Promovendi willen eind aan experiment met beurzen
‘Onderscheid met gewone PhD’s is oneerlijk’
Promovendi willen eind aan experiment met beurzen
Het manifest, dat dinsdag is gepubliceerd, is inmiddels 372 maal ondertekend; 136 handtekeningen zijn van beurspromovendi. Het krijgt de steun van acht RUG PhD-councils, maar ook van landelijke organisaties zoals het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), studentenvakbonden LSVb en ISO, FNV Onderwijs en Onderzoek en de Vakbond voor de Wetenschap.
Beurspromovendi krijgen een beurs van rond de 1800 euro per maand en worden door de RUG gezien als student. Ze hebben daardoor geen recht op pensioenopbouw, vakantiegeld, eindejaarsuitkering of WW. Reguliere promovendi zijn in dienst van de universiteit en hebben die voordelen allemaal wel. Ook loopt het salaris van een reguliere PhD snel op. Het verschil, zeggen de initiatiefnemers, kan oplopen tot 30.000 euro per promotraject.
De schrijvers – ongeveer twintig beurspromovendi – noemen dat onrechtvaardig. Beurspromovendi verrichten immers hetzelfde werk: ze doen onderzoek, schrijven een dissertatie en geven onderwijs – al is dat laatste formeel niet verplicht.
Druk om les te geven
De voordelen die hun positie zou bieden – vrijheid om hun eigen tijd in te delen en hun eigen onderzoeksvoorstel te schrijven – stellen in de praktijk niets voor. En hoewel ze niet verplicht kunnen worden om onderwijs te geven, is ook dat een ‘papieren realiteit’. ‘Er is vaak sprake van druk’, zegt één van de initatiefnemers, Martha Buit. ‘Er wordt je wel gevraagd om les te geven en als je ‘nee’ zegt, proberen ze je alsnog over te halen.’ Een ander probleem is dat PhD’s leservaring nodig hebben voor een carrière in de wetenschap.
‘Hoewel het experiment meer promotieplekken heeft gecreëerd dan normaal gesproken beschikbaar zouden zijn, houdt het onvoldoende rekening met het welzijn van de promotiestudent’, stellen de schrijvers. Beurspromovendi hebben meer last van stress en een hogere kans op mentale problemen door hun onzekere positie.
Studenten die een contract tekenen, zijn zich onvoldoende bewust van de gevolgen van hun beslissing, zeggen de schrijvers van het manifest. Informatie is soms zelfs pas naderhand beschikbaar, bijvoorbeeld omdat die alleen met een personeelsnummer toegankelijk is. Tot slot worden ze nauwelijks vertegenwoordigd. Ze mogen immers vanwege hun student-status alleen op studentenpartijen stemmen en die begrijpen hun positie onvoldoende.
Positieve evaluatie
Hoewel het experiment met de beurspromovendi open staat voor alle universiteiten, doen alleen de RUG en de Erasmus Universiteit eraan mee. De RUG opteerde in de eerste ronde voor 850 plaatsen. Rotterdam wilde vijftien plaatsen.
Door aanhoudende kritiek en geringe animo dreigde het experiment in 2018 al te worden stopgezet. Maar na een positieve tussenevaluatie door het Center for Higher Education Policy Studies (CHEPS) besloot minister Van Engelshoven toch een nieuw ronde toe te staan van opnieuw 1135 plekken.
Het Promovendinetwerk Nederland (PNN) diende echter een klacht in over de evaluatie. Het onderzoeksinstituut zou geen toegang hebben gekregen tot de ruwe data van de RUG. Ook stelde PNN dat de RUG promovendi had aangespoord om positief te zijn over het experiment.
De RUG laat weten dat ‘we het manifest hebben gezien en gelezen’. Een woordvoerder zegt dat de universiteit graag in gesprek wil met de opstellers ervan ‘maar geen discussies in de media’.