In de hoofden en harten van jonge soldaten

Uit verhalen van soldaten blijkt steeds weer dat overtuigingen en vaderlandsliefde zelden een rol spelen aan het front, maar dat kameraadschap tussen de soldaten de belangrijkste factor is. Soldaten vechten voor elkaar, stelt columnist Gerrit Breeuwsma.

In sommige commentaren op de oorlog in Oekraïne is met verbazing gewezen op de jeugdigheid van de Russische soldaten, die bovendien vaak geen idee hebben waarvoor ze vechten.

In een interview in de NRC lijkt dichter en schrijver Judith Herzberg zelfs te suggereren dat de hele oorlog één groot misverstand is, die met de juiste informatie wellicht kan worden beëindigd.

Ze heeft dan ook een idee: ‘We moeten briefjes drukken. Honderdduizenden briefjes, met “wij zijn vrienden” erop, in het Oekraïens en in het Russisch. Die strooien we dan uit boven die militaire Russische kolonnes. Veel van die Russische jongens weten niet waarvoor ze ingezet zijn. Zo bereiken we hun hart misschien.’  

Een sympathiek maar toch ook naïef voorstel. De meeste oorlogen worden nu eenmaal uitgevochten met jonge – onwetende – jongens. Zo was er bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog aanvankelijk sprake van veel enthousiasme. Et jeht los! gonsde het in Berlijn als reactie op de oorlogsverklaring en overal dromden mensen samen.

Een krant probeerde het gevoel in woorden te vangen: ‘Niemand kent elkaar, maar iedereen is gegrepen door dezelfde emotie: oorlog, oorlog, en een gevoel van saamhorigheid. En dan wordt de avond ingeluid met plechtige en feestelijke klanken’.

Al snel meldden jonge mannen zich massaal aan om voor de goede zaak te vechten. De meesten waren, eenmaal aan het front, snel genezen van hun enthousiasme. Maar de oorlog hield er niet door op.

Ook het aanwakkeren van een gevoel van vriendschap tussen de strijdende partijen is niet voldoende om de strijd te staken. Een beroemd voorbeeld, weer uit de Eerste Wereldoorlog, is de ‘kerstvrede van 1914’.

De soldaten namen als vrienden afscheid van elkaar, waarna de dodelijke beschietingen weer begonnen

Toen werden er vanuit de dicht bij elkaar liggende loopgraven, door Duitsers en Britten kerstliederen gezongen. In een aantal gevallen kwam het zelfs tot ontmoetingen en er werd gezongen, gedanst, gevoetbald en kerstmaaltijden gehouden.

De legerleiding keurde het officieel af als ‘heulen met de vijand’, maar het werd oogluikend toegestaan, deels ook om de gewonden van het slagveld te halen of om een kijkje te nemen in de loopgraven van de tegenstander. De soldaten namen na een paar dagen als vrienden afscheid van elkaar, waarna de dodelijke beschietingen weer begonnen.

Uit de verhalen van soldaten blijkt steeds weer dat overtuigingen en vaderlandsliefde zelden een rol spelen in de overwegingen aan het front, maar dat kameraadschap tussen de soldaten de belangrijkste factor is. Soldaten vechten voor elkaar.

Maar wat er in het heetst van de strijd precies hun hoofden omgaat, laat zich niet gemakkelijk vaststellen. In een fraaie studie van historicus Sönne Neitzel en sociaalpsycholoog Harald Welzer wordt wel diep doorgedrongen in de hoofden en harten van soldaten.

Zij kregen de beschikking over in het geheim afgeluisterde gesprekken tussen krijgsgevangen Duitse soldaten. Die spreken openlijk over hun handelen, met een vanzelfsprekendheid alsof ze over hun recente vakanties vertellen, maar dan gelardeerd met dood en geweld.

Oekraïne werd daarbij ook aangedaan en een soldaat meldt daar het volgende over: ‘Ik was een keer in Charkov en daar was op de binnenstad na alles verwoest. Een prachtige stad, waar ik prachtige herinneringen aan heb […] bij de samenloop van de Don en de Donetz, heb ik veel gevlogen […] Mooie omgeving. Ook met de vrachtwagen ben ik overal geweest. Overal dwangarbeidsters.’

Na deze toeristische reisbeschrijving gaat het verhaal verder op de dwangarbeidsters: ‘Bloedmooie meisjes. We reden erlangs en trokken ze gewoon de auto in, legden ze plat en gooiden ze er daarna weer uit. Wat hebben die gevloekt, zeg!’

Nee, die zijn vast niet ‘als vrienden’ uit elkaar gegaan.

GERRIT BREEUWSMA

De spelregels voor reageren: blijf on topic, geen herhalingen, geen URLs, geen haatspraak en beledigingen. / The rules for commenting: stay on topic, don't repeat yourself, no URLs, no hate speech or insults.

guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties