Ik las in de Volkskrant een opmerkelijke oproep. Nico Keuning stelt dat het onmogelijk is voor de gemiddelde student om een scriptie van het vereiste niveau te schrijven, omdat universiteiten te weinig mogelijkheden hebben om studenten te begeleiden. Hij pleit daarom voor het afschaffen van de scriptie als eindopdracht.
Dat afschaffen doet me denken aan die keer dat een docent van ons ziek was, en er geen tijd meer was om het college te verplaatsen. Daarom werd de lesstof maar uit het tentamen geschrapt.
Zogenaamde genadezesjes, waar Keuning naar verwijst, doen me denken aan het toepassen van relatieve cesuur, waarbij men op basis van de behaalde scores bepaalt welke score voldoende is. Dat is bruikbaar als het niveau van de toets niet goed in te schatten is, maar het moet wel de leerdoelen respecteren. Er ontstaat een probleem als het dat niet doet, of als de leerdoelen niet concreet genoeg zijn.
Keunings kritiek op curricula doet me denken aan docenten die soms niet goed weten aan wat voor studenten zij college geven: eerstejaars of ouderejaars, en welke major. Ook komt het voor dat docenten niet op de hoogte zijn dat onderdelen van hun college eerder al behandeld zijn – soms dezelfde ochtend nog. Hulde aan de docent die het ons bij aanvang vraagt, maar bij een helder curriculum zou zulke verwarring niet gebeuren.
Het vermeende gebrek aan het vereiste niveau van de gemiddelde student doet me denken aan het vwo-eindexamen biologie. Ik nam laatst samen met een gespannen zesdejaars vwo-leerling de stof door. Ik heb me er ondertussen stiekem over verbaasd. Regelmatig dacht ik: Dit behandelen wij ook nog, wat een hoge eisen voor die eindexamens!
Hulde aan de docent, maar bij een helder curriculum zou zulke verwarring niet gebeuren
Je kan je ook de andere kant op verbazen. Als die stof immers al bekend is op de middelbare school, wat doet het dan nog in ons curriculum?
Ik bedacht een verklaring.
Blijkbaar is het voor onze docenten lastig om de context van hun bijdrage in ons curriculum in te schatten. Ze varen daarom op de misvattingen en hiaten die bij studenten in de loop van de tijd boven zijn komen drijven. Naar aanleiding daarvan proberen ze reparatiewerkzaamheden uit te voeren.
De universiteit neemt dus taken over van de middelbare school. Docenten kunnen ook niet anders, want opleidingen moeten immers iedereen met een geldig diploma toelaten. Maar die reparatiewerkzaamheden tellen wel op, en alle tijd die daaraan is besteed, kan niet worden besteed aan de nieuwe leerstof. En als de leerdoelen niet gerespecteerd worden door de beoordelingen, brokkelt de waarde van het diploma af.
Keunings redenering om scripties af te schaffen is dus niet zo uitzonderlijk, maar daarom des te meer alarmerend. Als studenten ondermaats presteren door gebrekkig voortgezet of hoger onderwijs, is dat geen goede reden om het niveau van de opleiding omlaag te schroeven.
Als het echt zo is dat studenten tekort komen, onderwijs ons dan, in plaats van ons op te geven.