar samen. Ook schuift er regelmatig iemand van het faculteitsbestuur aan. Het bestuur legt nieuwe plannen voor aan de raad voor advies en de raad houdt het bestuur op de hoogte van wat er op de faculteit speelt.
Waar heeft mijn raad het dan concreet over? UKrant gaat de komende dagen bij alle faculteiten langs en zet de hete hangijzers van afgelopen jaar op voor je een rij. We vullen deze pagina dus dagelijks aan met de faculteiten waar we zijn geweest.
En de universiteitsraad dan? Geen stress, we maakten ook een video over wat de u-raad precies doet.
Godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen
‘Door ons ging er geld naar mentale gezondheid’
Als vicedecaan van de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen (GGW) schuift Sipco Vellenga ook aan bij de faculteitsraad. Volgens hem waren dit jaar vooral de begroting en het onderwijs- en examenreglement (de OER) belangrijke onderwerpen. ‘Dat zijn onderwerpen die altijd terugkomen’, zegt Vellenga. Dit jaar was er in de begroting extra geld te verdelen. ‘Vooral over dat laatste hebben we veel vergaderd.’
Marieke Landman, student-lid in de faculteitsraad, beaamt dat. ‘Door het afschaffen van de basisbeurs kwam er een potje vrij dat verdeeld moest worden onder de faculteiten van de RUG. Er moest een beslissing worden gemaakt over waar dat geld naartoe zou gaan.’
Mentale gezondheid
Daarbij bleek hoe belangrijk de rol van student-leden is. Uit navraag bij studenten bleek namelijk dat mentale gezondheid een groot probleem vormde. Het onderwerp kwam ook ter sprake op de SAM, de samenkomst van alle medezeggenschapsorganen dat vier keer per jaar plaatsvindt.
‘Op de SAM wordt gespard over onderwerpen die wij aandragen’, zegt Meijer. ‘Dit jaar was dat mentale gezondheid.’ Door haar aandeel zag het faculteitsbestuur in dat het voorstel dat het bestuur deed niet voldeed aan wat voor studenten nodig was.
Oplossingen
‘In de raad bleek dat het geld beter besteed kon worden aan mentale gezondheid’, zegt Vellenga. ‘Uiteindelijk is hier daadwerkelijk ook geld naartoe gegaan: het mentoraat is uitgebreid. Normaal bestond dit alleen in het eerste jaar en nu is het uitgebreid naar het tweede en derde jaar.’
Is het probleem daarmee opgelost? Volgens Landman niet. ‘Het is een begin. We hebben geprobeerd dit probleem onder studenten kenbaar te maken. Hierdoor hebben we veel input en uiteindelijk ook geld gekregen. Maar het is een meerjarenproject. Volgend jaar willen we een officieel onderzoek instellen. Met dank aan het toegekende geld kan dat nu.’
Inbreng
Hoewel het probleem nog niet opgelost is, merkte Landman in haar eerste jaar als student-lid van de faculteitsraad dat haar inbreng er echt toe doet. ‘We zijn een kleine faculteit’, vertelt ze. ‘Dat betekent dat je heel snel betrokken bent bij wat er gebeurt. De lijntjes zijn kort, dus daarom heb je het idee dat je iets kan veranderen.
Terug
Letteren
‘We wilden meer transparantie’
Het afgelopen jaar waren er verschillende hete hangijzers binnen de Faculteit Letteren, zegt Maarten Schunselaar. Hij is bestuurssecretaris van de faculteit en is secretaris van de faculteitsraad. Voor hem springen de discussies over het taakverdelingsmodel, de studievoorschotmiddelen en het herkansen van voldoendes eruit.
Hidde Luchtenbeld, student-lid van de faculteitsraad, vond een ander discussiepunt een heet hangijzer binnen de raad. ‘Er is veel gesproken over transparantie van de raad. Voor een vergadering krijgen wij documenten. Die mochten niet verspreid worden buiten de raad. Beide studentenfracties hebben ervoor gepleit om deze regels te versoepelen.’
