Vijf vragen over de fabeltjesfuik
van Andringa
Hoe kon dit zo misgaan?
1De universiteit wist al van Andringa’s overtuigingen sinds hij bij UCG begon. Waarom mocht hij zo lang les blijven geven in ‘kritisch denken’?
Zowel de voormalige decaan van de University College, Hans van Ees, en de huidige decaan Hanny Elzinga hebben met Tjeerd Andringa gesproken over zijn visie op complottheorieën. Het is ‘in lichte vorm’ besproken, zegt Andringa in een online persconferentie woensdag. ‘Enige zorg was er wel, maar ze lieten het aan mij over.’
Elzinga hoorde in februari 2020, een paar maanden na haar aantreden als decaan van het University College, voor het eerst over Andringa’s overtuigingen, zei ze tegen de Volkskrant. Maar dat ging alleen over uitspraken die hij in de privésfeer had gedaan, niet dat hij zulke denkbeelden in colleges verkondigde, vertelde ze.
Wisten andere mensen in de faculteit wat er aan de hand was? UKrant heeft voormalig decaan Hans van Ees, huidige docenten aan UCG en andere medewerkers hiernaar gevraagd. Maar zij wilden liever wachten op de uitkomsten van het interne onderzoek voordat ze commentaar op de kwestie geven.
Helder is in elk geval dat Andringa zijn mening nooit onder stoelen of banken heeft geschoven. Hij heeft vaak genoeg, in verschillende media, herhaald hoe hij denkt over de aanslagen op de Twin Towers, vaccinaties, ‘kakistocratie’, (zijn theorie die ervan uitgaat dat leiders altijd de slechtst mogelijke mensen voor dat werk zijn) en het idee dat de elite kindermisbruik gebruikt om leiders te vinden.
Controversieel
Andringa gaf zijn vak Systems View on Life al sinds 2016, en volgens zijn studenten waren zijn ideeën en methodes altijd al controversieel. Hoe kan het dan dat hij daarmee door kon gaan?
Er is een grote terughoudendheid bij de universiteit naar een vorm van supervisie en het beoordelen van docenten en hun vakken
RUG emeritus hoogleraar Klaas van Berkel – die eerder aan het UCG heeft lesgegeven – zegt dat het goed mogelijk is geweest dat zijn methodes onder de radar bleven. ‘Er is een grote terughoudendheid bij de universiteit naar een vorm van supervisie en het beoordelen van docenten en hun vakken, los van de formele vorm, zoals aan het begin van het academisch jaar in syllabussen.’
In zijn vele jaren van lesgeven, kan Van Berkel slechts in een paar gevallen heugen dat er een vorm intervisie was toegepast (een soort peer review over hoe iemand lesgeeft). ‘Wat er in de klas gebeurt is normaal gesproken iets tussen jou en je studenten. Dus als iemand dan uit de bocht vliegt, kunnen alleen studenten erover klagen en het rapporteren.’
De uitspraken die Andringa in het openbaar heeft gedaan, hadden bestuursleden en collega’s makkelijk kunnen missen, zegt Van Berkel, want dat deed hij in alternatieve media. Die volgen de meeste mensen niet.
Naïef
Aan de andere kant, sommige gebeurtenissen waren onmogelijk te missen, volgens Van Berkel. Zoals het uitnodigen van James Corbett in 2014 om aan de RUG te komen spreken, of Andringa’s eigen website, waarop hij vol trots zijn ideeën deelt. Dus of de faculteit heeft dan de andere kant op gekeken, of ze heeft naïef gehandeld.
‘Academici zijn soms naïef omdat ze niet verwachten dat mensen uit academische kringen zich met zaken als complottheorieën bezighouden’, aldus Van Berkel. (Meer hierover in vraag 3)
Maar nu ligt de zaak op straat en daarmee de vraag of de universiteit niet eerder had moeten ingrijpen. Van Berkel: ‘Misschien hebben ze zo laat gereageerd uit angst voor kritiek. Universiteiten zijn bang om van censuur te worden beschuldigd en pakken zaken dus het liefst voorzichtig aan en handelen daarom volgens formele procedures en onderzoeken.’
