waybackmachine
De aulaMinerva moest plaatsmaken voor een dubbeldekker
‘Het zal wel niemand spijten, dat ons het uitzicht op een geschonden stad althans in de Academie voortaan bespaard wordt’, zei rector magnificus Beekhuis toen hij in 1953 de renovatie aankondigde van de Aula. De ouderwetse, beschimmelde schildering die hoogleraren bijna veertig jaar een doorn in het oog was geweest, werd eindelijk vervangen.
De universiteit was te klein in februari 1914. Er was namelijk een artikeltje verschenen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant waarin onthuld werd dat de Duitse gebroeders Linnemann een wandschildering aan het maken waren in de Aula van het Academiegebouw. En niet zomaar eentje: het moest een allegorische voorstelling worden van de ‘triomf der wetenschap’.
En dat, vond een aantal Groningse hoogleraren, kon echt niet. Of daar niets aan gedaan kon worden, wilde de beroemde historicus Johan Huizinga weten. ‘Wanneer de onthulling komt’, voorspelde hij, ‘zal er een hoongelach opgaan.’ En het werd nog niet eens door een Nederlander geschilderd ook.
Dat de curatoren, over hun hoofden heen, zo’n matige en ouderwetse voorstelling op de muren lieten schilderen, zat hem – en met hem vele andere hoogleraren en kunstkenners – grondig dwars.
Over de schilders was al eerder gedoe geweest. De universiteit wilde het in 1914 nog kale Academiegebouw graag versieren. Men wilde beginnen met een gedenkraam in het trappenhuis – dat kon toen een onbekende 1000 gulden doneerde, en gemeente en provincie 8000 gulden bijlegden.
Er kwam een internationale prijsvraag die werd gewonnen door twee Duitse broers uit Frankfurt: Rudolf en Otto Linnemann. Op het ontwerp – Ubbo Emmius en de vijf andere hoogleraren van het eerste uur, met aan hun voeten allegorische figuren met modellen van de drie opeenvolgende Academiegebouwen – was ook meteen kritiek. Diezelfde Nieuwe Rotterdamsche Courant noemde het een ‘onkunstzinnig en oppervlakkig compromis’.
Vervolgens mochten de broers nog zes zijramen maken ook, en werd hen, zonder dat iemand er iets vanaf wist, opgedragen ook een muurschildering te maken. De verontwaardiging onder een flinke groep Groningse hoogleraren was groot. Het debat werd gevoerd tot aan de Eerste Kamer toe. De Nieuwe Rotterdamse Courant noemde de schildering zelfs een ‘misdrijf’ en ‘cultuurbarbarij’.
Hun protest hielp natuurlijk niks. De schilderingen kwamen er – de faculteiten en de godin van de wetenschap Minerva op het spreekgestoelte, en daaromheen de Groningse bevolking die de verheven universiteit bejubelde.
Ze zouden blijven, tot ze in 1953 zo waren aangetast door vocht en schimmel, dat de witkwast er overheen ging.
Heel even leek het er in de jaren tachtig op dat de schildering toch weer gerestaureerd zou worden. Maar toen de muur goed werd onderzocht, bleek al snel dat dit niet zou lukken. Wat wél kon, was een nieuwe schildering maken.
Het waren de toenmalige rector magnificus Eric Bleumink en kunsthistoricus Henk van Os die zich hier sterk voor maakten. Twee gerenommeerde schilders werden aangetrokken – Matthijs Röling en Wout Muller – en het Representatiefonds van de RUG betaalde de rekening.
Op 12 juni 1987 werd ‘De Boom der Kennis’ onthuld. Een stuk minder ouderwets dan de voorganger: er zijn steltlopers op te zien, Japanse lampions en er vliegt zelfs een dubbeldekker door de lucht.
Dat figuurtje rechtsonder? Dat is initiatiefnemer Henk van Os. Naast hem kun je de oud-hoogleraar Bert Röling herkennen – heel toevallig de vader van schilder Matthijs.
Dit is de voorlopig laatste aflevering van de serie. Na de zomervakantie keert de Wayback Machine terug.