waybackmachine
De pedelwoningEens de RUG-administratie, nu de biertap
Het pand telt drie verdiepingen, heeft een mooie trapgevel en subtiele halfronde boognissen. Maar slechts weinigen herkennen het gebouw: Broerstraat 1 valt wat weg, zo naast de lange en imposante gevel van het Academiegebouw. Die eist alle aandacht op.
Het Academiegebouw is de grote broer van Broerstraat 1: rond dezelfde tijd gebouwd (het Academiegebouw in 1909, Broerstraat 1 in 1920). Ze zijn ook qua materiaalgebruik en vormgeving aan elkaar verwant, hoewel het kleine broertje aanzienlijk minder uitbundig is versierd.
Achter de boognissen werd geen onderwijs gegeven noch onderzoek verricht; het pand was de domicilie van de pedel. Zoals de pastoor vroeger in de pastorie naast de kerk woonde, zo kon de pedel vanuit de pedelwoning in een paar stappen op zijn werk zijn, in het Academiegebouw.
Serene rust
De foto uit circa 1925 – de pedelwoning rechts, het Academiegebouw op de achtergrond, maar zeer aanwezig – straalt een serene rust uit. Het Broerplein had nog een soort chique oprijlaantje met aan weerszijden gras en struiken en bloemen, afgescheiden van de straat met een laag gietijzeren hekje. Voor het bordes wacht een eenzame oldtimer op zijn bestuurder.
Iets dichterbij staat een handkar tegen een lantaarnpaal geparkeerd, de eigenaar is in geen velden of wegen te bekennen. Er is sowieso geen mens op de foto te zien, misschien is het hoogzomer; geen studenten op het bordes, niemand op straat.
En de pedelwoning lijkt, op de poppenhuisachtige gordijntjes na, onbewoond en uitgestorven – al verraden de opengeklapte bovenramen op de begane grond het tegendeel.
Rechterhand
De pedel (spreek het uit met de klemtoon op de laatste lettergreep) was de rechterhand van de rector magnificus. Hij deed de administratie (zoals de inschrijving van studenten, het inzamelen van inschrijfgelden, het bijhouden van de examenregisters en nog veel meer), zorgde dat het gebouw tijdig open ging en ’s avonds weer werd gesloten, dat de klok op tijd liep, de verwarming brandde en de zalen schoon waren. Kortom, de pedel was een druk baasje.
De pedel heeft tegenwoordig alleen een ceremoniële functie. Je ziet ze bij officiële gebeurtenissen en plechtigheden – met toga en historische pedelstaf uit het oprichtingsjaar van de RUG in 1614 – zoals promoties en de opening van het academisch jaar. Het is ook geen ‘baan’ meer; de rol wordt nu vervuld door de portiers.
En was de pedel eeuwenlang een man, tegenwoordig zijn er ook vrouwelijke pedels. De eerste universiteit die een vrouw als pedel had, was Utrecht, in 1971. Van de negen pedels die de RUG heeft, is sinds 2021 eentje een vrouw: Meryem Riad, werkzaam op de Campus Fryslân in Leeuwarden.
De pedelwoning heeft zijn functie als woning verloren. Het maakt tegenwoordig deel uit van bar-restaurant Mr. Mofongo. De lege stoep naast de woning is een terras met parasols en tafeltjes. En waar de pedel vroeger in zijn woonkamer de administratie van de universiteit deed en het inschrijfgeld telde, staat nu een fraaie houten bar met meerdere bieren van de tap.
Voor dit verhaal is gebruik gemaakt van de website van Levend Erfgoed Groningen, het boek ‘Knap bezit – gebouwen van de Rijksuniversiteit Groningen in kunsthistorisch perspectief’ van C.E. de Jong-Janssen en het tweede deel van de trilogie ‘Universiteit van het Noorden’ van RUG-historicus Klaas van Berkel.