Vervolgens is er een nieuw protocol opgesteld waarin staat beschreven welke documenten wel en niet mogen worden verspreid. ‘De faculteitsraad was hier positief over’, zegt Schunselaar.
De faculteitsraad van Letteren vergadert vijf tot zes keer per jaar. ‘Maar vaak is er ook nog een commissievergadering, ongeveer een week voor de overlegvergadering’, legt Luchtenbeld uit. ‘Dan komt de raad bij elkaar om informele vragen te stellen. Maar in de praktijk worden er ook al vaak politieke vragen gesteld.’
Transparantie
Ondanks de vele vergaderingen, lukt het niet altijd om hete hangijzers ook daadwerkelijk op te lossen. Luchtenbelds noemt zijn roep om meer transparantie als voorbeeld. ‘Het bestuur was van mening dat het voortijdig openbaar maken van documenten zou leiden tot onrust en verwarring. Dat de facultaire gemeenschap dit zou lezen en niet duidelijk zou weten of dit al beleid was.’
Het nieuwe taakverdelingsmodel en de discussie over het herkansen van voldoendes kregen meer bijstand. ‘Het nieuwe taakverdelingsmodel is opgebouwd uit input van allerlei verschillende lagen’, vertelt Schunselaar. ‘De faculteitsraad is daar één van.’
In de herkansingsdiscussie lette de raad er vooral op dat met alle aspecten rekening werd gehouden. ‘Het plan is vanuit verschillende perspectieven benaderd’, licht Schunselaar toe. ‘Het voorstel had namelijk niet alleen gevolgen voor de student, maar ook voor docenten en administratieve medewerkers.’
De discussie over de besteding van geld uit de studievoorschotmiddelen zijn een goed voorbeeld van de inbreng die studenten via de faculteitsraad kunnen geven, zegt Schunselaar. ‘Daarbij hebben beide studentenfracties enquête onder studenten uitgezet. De prioriteiten die hieruit naar voren kwamen, zijn in het facultaire plan opgenomen.’
Arbitrair
Student Luchtenbeld begon aan de faculteitsraad omdat hij graag wilde weten hoe de democratie binnen de universiteit in zijn werk ging. ‘Het zijn vrij weinig mensen, ver van de gewone studentenwereld. De regels zijn specifiek en arbitrair. Ik wilde dat uitpluizen.’
Na een jaar in de faculteitsraad is hij pessimistisch over de democratische werking van de raad. ‘Als je het beter wil laten werken, moet je de faculteitsraad meer bevoegdheden geven. Dan kunnen we ook meer druk zetten. Nu hebben we alleen instemmingsrecht op het facultaire reglement en het examenreglement.
TerugScience and engineering
‘Er komt nu een organisatie die postdocs begeleidt’
Dick Veldhuis is portefeuillehouder middelen van het faculteitsbestuur van de Faculty of Science and Engineering (FSE). Vanuit het bestuur zijn onderwerpen als een follow-up op het medewerkersonderzoek, de begeleiding van postdocs en het ruimtegebrek op de faculteit ter sprake gekomen in de raad.
Student-lid Thomas van de Wijdeven van de faculteitsraad noemt een ander belangrijk punt dat besproken werd in de raad. ‘Het faculteitsbestuur heeft de plannen voor de studievoorschotmiddelen gepresenteerd. Daar waren we het mee eens, op één punt na.’ Het bestuur wilde een Studenten Service Centrum (SSC) op Zernike hebben. ‘Daarnaast wilde het bestuur apart geld besteden aan onder andere soft skills. Wij vonden dat dit de rol zou moeten zijn van de SSC en niet van de faculteit’, legt Thomas uit.
