Evaluatiecommissie over RUG-campus in Yantai:
Yantai: Opeenstapeling van verkeerde inschattingen
‘Er zijn in het hele proces fouten gemaakt die stuk voor stuk op zichzelf niet doorslaggevend waren, maar die wel geleid hebben tot een stapeling van negatieve gevoelens over het plan’, zo staat in het rapport.
Onder leiding van toenmalig collegevoorzitter Sibrand Poppema heeft het vorige college van bestuur (cvb) ‘de donkere wolkjes’ die sinds het najaar van 2015 opdoemden, niet op waarde geschat.
De ‘negatieve gevoelens’ leidden ertoe dat de Universiteitsraad het plan om een branch campus op te zetten in de Chinese stad Yantai in 2018 afschoot. Het plan was toen al vier jaar in de maak.
Internationaliseren
Het idee voor een campus in Yantai kwam in 2014 op tafel via het netwerk van Poppema, toen cvb-voorzitter. Het paste volgens het college goed in de strategische plannen van de universiteit om te internationaliseren.
Aanvankelijk stonden zowel de Universiteitsraad als de faculteiten Science and Engineering (FSE) en Economie en Bedrijfskunde (FEB) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) positief tegenover het idee.
In een half jaar tijd werd tot twee keer toe in China een Memorandum of Understanding tussen de RUG en Yantai getekend. De eerste keer was minister-president Mark Rutte daarbij aanwezig, de tweede keer Koning Willem-Alexander. Daardoor leken, zo stelt het rapport, alle lichten voor het plan op groen te staan.
Afgehaakt
Toch misten op dat moment nog belangrijke onderdelen, waaronder een business case. Vanaf het najaar van 2015 werd de Universiteitsraad kritischer. Begin 2016 haakte de Faculteit Economie en Bedrijfskunde af, mede vanwege het ontbreken van een goede business case.
In de loop van 2017 bleek Den Haag bovendien niet ‘zijn nek uit te willen steken’ voor het plan. Na vier jaar werk werd het plan door de u-raad afgeschoten.
Irritatie en frustratie
Volgens de samenstellers van het rapport ligt dat aan een aantal dingen. Zo was het onverstandig om het plan vanaf het begin in hoog tempo uit te voeren, omdat dit uiteindelijk een ‘voedingsbodem was voor irritatie en frustratie.’
Bovendien was volgens het rapport het besluitvormingsproces niet goed ingericht. Dat was in omgekeerde volgorde uitgewerkt, aldus de onderzoekers.
‘Het belangrijkste in het begin, met veel vertoon en veel publiciteit, en daarna de uitwerking, met pas in een vrij laat stadium een behoorlijke business case, een document dat je eigenlijk in hoofdopzet aan het begin van een strategisch proces zou mogen verwachten.’
Zelf in de hand
Ook is het rapport kritisch op het feit dat de universiteit dit plan zoveel mogelijk zelf in de hand heeft willen houden. ‘Onmiskenbaar ging het zowel inhoudelijk als procesmatig de staf soms boven de macht. (…) Zwaardere externe ondersteuning bevordert niet alleen de professionaliteit maar kan eveneens bijdragen aan de geloofwaardigheid. Dat speelde bijvoorbeeld een rol bij de business case.’
Bovendien had de universiteit eigenlijk het beste samen kunnen werken met andere universiteiten, staat in het rapport. Voor projecten van deze omvang zijn Nederlandse universiteiten gewoonweg niet uitgerust, aldus de onderzoekers. Dat het bij Amerikaanse en Britse universiteiten wel kon, is geen goede vergelijking, omdat zij ‘een geheel andere politieke, bestuurlijke en financiële inbedding’ hebben.
‘Het Plan Poppema’
De evaluatiecommissie stelt dat het vooral de leiding van het project was, met een centrale rol voor cvb-voorzitter Poppema, die de touwtjes graag in eigen hand hield.
‘Dat is begrijpelijk en dat heeft voordelen. Maar het plan kon daarmee ook gemakkelijk aangemerkt of weggezet worden als het ‘Plan Poppema’, zoals sceptici er na zekere tijd ook over spraken.
Zo wekte zijn centrale positie en zijn overtuigende, doortastende, enthousiaste en van zichzelf overtuigde wijze van werken irritatie op, intern en bijvoorbeeld bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.’
Geen onvoorwaardelijke steun
Behalve op de manier van uitvoering, is het rapport bovendien kritisch over de manier waarop politieke steun is ingeschat. Hoewel het ministerie van Onderwijs in eerste instantie positief was over de plannen en de eerste opzet ondertekend werd in bijzijn van de belangrijkste mensen van ons land, mocht dat niet worden gezien als onvoorwaardelijke steun voor de plannen.
‘Men heeft iets te veel waarde gehecht aan positieve uitspraken, welwillende brieven en groot ceremonieel vertoon bij het ondertekenen van memoranda. (…) Onderschat is bovendien dat men in Nederland niet zoveel moeite heeft om besluiten en voornemens te herroepen, ook al zijn zij in aanwezigheid van het hoogste gezag bezegeld.’
Nuancering
Hoewel veel kritiek kan worden geleverd op de manier waarop besluiten zijn genomen, stelt het rapport ook dat het achteraf makkelijk praten is. Er is volgens de evaluatiecommissie ook gewoonweg veel werk geleverd om een project van de grond te krijgen dat ogenschijnlijk goed bij de RUG had kunnen passen.
De evaluatiecommissie beantwoordt de vraag ‘wat is er mis gegaan’ daarom niet alleen met kritiek, maar ook met het antwoord: niets.
Reactie RUG: Punt achter Yantai-discussie
‘Het college van bestuur kan zich vinden in de conclusies van de commissie. Een deel van de aanbevelingen bevat bruikbare adviezen die we kunnen gebruiken bij het opstellen van ons nieuwe strategisch plan en voor de ‘Universiteit van het Noorden’. De commissie adviseert daarnaast om nu een punt te zetten achter de Yantai-discussie. De Rijksuniversiteit Groningen heeft voldoende nieuwe uitdagingen.’