Dat bleek maandag na afloop van een tweede zitting voor de rechtbank in Groningen, waar de universiteit en een consortium van installatiebedrijven (UCE) opnieuw tegenover elkaar stonden.
De gelegenheidscombinatie UCE was lang in de race voor de aanleg van de technische installaties in de nog te bouwen Feringa Building. Onlangs liet de universiteit weten niet verder te gaan met het consortium, vanwege de te hoge prijs dat het vraagt.
De RUG ging vervolgens onderhands met een derde partij in zee. Dat had ze niet mogen doen, stelt het consortium dat de miljoenenklus alsnog via de rechter wil afdwingen.
Second opinion
UCE zegt de klus voor negentig miljoen te kunnen klaren en dat die prijs ‘marktconform’ is. Dat zou een second opinion ook hebben uitgewezen. Maar de RUG vindt dat het consortium de prijs doelbewust hoog heeft gehouden. Een andere installateur kan het werk voor tien miljoen euro minder doen.
Als de RUG tot de conclusie komt dat UCE een te hoge prijs vraagt, had ze moeten onderhandelen en eventueel een nieuwe aanbesteding moeten uitschrijven, betoogde advocaat Mark Lim van het consortium.
Manipuleert
Door de gekozen handelswijze heeft de universiteit bewust de aanbestedingsregels overtreden, stelt hij. ‘Niet UCE, maar de RUG manipuleert de aanbesteding’, aldus Lim. ‘De RUG is hier de onwelwillende aanbesteder die alleen oog heeft voor de laagste prijs en voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten.’
Hij verwijt de universiteit verder dat die het consortium doelbewust zwart maakt door allerlei ‘feitelijke onwaarheden’ te verspreiden, zoals dat het andere bedrijven onder druk heeft gezet om geen zaken te doen met de universiteit.
‘Donders goed’
RUG-advocaat Peter Hoekstra herhaalde maandag voor de rechter dat ‘UCE donders goed wist dat zijn offerte te hoog was’. Het consortium heeft onvoldoende gezocht naar goedkopere alternatieven en een prijsstijging (door onder meer inflatie) doorberekend die veel en veel te hoog is, stelde hij. ‘UCE is op ieder onderdeel gewoon heel erg duur.’
De rechtbank neemt vanwege ‘de complexiteit van de zaak’ drie weken de tijd om een uitspraak te doen. Die staat gepland op vrijdag 21 juni.