Plannen om naast het SSC ook geld te besteden aan soft skills werden door de faculteitsraad afgeraden. ‘We hebben als advies meegegeven om dit in het universiteitsbrede potje van studievoorschotmiddelen te stoppen.’ Hoewel het faculteitsbestuur dit op advies van de raad wel probeerde, bleken andere faculteiten het er niet mee eens. ‘Conclusie is dat er geen SSC op Zernike komt.’
Vertegenwoordigen
In zijn rol als student-lid van de raad, heeft Thomas de studenten goed kunnen vertegenwoordigen: ‘Dit jaar hebben we ook gekeken naar stress onder studenten. Er is vooral veel onderzoek naar gedaan en de u-raad heeft uiteindelijk psychologen aangesteld. Dat zijn dan mooie dingen die je kunt doen,’ zegt hij.
Maar ook de medewerkers worden binnen de raad goed vertegenwoordigd. Naast het medewerkersonderzoek is het faculteitsbestuur bezig geweest met het opzetten van een community voor postdocs. ‘De postdocs zijn toch altijd een groep mensen geweest die heel veel werk deden, maar een beetje verloren waren in wat ze daarna gingen doen met hun carrière’, zegt Veldhuis.
Bedrijfsleven
Als postdoc doe je, net gepromoveerd, onderzoek aan in dit geval FSE. Je zet je research voort. Daarna kijk je verder: wil je de wetenschap in, of toch het bedrijfsleven? ‘We hebben ervoor gezorgd dat we een organisatie optuigen die postdocs begeleidt en ook voorbereidt op de volgende stap om hun postdoc-periode op de faculteit te beëindigen.’ Een stap die binnen de faculteitsraad positief werd ontvangen.
Binnen FSE is het advies dat de raad aan het bestuur geeft van groot belang, meent Thomas. Het is een van de redenen waarom hij besloot lid te worden van de raad. ‘Ik heb een bestuursjaar bij mijn studievereniging TBV Lugus gedaan. Daar vond ik het overleggen met verschillende partijen ontzettend leuk en ik wilde vaker advies gaan geven over beleidsplannen.’
TerugRuimtelijke wetenschappen
‘We kunnen het geld zeker gebruiken’
Oscar Couwenberg is, naast hoogleraar Governance and Geography, decaan van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW). In die hoedanigheid schuift hij ook aan bij de faculteitsraad. ‘Het afgelopen jaar zijn we vooral bezig geweest met het maken van kwaliteitsafspraken en de besteding van de studievoorschotmiddelen,’ zegt Couwenberg. De studievoorschotmiddelen bestaat uit een flinke zak geld, die vrijkwam nadat de basisbeurs werd ingeruild voor het leenstelsel. Universiteiten kunnen dat geld zelf inzetten waar nodig.
‘Het is een investering in het onderwijs’, vervolgt Couwenberg. ‘We krijgen dat geld van de minister. In ruil daarvoor moeten we kwaliteit leveren. Het onderwijs is hier al verdomde goed,’ lacht hij, ‘maar we kunnen het zeker gebruiken, bijvoorbeeld om de werkdruk van docenten te verlagen. Ik denk dat we het proces, door goed te overleggen met de faculteitsraad, in goede banen hebben weten te leiden.’
Kwaliteit
Jeppe de Vries, student-lid van de faculteitsraad, noemt de kwaliteitsafspraken als een hoog punt op de agenda van het afgelopen jaar. ‘We hebben drie vergaderingen specifiek over de kwaliteitsafspraken gehouden. We hebben studenten gevraagd wat ze zouden veranderen aan de faculteit als we ze een zak geld zouden geven.’
Ook de verbetering van digitaal onderwijs kwam naar voren. Bepaalde digitale vaardigheden, zoals Photoshop, kunnen studenten namelijk goed gebruiken voor vakken met design ateliers.
Vorig jaar heeft Pro Geo, de studentenpartij van FRW, workshops georganiseerd. Dit jaar worden de workshops georganiseerd door Career Services.