2Waarom geeft een natuurkundige les in ‘kritisch denken’? Kun je dat niet beter aan een filosoof overlaten?
Inderdaad, vindt RUG-filosoof Marc Pauly die lesgeeft over samenzweringstheorieën, het lijkt logisch dat een filosoof meer geschikt is voor lessen kritisch denken dan een natuurkundige. Filosofen hebben immers meer ervaring met argumentatietheorie en logica. Bovendien, hoef je helemaal geen samenzweringstheorieën te gebruiken als je studenten les wil geven in argumentatie of de betrouwbaarheid van bronnen.
Maar hij vindt het idee wel aantrekkelijk dat wetenschappers hun focus in onderzoek verleggen. ‘Je wilt dat mensen zichzelf ontwikkelen buiten hun eigen vakgebied’, zegt hij. ‘Ik wil ze ook niet weerhouden om les te geven in die andere gebieden alleen maar omdat ze daar nog niet over gepubliceerd hebben.’
Bij docenten die buiten hun expertisegebied lesgeven, past epistemische bescheidenheid; daar gaat het vaak mis bij complotdenken
Marc Pauly, RUG-filosoof en docent over complottheorieën
Dat is precies de reden, zegt UCG-directeur Sander van den Bos, waarom de faculteit Tjeerd Andringa dit vak en soortgelijke vakken liet geven. ‘Al onze docenten zijn interdisciplinair. Het is niet ongebruikelijk voor onze docenten om buiten hun interessegebied te stappen. Dat is iets wat we aanmoedigen.’
Maar bij docenten die buiten hun expertisegebied lesgeven, past epistemische bescheidenheid, zegt Pauly. ‘Daar gaat het vaak mis bij complotdenken. Het idee dat je met een onderzoekje op internet zou kunnen achterhalen wat er werkelijk aan de hand is, terwijl je zelf niet goed ingevoerd bent, dat is een probleem.’
3Hoe kan het dat een wetenschapper in ongefundeerde theorieën gelooft, bijvoorbeeld dat vaccineren tot autisme leidt?
Misschien maakt dit voorval wel een einde aan het misverstand dat mensen die in complotten geloven dom, gek of laagopgeleid zijn, zegt onderzoeker complotdenken aan de Universiteit Leiden Jelle van Buuren.
Het is heel fijn om dat te denken, zegt hij, ‘want dan konden we het gewoon daaraan afdoen’. Maar er zijn echt veel meer mensen zoals Tjeerd Andringa die hoogopgeleid zijn, intelligent en normaal functioneren, en toch in dit soort theorieën geloven.
‘Het geloof in complottheorieën is bijna normaal geworden’, zegt UMCG-psychiater Wim Veling, die artikelen over complotdenken heeft gepubliceerd. ‘Het gaat allang niet meer om een kleine groep mensen.’
Epistemologisch
Iedereen kan ten prooi vallen aan dit soort gedachten, zegt ook complotexpert Karen Douglas aan de University of Kent. ‘Complottheorieën worden aanlokkelijk als de psychologische behoeftes van mensen worden gedwarsboomd’, legt ze uit.
Het geloof in complottheorieën is bijna normaal geworden
Wim Veling UMCG-psychiater
‘De eerste behoefte is epistemologisch: mensen willen weten wat waar is en dat alles duidelijk en zeker is. De andere behoeftes zijn existentieel: mensen willen zich veilig voelen en controle hebben over wat er om ze heen gebeurt.’ Mensen hebben ook nog sociale behoeftes waarmee ze hun zelfvertrouwen in stand houden en zich goed voelen over de groep waar ze bij horen, zegt ze.
Vooral in tijden van onzekerheid, zoals tijdens terroristische aanvallen, de opwarming van de aarde, of een pandemie, voelen mensen zich onzeker en bang, en zijn ze op zoek naar een verklaring. ‘Het komt maar al te vaak voor dat instanties geen uitleg geven, een slappe uitleg geven, of zelfs tegenstrijdige dingen zeggen’, zegt Van Buuren.
