Zodat je denkt, misschien heb ik te veel gedronken, misschien is het poëzie: ‘Zaterdag, deed ik niets wat ook wel later mag’. Ik probeer me zoiets dan voor te stellen. Dat je moeder met bezorgde blik en snik in haar stem tegen je zegt: ‘Jongen, doe toch niets wat ook wel later mag’. Maar wat dan niet en hoeveel later? Ik kom er niet uit.
De zin ‘maar zaterdag, ben ik vrijer dan de rest’ meen ik dan wel weer in één keer te begrijpen. Althans als met ‘de rest’ de rest van de week wordt bedoeld, want ga maar na: je hebt vijf werkdagen, een rustdag op zondag, maar alleen op zaterdag ben je echt vrij. Vrij!!!
Nou, dat liedje kan dus mooi naar het Museum voor Beeld en Geluid, want het is gedaan met de vrije zaterdag. Met die van mij tenminste, want in het collegerooster van dit jaar, ontdekte ik dat er een eerstejaarstentamen ingeroosterd staat op een zaterdagmiddag.
Zaterdag. De dag dat ik in de wintermaanden mijn vrouw eindelijk weer eens bij daglicht zie, de dag dat ik met de kinderen op een sportveld sta te blauwbekken, uren in de supermarkt zoek naar bonusartikelen, wat in de tuin of de schuur rommel of desnoods helemaal niks doe. Dat laatste komt niet vaak voor, maar het kan, want op zaterdag ben ik vrijer dan de rest.
Niet meer dus, of weer niet, het is maar net hoe je het bekijkt. Want in een ver verleden moest ik nog op zaterdagochtend naar school. Ja jongelui, je ziet het niet, maar zo oud ben ik dus al.
Toen in de jaren vijftig het welvaartsniveau in Nederland toenam, kwam er meer behoefte aan vrije tijd en dus een kortere werkweek en dat resulteerde in 1960 in een wettelijke goedkeuring van de vrije zaterdag. Veel scholen gingen in het jaar 1964/65 over tot de afschaffing van het zaterdagonderwijs, maar het stond scholen vrij dat zelf te bepalen (tot 2000 was er nog een Stedelijk Gymnasium in Haarlem dat op zaterdag les gaf).
Ik meen het me nog te herinneren dat je vrijdagmiddag bij het luiden van de bel om half vier ineens een heel weekend voor de boeg had. Dat gaf een totaal nieuwe dimensie aan het leven, waarin je een weekend weg kon gaan, met je weekendtas en daarin een trommeltje met weekendbrood.
Wat ik maar wil zeggen, iedereen heeft het over stress onder studenten: met tegenstrijdige adviezen als het bindend studieadvies enerzijds, maar de forse verhoging van de rente op de studielening anderzijds (waarschijnlijk pleit de minister van onderwijs voor een soepelere BSA zodat studenten meer tijd krijgen om te werken, om die dure lening te kunnen betalen). Maar troost je, als staf hebben wij het ook niet gemakkelijk.
Vorig jaar werd er een enquête onder universiteitsmedewerkers gehouden, waaruit bleek dat er een grote werkdruk wordt ervaren. Dat resulteerde in doelloze vergaderingen en vage aanbevelingen, maar vooralsnog met als enige concrete maatregel dat we dus op zaterdag aan de bak mogen. Het kan trouwens niet anders of ook studenten zullen hier de wrange vruchten van plukken, want ik mag toch aannemen dat de zaterdagmiddag ook in jullie rooster staat?
Bij navraag bleek trouwens dat ik niet de enige ben die op zaterdag moet komen opdraven. Er was echter ook een collega die de dans ontsprong. Die liep even later fluitend door de gang: ‘Zaterdag, ben ik vrijer dan de rest’.