De RUG doet mee aan de pilot van onderwijsminister Robbert Dijkgraaf voor een korter studiejaar. Het is nog niet bekend hoe dat er precies uit gaat zien. Mogelijk loopt het collegejaar dan van oktober tot en met mei.
In Nederland is het academisch jaar gemiddeld negen weken langer dan bij vergelijkbare universiteiten in de EU. Een verkorting van het jaar zou de werkdruk onder docenten, onderzoekers en studenten kunnen verminderen. Bovendien zou het onderzoekers en docenten meer tijd geven voor onderzoek en voor ontwikkeling en innovatie van het onderwijs.
Welke opleidingen van de RUG meedoen, is nog onduidelijk. Volgens RUG-woordvoerder Elies Kouwenhoven is de universiteit in gesprek met vier geïnteresseerde faculteiten en wordt in november het definitieve besluit genomen.
Jonge Akademie
De pilot is een reactie op het rapport Een slimmer academisch jaar dat de Jonge Akademie (JA) vorig jaar indiende. De conclusie toen: personeel en studenten worden afgemat, er zijn weinig onderwijsvrije periodes en er is minder tijd voor onderzoek.
Mede-auteur Han Thomas Adriaenssen, ook hoofddocent aan de faculteit Wijsbegeerte, is blij met de uitkomst. ‘We hebben het rapport vorig jaar aan de oude minister van Onderwijs aangeboden, maar het is mooi om te zien dat ook de nieuwe er werk van heeft gemaakt. Ik ben heel blij dat de nieuwe minister hier de ruimte voor geeft’, zegt Adriaenssen.
‘In mijn gesprekken met onderzoekers, docenten en studenten hoor ik de enorme behoefte aan meer ademruimte’, zegt minister Dijkgraaf. ‘Op dit moment is de balans tussen onderzoek en onderwijzende taken zoek. Met deze pilots wil ik samen met universiteiten en hogescholen proberen hen meer rust en ruimte te bieden.’
Zelf bepalen
Hoe de pilots er precies uit gaan zien, is nog onbekend. Elke deelnemende universiteit mag voor zichzelf bepalen wat de werkdruk zal verlagen. Wel wil de minister voorkomen dat hetzelfde aantal uren college in minder weken wordt gepland.
Deelnemende universiteiten kunnen met maximaal drie opleidingen en/of organisatie-eenheden meedoen. De pilot duurt twee jaar, in de periode 2023 – 2026, en wordt daarna geëvalueerd. De minister stelt hier tien miljoen euro voor beschikbaar.