Dit zijn twee conclusies uit het onderzoek van Birte Schohaus, die met Entertaining politics, seriously? op 14 maart, een dag voor de verkiezingen, bij het Research Centre for Media and Journalism Studies aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert. Met haar onderzoek wil zij achterhalen hoe het politieke debat in talkshows tot stand komt.
‘Geert Wilders komt niet naar talkshows, omdat ze een politiek risico zijn en er voor hem niets te winnen valt’, zegt Schohaus. ‘Wilders kan met een tweet zijn mening verspreiden zonder ooit weerwoord te krijgen. In een talkshow kan dat niet. En dat weet hij donders goed. Hij gebruikt het argument van “jullie zijn toch te links, daar heb ik geen schijn van kans”. Dat komt hem natuurlijk heel goed uit.’
Boodschap
Politici die een openbaar debat wel aandurven, bereiden zich goed voor om hun boodschap in de juiste vorm te gieten, concludeert Schohaus. Die vorm moet passen bij het format van de talkshow waarin zij optreden. In een programma als Buitenhof heeft Rutte de tijd om zijn verhaal uitgebreid toe te lichten. Voor programma’s met een strakke programmering, zoals De Wereld Draait Door, zal hij proberen zijn boodschap in een paar vlotte oneliners te persen.
Aan de andere kant nodigen talkshows ook het liefst politici uit die in het format van hun programma passen, concludeert Schohaus. De manier waarop bijvoorbeeld een gast zijn boodschap weet te brengen, is net zo belangrijk als de inhoud. ‘Het moet boeiend zijn om ernaar te kijken.’
Hetzelfde geldt voor de onderwerpen. Zo brengt Buitenhof graag ook onderwerpen voor een hoogopgeleid en politiek geïnformeerd publiek. DWDD zal een ingewikkeld onderwerp niet of alleen beperkt behandelen.
Dat politici hun boodschap afstemmen op het programma waarin zij te gast zijn, vindt Schohaus daarom wel begrijpelijk. ‘Voorlichters trekken graag de vergelijking met voetbal. Als het Nederlands elftal moet spelen, bereidt het zich ook voor op een specifieke tegenstander. Tegen Frankrijk hanteer je een andere strategie dan tegen bijvoorbeeld Duitsland.’
Hapklare brokjes
Talkshowmakers zelf vinden het volgens Schohaus wel vervelend dat politici en hun voorlichters vooraf alles proberen dicht te timmeren. Toch betekent dit niet dat we als kijker alleen maar hapklare brokjes voorgeschoteld krijgen, zegt ze. Journalisten en politici spreken van tevoren het onderwerp af, hoeveel tijd er is en wanneer iemand aan de beurt is. ‘Maar wat er dan daadwerkelijk gebeurt, kun je nooit helemaal voorspellen.‘
Voor hun uitnodigingsbeleid hanteren programma’s twee criteria, vertelt Schohaus. Dat is aan de ene kant politieke relevantie. Dus hoe ‘machtiger’ een politicus is, hoe aantrekkelijker hij is voor een talkshow. Aan de andere kant moet iemand ook leuk kunnen praten. Je kunt wel heel veel informatie willen geven, maar als je publiek na vijf minuten afhaakt, hebben veel talkshows een probleem. ‘Want die worden snel afgerekend op kijkcijfers. Dus die willen gewoon scoren.’
Wat meer experimenteren met de invulling van een format door ook eens wat onbekendere gasten uit te nodigen en wat minder voor de hand liggende onderwerpen te bespreken, zou talkshows wel wat diverser kunnen maken, vindt Schohaus. Gewoon wat meer risico nemen, is haar advies.