Het RUG-bestuur vindt het gebruik van zowel Nederlands als Engels in de medezeggenschap de beste optie voor een inclusieve medezeggenschap.
‘Nederlands is in de wet nu eenmaal de bestuurstaal, daar kunnen we niet omheen’, zei collegevoorzitter Jouke de Vries donderdag in de universiteitsraad. ‘Maar zoals het bij ons in de u-raad gaat, vind ik een schoolvoorbeeld. Dat iedereen de taal kan gebruiken die die persoon het makkelijkst ligt.’
In de u-raad worden stukken tweetalig aangeleverd en mogen raadsleden zelf kiezen of ze in het Engels of Nederlands spreken. Tijdens de vergaderingen is er altijd een live vertaler.
Nieuw taalbeleid
De RUG werkt met oog op de aankomende Wet internationalisering in balans (WIB) aan een nieuw taal- en cultuurbeleid. Het voorgestelde beleid zorgde afgelopen weken voor verwarring bij medezeggenschapsraden, met name vanwege een zin die stelt dat medezeggenschap ‘primair in het Nederlands’ moet zijn.
De vraag ontstond of faculteitsraden waar nu vooral Engels wordt gesproken (zoals die van de faculteiten economie en science and engineering) dat kunnen blijven doen. Volgens Mathieu Paapst van de Wetenschapsfractie sluit dat Nederlandse medewerkers en studenten uit.
‘De huidige wettelijke verplichting is dat stukken die langskomen in de medezeggenschap in het Nederlands moeten zijn’, zei de rechtendocent. ‘Dat het vertaald wordt naar het Engels is prima, maar ze moeten in het Nederlands zijn.’
Doelmatig
Het gebruik van Engels is toegestaan, mits het voor iemand doelmatig is, lichtte Paapst toe. Maar, zei hij ook, als een faculteitsraad alleen in het Engels werkt met de redenatie dat dat doelmatig is, dan sluiten die mensen uit.
‘Dan houden ze geen rekening met medewerkers en misschien studenten die het Engels prima verstaan, maar het niet op zo’n niveau machtig zijn om mee te kunnen praten. Terwijl ze wel in de medezeggenschap mee zouden willen doen.’
Niemand buitensluiten
Volgens Paapst is tweetaligheid aanhouden voor de medezeggenschap de enige manier om daadwerkelijk niemand buiten te sluiten. ‘Mensen kunnen of in het Nederlands hun inbreng doen, of in het Engels. En met aanwezigheid van een tolk en vertalingen kan iedereen meedoen.’
De u-raad is het overwegend eens met het voorstel van tweetaligheid. Wel benadrukken een aantal leden dat het beleidsstuk woordelijk aangepast moet worden. ‘De tekst heeft nu eenmaal verwarring opgeleverd’, zei Dinie Bouwman (Personeelsfractie).
Het zou daarom het gebruik van meertaligheid ook expliciet moeten benoemen. Het cvb zegde toe naar de formulering te kijken.