Digitale vaardigheden
‘Vanuit de faculteit moet daar geld heen voor die workshops. Voor de invulling hiervan hebben we een enquête naar alumni gestuurd. We vroegen hen in welke sector zij nu werken en welke software ze daarvoor gebruiken. De uitkomsten hiervan hebben we nog niet, maar het kan wel helpen met de toekomstige invulling van digitale vaardigheden.’
Hoewel Jeppe in eerste instantie twijfelde of hij lid wilde worden van de faculteitsraad, vindt hij het toch een bijzondere ervaring. Bijvoorbeeld het meehelpen aan een groot proces als de invulling van kwaliteitsafspraken. ‘Je loopt dan een tijdje rond op de studie, en dan raak je toch benieuwd hoe het daar in elkaar steekt. Door zo’n jaar faculteitsraad te doen, maak je dat echt mee. Heel waardevol om te zien.’
TerugGedrags- en Maatschappij-wetenschappen
‘Als faculteitsbestuur zagen we hier een probleem’
Als decaan van de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW) neemt Kees Aarts ook deel aan de vergaderingen van de faculteitsraad. Wat hem over het afgelopen jaar direct te binnen schiet, zijn de discussies omtrent het personeelsbeleid en de Tenure Track. ‘Een genereus systeem, maar wij als faculteitsbestuur zagen hier problemen in.’
Anniek Kievitsbosch zit als student-lid in de faculteitsraad. Ook zij herinnert zich de discussie omtrent het personeelsbeleid. Maar ze noemt ook een ander punt: de opnames van videocolleges.
Docenten en studenten
De Tenure Track is een systeem waarbij nieuwe en bestaande personeelsleden, die goed functioneren, uitzicht hebben op snelle promotie. Het bestuur vond dat dit niet voor iedereen opengesteld moest worden. ‘Je wil niet dat er een beeld ontstaat dat je in Groningen makkelijk carrière kan maken’, zegt Aarts.
Kievitsbosch herinnert zich deze discussie, maar zegt er niet veel aan te hebben bijgedragen. ‘Je zit in die raad met docenten en studenten. Er zijn onderwerpen die dichterbij studenten, en dichterbij docenten liggen. Je moet niet gaan doen alsof je ergens veel verstand van hebt als dat niet zo is.’
Goede verhoudingen
Het faculteitsbestuur wees het idee van de Tenure Track af, waardoor het in de kast belandde. Toch is Aarts optimistisch. ‘Het komt er zeker wel weer uit. We hebben goede verhoudingen in de faculteitsraad.’
De discussie rond de opnames van de videocolleges, die voor Kievitsbosch een heet hangijzer was, kregen in tegenstelling tot de Tenure Track een concreter vervolg. ‘De invulling hangt samen met de kwaliteitsafspraken. Een deel van het dat voor de kwaliteitsafspraken beschikbaar is, zal gebruikt worden voor extra opnames. Indien dat goedgekeurd wordt.’
Tevreden
Kievitsbosch is tevreden met de voortgang van de opnames. ‘Dit is serieus opgepakt. We zijn nog in gesprek met het faculteitsbestuur. Deze is een onderzoek gestart naar welke colleges nu wel en niet worden opgenomen en hoe ervoor gezorgd kan worden dat er meer opnames beschikbaar worden.’
Het is voor Kievitsbosch haar eerste jaar in de faculteitsraad. Hiervoor heeft ze nog een bestuursjaar gedaan bij VIP, als voorzitter. Ze wilde meer met haar kennis doen. ‘Ik vond het interessant wat er allemaal binnen de faculteit speelde. Er gebeurt ook iets met wat je zegt. Je zit er niet voor spek en bonen.’
TerugRechtsgeleerdheid
‘Doen we nou mooie dingen? Dat denk ik absoluut’
Michiel Duchateau is voorzitter van de faculteitsraad Rechtsgeleerdheid. Hij stelt dat er afgelopen jaar veel aandacht is gegaan naar de kwaliteitsafspraken en de studievoorschotmiddelen. ‘Doen we nou mooie dingen met de middelen die beschikbaar zijn gesteld? Dat denk ik absoluut.’
