Columnist Gerrit Breeuwsma is vanwege alle recente spierballentaal uit Beijing extra opgelucht dat de plannen van de RUG voor een branch campus in Yantai niet zijn doorgegaan.
‘Zelfs als ze duizenden kilometers van huis zijn, kunnen ze nog steeds niet vrijuit praten over politiek, seksualiteit of covid. De lange arm van de regering reikt ver en het onuitgesproken dreigement weerklinkt constant: gedraag je, of anders…’, zo mochten we onlangs lezen in een verontrustend artikel in UKrant (van 2 november) over de wijze waarop vanuit Beijing controle wordt uitgeoefend op Chinese studenten in het buitenland.
In het stuk wordt verder beschreven hoe behoedzaam studenten moeten zijn in hun uitlatingen, berichtgeving op sociale media en omgang met andere studenten. Zelfcensuur is dan ook aan de orde van de dag. Wanneer studenten toch ‘in de fout gaan’ door zich kritisch uit te laten over de Chinese politiek, lopen ze het risico daar bij terugkeer op aan te worden gesproken of zadelen ze familie op met bedreigingen.
Er zit dus niet veel anders op dan dat ze op hun woorden passen, vooral ook omdat er overal ‘Pinkies’ kunnen zijn: jonge aanhangers van de Communistische Partij, die niet te beroerd zijn om je doen en laten aan de autoriteiten te rapporteren.
Aan het eind van het artikel laat de redactie ons dan ook weten: ‘De namen van de studenten in dit artikel zijn gefingeerd’.
Zijn krijgszuchtige taal op het 20ste Partijcongres, waar Xi’s macht ideologisch werd verankerd, stelt niet bepaald gerust
Een dag later stond er een opiniestuk van sinoloog Henk Schulte Nordholt in de NRC, waarin hij constateerde dat het gevaarlijk is China als handelspartner te blijven zien. Vooral nu Xi Jinping de macht nog meer naar zich toe heeft getrokken, begint zijn leiderschap dictatoriale trekken te krijgen die ‘in dictie en mimiek de Grote Roerganger [Mao Zedong, GB] imiteert’.
Schulte Nordholt herinnert er nog maar even aan dat het regime van Mao voor meer slachtoffers zorgde dan dat van Hitler of Stalin.
Dat betekent niet meteen dat Xi Jinping daarmee zijn voorganger zal evenaren, maar zijn krijgszuchtige taal op het 20ste Partijcongres, waar Xi’s macht ideologisch werd verankerd, stelt niet bepaald gerust. Schulte Nordholt pleit dan ook voor een politieke houding in Europa ‘die de veiligheid van onze infrastructuur en onafhankelijkheid van Chinese technologie en essentiële materialen centraal stelt’.
Ik heb geen idee of ons college van bestuur UKrant en de NRC leest, maar zo ja, dan kan het bijna niet anders of ze hebben zich eventjes in de handen gewreven.
Door het vorige bestuur van de RUG, onder de bezielende dan wel misleidende aanvoering van Sibrand Poppema, is jarenlang ingezet op een RUG-filiaal in het Chinese Yantai. We hadden de buitenlandse studenten in de toekomst hard nodig, zo was de argumentatie; een voorspelling die is ingehaald door de tijd, want inmiddels klagen universiteiten al jaren over het teveel aan internationale studenten.
De academische vrijheid zou daarbij gewaarborgd worden, verzekerde voorzitter Xibrand
Bovendien kon de RUG – medewerkers en studenten – zelf naar China. De academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting zouden daarbij gewaarborgd worden, verzekerde voorzitter Xibrand, die daarmee zijn invloed op de Chinese overheid schromelijk overschatte. En zijn invloed op de besluitvorming in Groningen.
Begin 2018 werd op de valreep een streep gehaald door het Chinese avontuur, waarmee ons een grote blunder bespaard is gebleven.
‘Een misser van formaat’, meenden sommige voorstanders destijds, maar inmiddels mogen we ons gelukkig prijzen. Met wat we nu over de bedreigde Chinese studenten lezen, kan het bijna niet anders of met de uitwisseling van studenten en staf had de RUG zich heel wat problemen op de hals gehaald, waarbij het niet ondenkbaar is dat hun veiligheid in het geding zou zijn gekomen.
Wel mooi dat we dan in ieder geval een meldpunt voor bedreigde wetenschappers hadden gehad waar ze hun verhaal kwijt konden.
Kunnen onze Chinese studenten daar trouwens ook terecht?
GERRIT BREEUWSMA