Kenners
Actuele onderwerpen nader toegelicht door RUG-deskundigen
Tim Jelfs
Universitair docent bij American Studies
‘Ik heb een gemengd gevoel bij de verhalen over Facebook/Cambridge Analytica, omdat ze in mijn ogen vooral een onderdeel zijn van een delegitimiseringsnarratief van liberals die de onderliggende oorzaken niet willen of kunnen accepteren van de Trump-overwinning, de Brexit-stemming en de algehele opkomst van nationalisme. Ik bedoel: vertellen deze nieuwe verhalen echt zoveel anders dan hoe het ging tijdens eerdere campagnes?
De voormalige Obama-strateeg Betsy Hoover zei dat het in 2008 binnen Facebooks ‘terms of service’ viel dat tijdens de Obama-campagne een app werd gebruikt die toegang gaf tot het sociale netwerk van gebruikers; mits de gebruiker daar toestemming voor gaf. Ze wil daarmee een onderscheid maken tussen wat de Democraten deden en wat Cambridge Analytica heeft gedaan. Er zijn inderdaad belangrijke verschillen, maar die worden volgens mij overschaduwd door de overeenkomsten. Dus dit is geen onderwerp langs partijlijnen, maar een onderwerp dat ons vraagt na te denken welke grenzen we willen voor een dominant platform als Facebook.
Ik denk dat bedrijven zoals Facebook monopolies zijn met wie bijna iedereen onnadenkend zijn data deelt. Hun doel is geld aan ons te verdienen, niet onze levens te verbeteren. Die bedrijven verdienen een dieper doordringende kritiek, want ze zijn prominente onderdelen van het huidige punt in de ontwikkeling van het kapitalisme.
We moeten in dezelfde context nadenken over zowel de opkomst van monopoliebedrijven als Facebook, Google en Apple als over de opkomst van Trump, de Brexit, et cetera. Beiden hebben veel te maken met hoe het kapitalisme zich de laatste veertig jaar heeft ontwikkeld: met minder regulering en meer vrijheid voor kapitaal.
Diezelfde ‘vrijheid’ voor kapitaal die het mogelijk maakt om de productie van goederen te verplaatsen naar goedkope landen als Mexico of China (een belangrijke factor in Trumps overwinning), maakt het mogelijk dat bedrijven als Facebook en Amazon blijven groeien zonder duidelijke grenzen.’
Rik Smit
Universitair docent aan het Centre for Media and Journalism Studies
‘Voor Facebook, net als de meeste digitale platforms, geldt: het zijn lege templates die gevuld worden door gebruikers. Des te meer je het platform geeft, des te accurater het kan worden in voorspellingen. Daarom wil Facebook ook zoveel over je weten: van je geloofsovertuiging tot welk merk schoenen je draagt. Facebook gebruikt het vervolgens als data die beschrijven wie ‘jij’ bent – een profiel of kaart dat het bedrijf doorverkoopt aan derden voor gepersonaliseerde advertenties. Dit kunnen bedrijven als Nike zijn, maar ook een bedrijf als Cambridge Analytica.
Maar het gaat een stap verder: Facebook stelt z’n API (Application Programming Interface) openbaar beschikbaar. Andere bedrijven kunnen zo applicaties bouwen bovenop Facebooks digitale infrastructuur. Denk aan de ‘log in with Facebook’-optie in bijna alle apps. Dit genereert nog meer data over jou, bijvoorbeeld welke spelletjes je speelt, hoe lang, waar, en met wie. Deze data kan Facebook gebruiken om je profiel nog duidelijker te maken – en dus nog aantrekkelijker te maken voor derde partijen.
Een toekomstige generatie stemmers zit misschien niet meer op Facebook (jongeren vermijden het platform, mede omdat hun moeders er op zitten), maar ze gebruiken wel andere platforms die op soortgelijke wijze werken. Met big data-analyse kun je een hoop. Met elke like en share, comment of post geef je een stukje van een puzzel die ‘jij’ bent weg.
De maatschappelijke reikwijdte van platforms als Facebook kan enorm zijn, zeker als de data van verschillende platforms gekoppeld worden. We leven telkens meer in een ‘platformsamenleving’ waarin grote delen van ons alledaagse leven gekoppeld zijn aan platforms, en daarmee databases. We staan nog maar aan het begin van deze ontwikkeling. Gelukkig zie je dat er veel weerstand is.’
Aline Klingenberg
Coördinator ICT-recht op de faculteit Rechtsgeleerdheid
‘Als ik dit hoor, denk ik: ik ben blij dat ik niet actief ben op Facebook. Dat ik zelf jaren geleden wel een account begon, was omdat de rest van de familie er ook op zat. Niemand verdiept zich natuurlijk in de gebruikersvoorwaarden van Facebook. Dat is ook niet raar, hoor: het is ingewikkeld taalgebruik. In dit geval heeft een wetenschapper van Cambridge via een app gegevens van Facebookgebruikers gekregen en dat vervolgens doorgegeven aan Cambridge Analytica. Dat mag niet zomaar volgens de privacywetgeving die we nu hebben.
Maar wat wel in de gebruiksvoorwaarden van Facebook staat, is dat als jij hun app op je telefoon zet, je dan toestemming geeft dat Facebook toegang krijgt tot jouw contacten. Dat is wat er ook met Cambridge Analytica is gebeurd: die wetenschapper heeft via een aantal Facebookaccounts toegang gekregen tot de hele contactenlijst van die mensen. Dat is hoe Facebook werkt en dat is waar iedereen die er gebruik van maakt toestemming voor geeft.
Op 25 mei treedt een stevige wijziging van de Europese privacywetgeving in werking en die raakt ook Facebook. Ik weet alleen niet hoe streng die wetgeving gehandhaafd gaat worden, want de Nederlandse toezichthouder – de Autoriteit Persoonsgegevens – gebruikt zijn boetebevoegdheid al jaren niet.
Met de nieuwe wetgeving kan een bedrijf als Facebook boetes tot twintig miljoen euro of vier procent van de jaaromzet opgelegd krijgen. In de nieuwe wet staat dat de gebruikersvoorwaarden straks in begrijpelijke taal moeten zijn opgesteld, zodat je in duidelijke taal kunt lezen waar je toestemming voor geeft. Dat lijkt mij bij te dragen aan het privacybewustzijn.
Veel belangrijker dan hoge boetes is de maatschappelijke opinie. De verontwaardiging over wat Facebook doet, is een krachtig middel om dit soort bedrijven zich aan de regels te laten houden.’