Universiteiten moeten van minister Dijkgraaf Nederlands weer als hoofdtaal voeren. Dat betekent dus minder internationals en minder geld, concludeert columnist Wilma Heesen.
Stel je krijgt je begroting niet sluitend, wat doe je dan? Minder uitgeven of zorgen voor meer inkomsten. Je probeert eerst maar eens minder uit te geven. Helaas, zonder dat je er veel aan kan doen wordt de post onvoorzien alleen maar groter. Dan is de enige manier dus om meer inkomsten te genereren.
Ik ben geen econoom, maar dat is het probleem bij de instellingsbegroting van de RUG. Zoals we allemaal weten, haalt de universiteit haar inkomsten deels uit inschrijfgeld. Hoe meer studenten, hoe meer geld om te besteden aan kwalitatief goed onderwijs en onderzoek. Heel mooi.
Maar dan de post onvoorzien: een enorme energierekening, nieuwbouw die duurder wordt dan gedacht en heel veel kosten in de ondersteuning. Gaatjes worden ingevuld met externen, de hardware wordt elk jaar duurder en alle regels rondom security & privacy vragen veel werkuren.
De enige manier om dan toch een enigszins sluitende instellingsbegroting te presenteren, is het binnenhalen van grotere aantallen studenten.
Een enorme energierekening, nieuwbouw die duurder is dan gedacht
De marketeers die de afgelopen jaren de wereld in zijn getrokken om studenten te werven, hebben het product Groningen met verve verkocht; een universiteit in het topsegment in een stad waar de kroegen nooit sluiten.
Dat de barkruk een alternatief was voor een fatsoenlijk bed wegens een nijpend kamertekort, werd de aanstaande Groningers pas na aankomst duidelijk. De lokale marketing van meer internationalisering was ook goed opgezet. Krapte op de arbeidsmarkt zou verdwijnen door al deze extra handjes en de diversiteit in de collegebanken toenemen.
Misschien mis ik nog wat argumenten, maar ik ben dan ook geen marketeer.
Al deze argumenten blijken in de praktijk geen stand te houden. De internationals gaan na de opleiding weer vrolijk terug naar hun geboortegrond. In februari sprak collegevoorzitter Jouke de Vries over het aantrekken van internationals om onze toppositie als universiteit te behouden. Bijvoorbeeld in het kunstonderwijs en de game-opleidingen.
Pardon? Niets ten nadele van de creatieve sector, maar ik dacht altijd dat het ging om wetenschappelijke output in toonaangevende tijdschriften. Helemaal mis dus.
Maar ja, ik ben dan ook geen collegevoorzitter.
Wat te doen met die grote olifant in de kamer, de financiering van dit stelsel?
Onderwijsminister Dijkgraaf ziet dat de boel uit de hand loopt en komt in actie. Zijn plan: terug naar Nederlands als hoofdtaal in de meeste bacheloropleidingen. Zodat de aantallen studenten in de collegebanken weer behapbaar worden en ook de staat van het Nederlands wordt verbeterd.
De meeste Nederlandse studenten blijken na afstuderen immers toch minder reislustig dan gedacht. Dan is het best handig dat je in de voertaal waarin je werkt een coherent verhaal kan schrijven.
Ik ben geen Neerlandicus, maar ben als docent erg blij met deze ontwikkeling.
Maar wat te doen met die grote olifant in de kamer, de financiering van dit stelsel? Zolang de begroting sluitend moet worden gemaakt met inschrijfgeld, zal er toch iets verzonnen moeten worden om al die panden, gas- en ICT-rekeningen te betalen.
Kunnen minister Dijkgraaf en zijn ambtenaren hier een briljante oplossing voor bedenken? Ik zou niet weten hoe, maar ik ben dan ook geen minister.
WILMA HEESEN