Verklaring
Geen wonder dat mensen op zoek gaan naar een passend alternatief verhaal. Het is ook nog eens heel menselijk om een alomvattende verklaring voor grote gebeurtenissen te willen horen. Dit lijdt tot de perfecte omstandigheden voor het geloof in complotten. Mensen zijn dan niet langer tevreden met de verklaring dat het een menselijke fout of een noodlottig ongeluk was. ‘Complottheorieën reduceren ingewikkelde gebeurtenissen tot een makkelijk verhaaltje met een eenduidige slechterik die de verwarrende werkelijkheid snel verklaart.’
Dat is precies wat Andringa deed met zijn verhalen over hoe de elite mensen hersenspoelt door seksfeestjes te organiseren, het onderwijs en de reguliere media onder controle houden en over overheden die terroristische aanvallen op hun eigen burgers beramen.
Vervolgens is het ook nog eens heel menselijk om alleen informatie te onthouden die bevestigt wat je zelf al dacht, voegt Veling toe. Dit alles lijdt dus tot de perfecte omstandigheden.
Debat
Maar Veling en Van Buuren willen wel benadrukken dat de vragen die mensen zoals Andringa stellen daadwerkelijk relevant zijn. ‘Ze stellen heel kritische vragen over het gezag en wie het gezag heeft. Ze vragen zich af of beleid wel ethisch is, of de democratie eigenlijk wel werkt’, zegt Van Buuren.
Er is een heel groot grijs gebied waar de spijker op de kop slaan verandert in volledig gestoord complotdenken
Jelle van Buuren, onderzoeker complotdenken aan de Universiteit Leiden
Dat zijn misschien wel hele goede vragen om te stellen. Politici liegen nou eenmaal en bedrijven verdienen hun geld ten koste van anderen. ‘Maar dat kritische debat is uit de openbare ruimte verdwenen; ze hebben plaatsgemaakt voor complottheorieën.’ De crisis waar de liberale democratie zich in bevindt, draagt daar alleen maar aan bij. ‘Het maakt niet uit wie er precies in de regering zit. Ze gedragen zich toch allemaal hetzelfde.’
Wat het zo ingewikkeld maakt, zegt Van Buuren, is dat we onze kritische denkers, de mensen die buiten de gebaande paden denken, juist moeten koesteren. ‘Maar je kan ook te ver gaan.’
Het is moeilijk om precies aan te geven waar kritisch denken precies ontspoort, zegt Van Buuren. ‘Er is een heel groot grijs gebied waar de spijker op de kop slaan, wat oncomfortabel of zelf pijnlijk kan zijn, verandert in volledig gestoord complotdenken.’
4Tjeerd Andringa was populair bij zijn studenten. Hoe kan dat, gezien hij z’n meningen zo hard doordrukte?
Tjeerd Andringa staat bekend als non-conformistische docent. Iemand die buiten de gebaande paden denkt en weinig respect voor autoriteit heeft. Hij verlangt veel van zijn studenten en is niet snel tevreden.
Dat zijn precies dingen die een docent heel populair kunnen maken, zegt Veling. ‘Studenten vinden het heerlijk om gestimuleerd en uitgedaagd te worden’, denkt hij. ‘Vooral als iemand ze dingen leert die zo onwaarschijnlijk lijken en verschillen van wat de gemiddelde mens denkt.’
Dan is er ook nog de machtsverhouding. Want hoe vriendelijk hij ook mag zijn, hij is nog altijd hun docent. Dat verklaart ook waarom studenten hun voormalige docent nog altijd prijzen, ook nu Andringa’s didactische activiteiten worden bekritiseerd.
Iets goeds
Sommige mensen zouden misschien aanstoot nemen aan het bespreken van ideeën die de rest van de samenleving taboe vindt, maar voor anderen is het juist een hele aantrekkelijke manier van leren, legt Panos Giallourides, die het verguisde vak Systems View of Life in 2019 volgde. ‘Als je je emoties die deze onorthodoxe ideeën opwekken loskoppelt zul je zien dat hij echt wel iets goeds probeerde te doen. Hij wilde ons kritisch laten nadenken.’