Bas Peper zit als student-lid in de faculteitsraad. Ook hij herinnert zich de kwaliteitsafspraken. Maar dat was voor hem niet het enige. ‘Wij hadden liever gezien dat er meer online hoorcolleges zouden verschijnen.’
Meer geld
De kwaliteitsafspraken houden in dat het ministerie meer geld beschikbaar maakt voor een kwaliteitsimpuls. ‘We hebben heel concreet met het bestuur en de studenten besproken waar het geld naartoe zou gaan’, vertelt Duchateau. ‘Er is zelfs een commissie langs geweest om te checken of we alles op orde hadden.’
Voor Duchateau vormde personeelsbeleid het grootste punt. ‘Het faculteitsbestuur zou met een notitie komen. We zijn erover in gesprek. Het gaat de goede kant op, alleen staat dit actiepunt al drie jaar op onze agenda.’
Actieve rol
Duchateau is van mening dat dit onderwerp van belang was voor de studentgeleding, omdat ze hier zelf aan de knoppen kunnen draaien. Peper bevestigt dat. ‘We hebben hier een actieve rol in gespeeld. Zo hebben we ook met meerdere medezeggenschapsorganen overlegd, buiten de faculteitsraden om.’
Maar Peper is ook kritisch. ‘Bij ons ligt de student/staf-ratio heel laag. In het derde bachelorjaar zijn er bijna geen werkgroepen meer. Wij hebben ons ingezet voor meer personeel. Afgelopen faculteitsraad kregen we alleen te horen dat het aantal verwachte inschrijvingen dusdanig omhoog is gegaan, dat die ratio niet echt verbetert. Dan heeft het helemaal geen zin gehad.’
Hoorcolleges
Voor wat betreft de online hoorcolleges is het doel nog niet bereikt. ‘Er is dit jaar een commissie ingesteld die een beleid gaat schrijven over online hoorcolleges’, vertelt Peper. ‘Dat hebben we wel bereikt. Maar het is nog niet zeker wat de uitkomst daarvan is, omdat het nu speelt. Wij hadden het online zetten liever nu al als verplichting gezien.’
Peper vindt het jammer dat hij maar een jaar in de raad kan zitten. ‘Sommige mensen zitten al tien jaar in de raad. Het probleem van online hoorcolleges speelt al heel lang. Docenten voeren die discussie al een hele tijd. En omdat je maar één jaar in de raad zit, wordt die discussie dus ieder jaar weer vanaf punt één gevoerd.’
Terug
Wijsbegeerte
‘Tentamens vrijwel nooit binnen tien dagen nagekeken’
Marit de Jong zit als student-lid in de faculteitsraad Wijsbegeerte. Hete hangijzers waren de kwaliteitsafspraken en de macht van de faculteitsraad. ‘Wij hadden tot onze verrassing geen duidelijk document waarin stond wat wij mogen en niet mogen.’
Lodi Nauta, die als decaan van de faculteit deelneemt aan de faculteitsraad, stelt dat er dit jaar geen hete hangijzers waren. ‘Die hebben we nooit. Maar de meest dringende en belangrijkste waren de afspraken over de kwaliteitsindicatoren.’
Mankracht
De keuze voor onderwerpen waarin door faculteiten geïnvesteerd kon worden, was vooraf door een stuurgroep op centraal niveau bepaald. Bij Wijsbegeerte is het geld vooral besteed aan mankracht. ‘Wij hebben dit behandeld door deze medezeggenschap hier uitvoerig bij te betrekken’, stelt Nauta.
De Jong bevestigt dit. Maar volgens haar waren al die vergaderingen niet nodig. ‘Iedereen was het er toch over eens waar het geld naartoe moest: mankracht. Vanuit de studentengeleding hebben wij aan studenten gevraagd wat zij ervan vonden. Daar hoor je hetzelfde. Studenten merken ook wel dat tentamens vrijwel nooit binnen tien werkdagen nagekeken zijn.’
