De uitspraak ‘Studying is for ugly girls’ op de muurschildering over Aletta Jacobs bij de UB is misplaatst, want onzorgvuldig. Waarom sieren we haar T-shirt niet met een uitspraak van Aletta zelf? stelt Aletta Jacobs-hoogleraar health & humanities Rina Knoeff voor.
Al een paar weken wordt in UKrant aandacht besteed aan de muurschildering van Aletta Jacobs. Het gaat vooral over de vraag of de uitspraak ‘Studying is for ugly girls’ goed gekozen is.
De makers stellen dat de uitspraak is bedoeld om debat uit te lokken, critici stellen dat de muurschildering vooral bij onzekere studenten hard kan aankomen. De vraag die niemand stelt, is waar de uitspraak eigenlijk vandaan komt.
De tekst ‘alle dames die voor emancipatie ijveren, kunnen niet op uiterlijk schoon boogen, en die zich teegen verklaren kunnen wel op uiterlijk schoon boogen’ is in ieder geval niet van Aletta Jacobs en bovendien verkeerd geciteerd.
In haar Herinneringen van Dr. Aletta H. Jacobs schrijft Aletta Jacobs sporadisch over schoonheid in relatie tot emancipatie. Op de aantijging dat ze zou zijn gaan studeren ‘om op een gemakkelijke manier met mannen in aanraking te komen’, antwoordde Jacobs dat ze zich eenvoudig kleedde en niet veel werk van haar toilet maakte, omdat ze niet wilde opvallen.
Jacobs was meer geraakt door verdachtmakingen van een ‘Leidsch collega, zich noemende Theodoor’. En het was deze Theodoor die verantwoordelijk was voor de uitspraak op de muurschildering.
De tekst is in ieder geval niet van Aletta Jacobs en bovendien verkeerd geciteerd
Theodoor wond zich op over het feit dat Aletta Jacobs uitstel had aangevraagd voor haar toelatingsexamen. Hij schreef op 15 mei 1871 – een maand nadat Jacobs zich had ingeschreven aan de Groningse universiteit – in het Studenten Weekblad dat het nogal makkelijk is om als eerste vrouwelijke student met hoogachting behandeld te worden, maar dat je daarna niet moet terugschrikken voor het echte werk.
Dat gold volgens Theodoor zeker voor Jacobs, ‘de baanbreekster van allen, die allen een voorbeeld geven moet en het dus het uitnemendst van allen moest doen’.
Hoe vaak zal Jacobs nogmaals gebruik maken van haar uitzonderingspositie, vroeg Theodoor smalend. Bovendien, zo voegde hij toe: ‘Hetgeen mij echter altoos bij de emancipatie heeft verwonderd, is geweest dat ik gezien heb, dat bijna alle dames die er voor ijverden niet en die zich er tegen verklaarden wel op uiterlijk schoon konden boogen.’
Het kunstenaarscollectief VAAF dat de muurschildering maakte, stelt dat Theodoor hier eigenlijk zegt ‘dat de enige reden dat Jacobs wilde studeren was omdat ze lelijk was’. Maar VAAF geeft een verkeerde voorstelling van zaken. Voor Theodoor was ook voor mooie vrouwen geen plaats aan de universiteit. Hij was er niet voor om uitzonderingen te maken.
Het was geen zaak van ‘slim en mooi gaan niet samen’, zoals UKrant beweert. Theodoors uitspraak was een sneer, een belediging aan het adres van alle vrouwen die het in hun hoofd haalden een academische studie te ambiëren. Is het echt nodig om deze belediging te herhalen? Is dit echt hoe wij ons Aletta Jacobs willen herinneren?
Waarom geen uitspraak die past bij het rolmodel dat Jacobs is voor zo veel vrouwen en meisjes?
In 1871 namen velen het gelukkig op voor Jacobs, onder wie de in Groningen gepromoveerde Nobelprijswinnaar Heike Kamerlingh Onnes. Hij legde uit dat Jacobs uitstel voor het toelatingsexamen had gevraagd omdat ze zich niet, net als haar mannelijke collega’s, had kunnen voorbereiden op het examen. Een paar weken na Theodoor schreef Kamerlingh Onnes in het Studenten Weekblad:
‘Mej. Jacobs heeft in ons vertrouwen gesteld, wij danken haar daarvoor; zij heeft getoond, dat zij niet vreesde Theodoor’s onder ons te vinden. Dat vertrouwen is niet beschaamd geworden en de Groninger studenten mogen daar trotsch op zijn.’ (uit Dirk van Delft, 2005. Heike Kamerling Onnes. Een biografie).
Als we Aletta Jacobs al willen herinneren via een mannelijke blik, zouden we dan niet eerder de meer waardige uitspraak van Kamerlingh Onnes moeten herhalen: ‘Mej. Jacobs heeft in ons vertrouwen gesteld, wij danken haar daarvoor’?
Deze uitspraak roept voldoende vragen op, want waarom zou ‘vertrouwen’ nodig zijn? Waarom voelde Kamerlingh Onnes zich geroepen Jacobs te verdedigen? Verdient de universiteit van vandaag het vertrouwen van een diverse studentenpopulatie? Of nog beter: waarom sieren we Jacobs’ T-shirt niet met een uitspraak van Aletta Jacobs zelf, een uitspraak die past bij het rolmodel dat Jacobs is voor zo veel vrouwen en meisjes?
In ieder geval passen deze alternatieven beter bij een universiteit die staat voor gedegen historisch onderzoek. Als een student net zo onzorgvuldig met historische bronnen omgaat als VAAF hier doet, volgt een onvoldoende. ‘Studying is for ugly girls’ verdient niet beter; het is onze universiteit onwaardig.
Rina Knoeff is Aletta Jacobs-hoogleraar health & humanities en coördinator bij de Aletta Jacobs School of Public Health