Het aantal meldingen van ongewenst gedrag op de RUG is vorig jaar gestegen: van 37 in 2020 naar 71 in 2021.
Dat blijkt uit het jaarrapport 2021 dat vertrouwenspersoon Marjolein Renker opstelde. Het totaal aantal meldingen bleef ongeveer gelijk: 134 in 2020 en 138 in 2021.
Renker schrijft dat ‘de marges van de meldingen’ in vergelijking met het aantal studenten en medewerkers (in totaal zo’n 43.000) te klein is om te spreken van ‘ontwikkelingen of trends’. Toch vindt ze het opvallend dat meer dan de helft van de meldingen gaat over ongewenst gedrag; dat is voor het eerst meer dan het aantal meldingen over personele problemen.
Dat is een positieve ontwikkeling, zo stelt ze vast, omdat er ‘blijkbaar minder schroom en schaamte is om ongewenst gedrag te melden’.
Serieus genomen
Reden daarvoor kan zijn dat mensen door de initiatieven die de universiteit de afgelopen tijd nam – zoals meer bystander-trainingen, trainingen in culturele diversiteit en de aanstelling van een chief diversity officer en ombudsfunctionaris – meer vertrouwen in de organisatie hebben en zich serieus genomen voelen.
Ook kan volgens haar het vorig jaar oktober verschenen rapport van de Young Academy Groningen over ongewenst gedrag een rol spelen. ‘Het zou kunnen dat wetenschappelijk personeel zich door het rapport gesterkt voelt om melding te maken van ongewenst gedrag.’
Handelingsverlegenheid
Wat haar ook opvalt, is de rol van leidinggevenden. Hoewel zij meldingen over het algemeen serieus oppakken, ziet Renker ook dat ze niet zo goed weten wat ze moeten doen en wat er van ze wordt verwacht. ‘Er is sprake van handelingsverlegenheid’, staat in het rapport.
In plaats van zelf te handelen, worden klachten soms direct naar het hoger management gebracht, terwijl dat niet altijd nodig is. Volgens Renker is het gevolg daarvan dat in sommige gevallen ‘iedereen in de omgeving van de “beklaagde” weet dat er gemeld is, behalve de persoon waarover de melding gaat’.
Onbekend proces
In de aanbevelingen stelt Renker onder meer dat melders beter in het proces moeten worden meegenomen. Het komt nu te vaak voor dat iemand die een klacht indient daarna niet weet wat ermee gebeurt. Wordt er hoor- en wederhoor gepleegd? Wat wordt er door het management met de melding gedaan? En gaat er iets veranderen?
Het zijn vragen die voor de melder beter beantwoord moeten worden, aldus de vertrouwenspersoon, en ook voor degenen over wie de melding gaat.
Daarnaast stelt Renker dat er meer mankracht nodig is binnen het Bureau Vertrouwenspersoon, omdat de problemen rond ongewenst gedrag complexer worden en om de toegenomen aandacht voor sociale veiligheid binnen de RUG goed aan te kunnen pakken.