‘Elke beschuldiging van intimidatie, haatuitingen of pesten zal serieus worden genomen, ongeacht de senioriteit van de betrokkenen. Wie zich onaanvaardbaar heeft gedragen, kan disciplinaire maatregelen krijgen opgelegd’, staat onder meer in het statement.
De Personeelsfractie is er blij mee, maar het statement is onvoldoende concreet, stelt Albers met een verwijzing naar een hoogleraar aan de UvA, die wordt beschuldigd van machtsmisbruik en wangedrag maar jarenlang met medeweten van collega’s en leidinggevenden zijn gang kon gaan.
‘Er wordt over sancties gesproken. Gelden deze alleen voor de dader, of kunnen deze ook opgelegd worden aan personen die nagelaten hebben op te treden waar zij dat wel hadden moeten doen?’, vraagt Albers.
Slachtoffer
Het enige concrete in het statement, zegt de fractie, is een verzoek richting slachtoffers om actie te ondernemen. Maar het kan niet zo zijn dat de bal alleen bij de slachtoffers wordt gelegd, stelt Albers.
‘Dankzij veel dappere vrouwen die met hun academisch #MeToo-verhaal naar buiten gekomen zijn, is er eindelijk het besef dat er iets moet gebeuren. Dat dient echter door de academische gemeenschap te gebeuren: wij moeten met z’n allen voor een veilige omgeving zorgen en het niet laten bij een verzoek aan de slachtoffers om iets te doen.’
Preventief
Volgens Albers gaat de beleidslijn verder te veel over hoe er gehandeld moet worden nadat er grensoverschrijdend gedrag is gebeurd, maar zijn ook preventieve acties nodig.
‘Als iets zo vaak misgaat – en wat we te horen krijgen is de top van de ijsberg – is het geen incident maar structureel. De afgelopen jaren hebben we rond ontgroeningsproblemen gesproken over cultuurverandering bij studentenverenigingen.’
Die cultuuromslag moet hier ook, aldus Albers. ‘Wij zijn met zijn allen een team, we dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid. Niet alleen voor de wetenschap, ook voor de werkvloer. Inclusiviteit is geen keuze, maar een voorwaarde.’
Ombudsman
Het universiteitsbestuur stelt dat het statement ‘nog verder moet worden geconcretiseerd’. Het instellen van een ombudsman, ook een suggestie van de Personeelsfractie, komt te vroeg, zegt collegevoorzitter Jouke de Vries.
De RUG heeft een vertrouwenspersoon en dat werkt goed, al heeft die minder mogelijkheden dan een ombudsman, erkent de Vries. Hij wil eerst de pilot afwachten die op andere universiteiten wordt gehouden. ‘Daarna moeten we er goed naar kijken.’
De volledige tekst van het statement is hier te lezen.