Universiteiten weten niet goed welke bijbanen hun hoogleraren hebben. Dat meldt het tv-programma Nieuwsuur naar aanleiding van onderzoek bij veertien Nederlandse universiteiten en zeven universitaire medische centra.
De RUG komt er volgens het actualiteitenprogramma heel slecht vanaf: meer dan de helft van het bijbanenregister van de universiteit bevat fouten en onvolledigheden. Bovendien blijken sommige hoogleraren onterecht niet in het register te staan en is er voor hoogleraren aan het UMCG überhaupt geen register.
Paspoortprofessor
Dat is opmerkelijk, omdat voormalig RUG-hoogleraar constitutioneel recht en burgerschap Dimitry Kochenov in 2019 in opspraak raakte vanwege onvermelde nevenactiviteiten. Kochenov – vanwege zijn expertise ook ‘paspoortprofessor’ genoemd – adviseerde de Maltese overheid over de verkoop van Europese paspoorten.
Hoewel die handel niet illegaal is, is hij wel omstreden. Na Kamervragen stelde de RUG een extern onderzoek in naar Kochenovs onvermelde nevenwerkzaamheden. Uit dat onderzoek bleek dat de oud-hoogleraar niet betrokken was bij omstreden handel, maar wel in een positie van belangenverstrengeling terecht had kunnen komen omdat hij voor zijn werk werd betaald.
Belangenverstrengeling
Het risico van belangenverstrengeling is juist de reden dat universiteiten verplicht zijn alle nevenwerkzaamheden van hoogleraren bij te houden. En waarom alle hoogleraren – ongeacht het soort aanstelling – verplicht zijn hun nevenactiviteiten goed te laten keuren door de universiteit. Van de wetenschappers wordt immers verwacht dat zij onafhankelijk onderzoek en onderwijs verzorgen.
Uit het onderzoek van Nieuwsuur blijkt dat de registratie ‘een chaos’ is. Van de bijna zevenduizend hoogleraren staan er 4200 in een register. Na een steekproef blijkt volgens het actualiteitenprogramma echter dat zeker honderden hoogleraren onterecht niet aangemeld zijn. Bovendien blijkt de informatie in de registers regelmatig verouderd, onvolledig of foutief.
Gasindustrie
Ook aan de RUG heeft Nieuwsuur daar voorbeelden van gevonden, zoals deeltijdhoogleraar geopolitiek en energie Coby van der Linde. Zij was naast haar werk aan de RUG tot voor kort onder meer werkzaam als commissaris voor de Nederlandse tak van Wintershall, een olie- en gaswinningsbedrijf waarvan een dochteronderneming deels in handen is van het Russische Gazprom.
Daarnaast is ze adviseur van de International Gas Union (IGU), een belangenvereniging voor bedrijven in de gasindustrie, en werkt ze voor onderzoeksinstelling KAPSARC in Saudi-Arabië, dat door de Saoedische regering wordt gefinancierd. Volgens Nieuwsuur heeft Van der Linde voor geen van haar nevenfuncties toestemming gevraagd. Inmiddels heeft de faculteit haar gevraagd te stoppen met het werk voor IGU en KAPSARC en heeft ze zelf de functie bij Wintershall neergelegd.
Cross-check
RUG-woordvoerder Anja Hulshof erkent dat er problemen zijn met de registratie van bijbanen van hoogleraren. ‘We zijn ermee aan de slag. De kunst is op dit moment om de interne en externe registratie op elkaar aan te laten sluiten’, zegt ze.
Intern moeten hoogleraren via AFAS hun nevenactiviteiten aangeven, extern via hun medewerkerspagina op de website van de RUG. ‘We zijn bezig met een cross-check om te zien of alles volledig is.’
Bovendien hoeft het UMCG wettelijk gezien geen register bij te houden, zegt Hulshof. ‘Maar uiteraard is ook daar transparantie over nevenwerkzaamheden belangrijk.’ Het universitaire ziekenhuis houdt de nevenfuncties daarom bij in een personeelsdossier. De functies moeten wel goedgekeurd worden door de leidinggevende van de betreffende hoogleraar.
Wel op cv
In een reactie aan Nieuwsuur laat Van der Linde weten dat haar nevenactiviteiten wel op haar cv vermeld stonden. Op de vraag of een cv-check niet voldoende zou zijn om de registers te controleren, zegt de RUG dat het systeem niet zo is ingericht.
‘Het gaat echt op basis van meldingen, niet op basis van een cv. Zo volgen wij de landelijke procedure. De hoogleraren moeten zelf melding maken van wat hun nevenactiviteiten zijn en dat moet vervolgens worden goedgekeurd door de faculteit.’
Ook benadrukt Hulshof dat de universiteit er niet vanuit gaat dat er opzet in het spel is als de informatie van een hoogleraar niet klopt. ‘Er zijn hoogleraren die heel veel nevenfuncties hebben die bovendien ook steeds wisselen. Dat stimuleren wij, want op die manier kan de hoogleraar ook bezig zijn in de maatschappij. Maar ja, dat moet wel op een open en transparante manier. Daar werken we nu aan.’