Rompslomp
Speerpunt voor De Jong in het afgelopen jaar was de macht van de faculteitsraad. ‘Wij hebben dit jaar één grote bureaucratische rompslomp gehad. We hebben het bestuur om dit document gevraagd, maar dat had het niet. Uiteindelijk moesten we drie documenten samenvoegen. Toen kwamen we er pas achter wanneer we daadwerkelijk stemrecht hadden. Dat wisten wij niet.’
Het document vormde voor het bestuur geen probleem. ‘Maar het bestuur was wel verrast’, zegt De Jong. ‘Blijkbaar had niemand het hierover gehad. Het was voor ons ook wel een vreemde ontdekking. Hoe wisten vorige faculteitsraden dan hoe de inspraak geregeld was?’
Zowel Nauta als De Jong stelt dat de lage opkomstpercentages te maken hebben met belangstelling. ‘Ik denk niet dat studenten weten welke beslissingen er gemaakt worden, en hoe die hen beïnvloedt. We moeten het tastbaarder maken. De faculteitsraad is nu voor veel studenten een ver-van-mijn-bed-show.’
Terug
Economie en Bedrijfskunde
‘Diversiteit staat nu op de agenda’
Robbert Maseland is voorzitter van de faculteitsraad van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB). Volgens hem is de werkdruk het afgelopen jaar het belangrijkste agendapunt geweest.
Amber Vos, student-lid en vicevoorzitter van de faculteitsraad, noemt de kwaliteitsafspraken als belangrijk agendapunt van het afgelopen jaar. Met de afschaffing van de basisbeurs en het instellen van het leenstelsel komt geld vrij dat de universiteiten zelf kunnen besteden.
‘Er zijn maar weinig grote gebreken bij FEB. Dan is het toch even zoeken waar dat geld nou heen moet, want er ging weinig structureel fout.’
Kleinschalig onderwijs
Ondanks de ‘weinig grote gebreken’, noemt ook Vos verbeterpunten. ‘Er zijn dit jaar veel avondcolleges geweest, en tentamens op zaterdag. We willen dat verbeteren.’ Ook moet er meer kleinschaliger onderwijs komen. Er moeten dus meer uren worden toegezegd aan docenten en daar zijn weer kleinere lesruimtes voor nodig.
De voorstellen haken in op de signalen die Maseland ontvangt over werkdruk. ‘Er zijn verschillende signalen dat de werkdruk een groot probleem is, zowel op de universiteit in het algemeen als op onze faculteit. We hebben dat duidelijk op de agenda van het bestuur weten te zetten.’
Zo is er een werkgroep ingesteld die een rapport geschreven heeft over de oorzaken en mogelijke maatregelen om de werkdruk te verminderen. ‘Dat is een van de belangrijkste dingen die we als faculteitsraad gedaan hebben.’
Diversiteit
Een ander punt dat de faculteitsraad succesvol op de agenda van het bestuur heeft weten te zetten: de verbetering van het inclusiviteits- en diversiteitsbeleid. ‘Er was vooral een verschil van mening in de urgentie’, vertelt Maseland. ‘Er is wel iets een inclusiviteitsbeleid, maar dat is niet voldoende ontwikkeld.’
De faculteitsraad vergadert om de twee maanden met het faculteitsbestuur. ‘Je vergadert dus eigenlijk maar vijf keer per jaar’, zegt Vos. ‘En als student moet je er na een tentamenperiode wel weer even in komen.’
Snel gaat het dus niet, maar het zit ‘m in de kleine dingen: ‘We hebben gevraagd om meer magnetrons op de faculteit, en die hebben we gekregen. Nu hebben we er vier in plaats van twee.’
