‘Het is volstrekt onacceptabel wat er is gebeurd’, zei RUG-voorzitter Sibrand Poppema donderdagochtend voor de universiteitsraad, in een reactie op recente gebeurtenissen bij Vindicat. ‘Het houdt op, we stoppen met ontgroeningen in deze stad.’
Deze week kwam studentenvereniging Vindicat meerdere keren in opspraak door incidenten bij de vereniging. In augustus werd een aspirant-lid tijdens de ontgroening door ouderejaars het ziekenhuis in geslagen. Ook werd bekend dat mannelijke leden de ‘Oprechte Almanak’ hadden gemaakt, een bangalijst waarin leden elkaar aansporen om 22 ‘geile wijven’ in bed te krijgen.
‘Zo kan het niet langer’
‘In de jaren 70 en 80 waren er periodes waarin de ontgroeningspraktijken waren afgelopen. Wat we nu zien is niet een traditie, maar iets wat in de afgelopen jaren weer is opgebouwd’, zegt Poppema. ‘Wat we willen is dat we stoppen met ontgroeningspraktijken en dat het een introductietijd wordt. Die onzinnige rituelen moeten afgelopen zijn. We hebben nu twee situaties gezien waarbij enorme schade is toegedaan aan mensen. Daarom zeggen we nu: het is volstrekt onacceptabel dat er nog ontgroeningen plaatsvinden. Zo kan het echt niet langer.’
De RUG stelt samen met de gemeente en Hanzehogeschool een externe commissie in. Die moet erop toezien dat studentenverenigingen niet meer ontgroenen. Poppema: ‘Het gaat om een cultuurverandering. Alleen roepen dat het een schande is, helpt niet. Het gaat erom wat we wél doen.’
Het universiteitsbestuur gaat in overleg met de verenigingen over het afschaffen van de ontgroeningen. Ook gaat de RUG in gesprek met Vindicat over welke sancties de vereniging nu zou moeten toepassen naar aanleiding van de mishandeling en bangalijst.
‘Afschaffen onwenselijk’
Studentenpartijen SOG en Lijst Calimero zijn niet blij met de houding van de RUG. ‘Het afschaffen van ontgroening zien we als onwenselijk. Het is ingrijpend in de traditie en cultuur van studentenverenigingen. Het doel moet zijn om te komen tot een veilige introductietijd. Laten we samen toewerken naar een gezonde studentencultuur’, zei fractievoorzitter Daan van Dijk van Lijst Calimero.
‘Het is ook onze plicht om studenten te verbinden en niet tegenover elkaar te zetten’, zegt fractievoorzitter Evan Clark van SOG. ‘Het is geen structureel verschijnsel, het is een incident. Het is aan de verenigingen om een cultuurverandering te bewerkstelligen.’
‘Geen ongelijkheid meer’
Poppema is niet ontvankelijk voor de kritiek. Het gaat niet om incidenten, zegt hij. ‘Ontgroenen brengt per definitie ongelijkheid mee. Daar moeten we vanaf. Verenigingen moeten nieuwe studenten helpen in plaats van ze eerst in de problemen brengen. Elk jaar eindigen een of meerdere studenten in het ziekenhuis omdat er iets is misgegaan. We willen dat dat niet weer gebeurt. En dat kan door te stoppen met ontgroenen. De externe commissie gaat daarop toezien. Wat Vindicat nu gaat doen, is nadenken over hoe ze de introductietijd gaan veranderen.’
Het geduld van het universiteitsbestuur is op, aldus de RUG-voorzitter. ‘Het punt is dat we dit samen met de Hanzehogeschool en de gemeente willen doen, en dat we denken dat we dit samen met de besturen van de verenigingen kunnen doen. Ik hoop dat we dit voor elkaar krijgen. Zo niet, dan kan het niet anders dan dat de banden tussen de universiteit en de verenigingen worden beëindigd. Dat is de ultieme consequentie. Zover is het nog niet, maar we staan er wel voor.’
‘Het kan zo niet verder’
De Personeelsfractie is blij met het besluit van de RUG. De personeelsleden riepen eerder in de UK op om de ontgroeningen af te schaffen. Toch heeft fractievoorzitter Bart Beijer een kanttekening: ‘De houding van het universiteitsbestuur was steeds dat het een ‘interne kwestie is’ voor de verenigingen. Het doet vermoeden dat de media-aandacht een rol heeft gespeeld in de mening van het universiteitsbestuur.’
Poppema erkent dat zijn mening is veranderd. ‘De incidenten van de afgelopen tijd laten zien dat het zo niet verder kan. Alle oud-leden van Vindicat schamen zich dood, neem dat maar van me aan. Die oud-leden willen echt dat dit ophoudt.’