Vrijdag moet ik er weer eens aan geloven: een tentamen. Ik heb er inmiddels meer dan twintig gedaan en heb ze (uiteindelijk) allemaal gehaald. Het maken van het tentamen is dan ook niet echt spannend meer. Tegenwoordig ben ik meer benieuwd naar het tentamen zelf; wat voor soort vragen, welk niveau?
Want dat verschilt nogal eens. Ruwweg bestaan er twee types opdrachten: droge kennis (rijtjes of definities) oplepelen, of nadenken om vervolgens tot een inzicht te komen, kennis toe te passen of een analyse te maken.
Van dat eerste houd ik niet zo; het doet me denken aan school en ik verwacht aan de universiteit meer uitdaging. Denkvragen vind ik leuker; lekker puzzelen aan een vraagstuk dat veelal uit de praktijk komt.
Geheugentest
Een van mijn laatste tentamens bevatte echter een soort mengvorm, waar ik een beetje pissig van werd: denkvragen waarvan je de antwoorden tóch kunt oplepelen. De opgaven waren namelijk integraal overgenomen uit werkcolleges, huiswerk en oude tentamens, die (inclusief uitwerkingen!) op Nestor stonden.
Eén of twee identieke vragen, alla, maar dit lokt het woordelijk uit je hoofd leren van vragen én antwoorden uit. Die vaardigheid is hoofdzakelijk nuttig bij Memory; als een tentamen een geheugentest is, noem het dan ook zo.
Nu snap ik dat de vraagstelling op een tentamen afhangt van de stof. Een theorievak leidt sneller tot droge vragen, terwijl een vak gericht op vaardigheden een kleurrijker tentamen oplevert, áls dat al de gekozen toetsingsvorm is. Toch heeft ook de docent grote invloed: zoekt hij nieuwe opgaven of gebruikt hij eerder behandelde vragen opnieuw? Dat eerste is natuurlijk tijdrovend, maar levert een aanzienlijk beter tentamen op.
Thuistentamen
Een paar jaar terug had ik een zogenoemd taco exam (kun je dat eten?), dat me erg goed beviel. Bij navraag bleek het te gaan om een take-home exam. Het werkt als volgt: studenten krijgen het tentamen opgestuurd en hebben dan 24 uur voor de uitdagende, uitgebreide probleemstukken, die ze individueel moeten oplossen. Dit kan helaas slechts in kleine klassen, omdat vertrouwen tussen docent en studenten uiteraard cruciaal is.
Ik moet vrijdag ‘gewoon’ drie uur aan de bak. Hopelijk mag ik mijn hersenen aan het werk zetten en zit ik niet aldoor rondjes te draaien op mijn stoel proberende te bedenken wat dat ene rijtje begrippen ook alweer was, op die ene Nestorslide.
Hoe dan ook komt het wel goed; óók als het een potje Memory wordt.