TerugMedische wetenschappen
‘Sommige colleges zou je best kunnen opnemen’
Op de Faculteit Medische Wetenschappen zit het bestuur iets anders in elkaar dan op andere faculteiten, omdat deze faculteit onderdeel uitmaakt van het UMCG. Er is daarom geen faculteitsraad, maar een Onderwijs en Onderzoek (O&O)-raad.
Van elke studie (bewegingswetenschappen, geneeskunde en tandheelkunde) zitten een aantal studenten in de raad, plus een researchmaster, in totaal zeven studenten. Daarnaast hebben stafmedewerkers zitting in de O&O Raad.
Marian Joëls is, naast hoogleraar Neurobiologie van Omgevingsfactoren, decaan van de Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG en lid van de Raad van Bestuur van het UMCG. De faculteit heeft geen faculteitsbestuur, maar een Raad van Bestuur. Joëls vormt de bestuurlijke schakel tussen het UMCG en de universiteit.
Leer-werktraject
De decaan heeft afgelopen jaar – samen met de prodecaan Onderwijs & Opleiding – het juniordocentprogramma voorgesteld aan de O&O-raad. Dit is een programma voor jonge, al dan niet gepromoveerde medewerkers, die graag het onderwijs in willen.
‘Het idee is om een gecombineerd leer-werktraject aan te bieden,’ legt ze uit, ‘zodat deze medewerkers deels onderwijs geven, maar daar goed in begeleid worden en tegelijkertijd hun onderwijskwalificatie halen.’ Dit programma zou deels betaald worden vanuit de studievoorschotmiddelen.
De Raad van Bestuur was enthousiast. De O&O-raad iets minder. Lennard Pierey, derdejaars Geneeskunde en lid van de O&O-raad, legt uit waarom: ‘Voor bewegingswetenschappen en tandheelkunde is het top. Maar voor geneeskunde… Alleen al in de bachelor hebben we zo’n 800 docenten. Dan hebben we die juniordocenten niet echt nodig.’ ‘We moeten één docent voor een bepaald vakgebied hebben, in plaats van dat we tien chirurgen even langs laten komen.’
Solliciteren
Lennard neemt voor het tweede jaar op rij deel aan de O&O-raad. De raad wordt in tegenstelling tot de andere faculteitsraden niet gekozen: je moet solliciteren. Lastig vindt Lennard dat niet: ‘Dit is altijd hoe het gegaan is met het UMCG. Ik denk ook wel dat wij een hele goede samenwerking hebben met de decaan en prodecanen.’
Uiteindelijk is besloten dat voor geneeskunde de studievoorschotmiddelen een andere bestemming krijgen. ‘De juniordocenten komen er voor geneeskunde wel, maar die worden betaald uit beleidsgeld,’ legt Joëls uit. ‘De studievoorschotmiddelen gebruiken we nu voor de rolmodellen, een goed compromis.’
Opnemen
Een ander punt is het opnemen van colleges. Lennard: ‘We hebben een tijdje terug een brief naar de Raad van het Bestuur van het UMCG gestuurd. In het UMCG mogen geen colleges opgenomen worden in verband met de privacy van patiënten. Maar bij colleges wordt lang niet altijd patiëntgerelateerde informatie besproken, en al helemaal bij bewegingswetenschappen niet.’
Die colleges zou je dus best kunnen opnemen, denkt Lennard, maar volgens de regels mag dat nu niet. De O&O-raad wil ze daarom aanpassen, zodat docenten die colleges willen opnemen, dat ook mogen doen.
TerugUniversity College Groningen
De faculteitsraad van University College is de kleinste van allen, en bestaat uit slechts vier mensen, twee studenten en twee medewerkers.
UCG zelf is namelijk ook niet zo groot. Het is sowieso een ander soort faculteit dan de anderen. Eigenlijk bestaat het uit één opleiding, waarbinnen studenten uit veel verschillende disciplines kunnen kiezen.
We hebben de faculteitraadsleden en het bestuur gevraagd om meer informatie over hun werk, maar kregen geen reactie.
Terug