‘Ik denk dat de studenten die zijn colleges niet fijn vonden vergeten groei juist niet fijn hoort te zijn. Tjeerd wilde ons laten groeien door voortdurend onze overtuigingen op de proef te stellen. Je kan hem niet bekritiseren door te zeggen dat je dat niet fijn vond. Ik voelde me ook wel eens ongemakkelijk’, zegt Panos.
Hij weet gewoon heel veel over allerlei onderwerpen en kan er altijd een goede discussie over voeren
Edo Magnano, student aan het UCG
Een student die Andringa’s vak in 2020 volgde is het met hem eens. Ze omschrijft Andringa’s colleges als volgt: ‘Het was een plek waar je dingen kon zeggen die je ongemakkelijk maakten, juist om van dat gevoel af te komen.’ Op die manier, zegt ze, ‘creëerde Tjeerd een omgeving waar je kon leren hoe mensen precies redeneren zonder dat je de norm als vanzelfsprekend beschouwde.’
Charismatisch
Student Edo Magnano omschrijft Andringa als ‘charismatisch’ tijdens de colleges: ‘Hij weet gewoon heel veel over allerlei onderwerpen en kan er altijd een goede discussie over voeren. Hij doet dat ook heel intrigerend.’
Ook buiten de collegezaal is Andringa charismatisch, herinnert Mira Soederhuizen zich. Andringa was haar projectbegeleider tijdens haar laatste jaar aan het UCG. ‘Hij zette het gesprek vaak voort in de gang, waardoor hij een diepgaande relatie met z’n studenten creëerde. Hij wilde altijd meer weten over onze wetenschappelijke interesses en onze ambities.’
Hij zette het gesprek vaak voort in de gang, waardoor hij een diepgaande relatie met z’n studenten creëerde
Mira Soederhuizen, voormalig UCG-student
Elias Outila, die het Systems View vak in 2020 volgde, beaamt dat Andringa over veel basiskennis beschikt, wat betekent dat ‘hij veel dieper op dingen in kan gaan’. Hij geeft hiermee het goede voorbeeld: ‘Hij komt vervolgens met allerlei ideeën aan om te toetsen of wij ook genoeg kennis hebben om ze aan te vechten.’
Dat mag dan een excentrieke manier van collegegeven zijn, het heeft uiteindelijk wel een doel. ‘Tjeerd wil dat we ons realiseren dat je nooit zeker kan weten of iets waar of niet waar is als je er zelf niet goed over nagedacht hebt’, suggereert Panos.
5Docenten hebben veel vrijheid in de manier waarop ze lesgeven. Zijn bepaalde onderwerpen nu taboe?
Academische vrijheid in lesgeven is erg belangrijk voor zowel de wetenschap als de universiteit. Daardoor kunnen docenten lesgeven in zo’n beetje alles, als hen dat goed dunkt. Dat betekent dat we over alles kunnen praten, ook complottheorieën, vindt ook UCG-directeur Sander van den Bos. ‘Maar het moet wel in balans zijn. Studenten lesgeven in kritisch denken is belangrijk, maar dat moet wel binnen ethische grenzen gebeuren.’
Jelle van Buuren, onderzoeker in complottheoriën bij de universiteit van Leiden, benadrukt hoe belangrijk het is om daarover les te geven. ‘Complottheoriën zijn van belang voor zowel de samenleving als de politiek. Dus ja, dat is iets waar je rekening mee moet houden.’
However, you don’t want to sell something as “critical thinking” that is really promoting unfounded theories
Marc Pauly, UG philosopher
Maar een docent zou zijn studenten niet moeten zeggen welke ideeen goed zijn en welke verkeerd. ‘Niet eens op een subtiele manier. De kern zou moeten zijn: wat is de waarheid? Wat zijn de feiten? Wie heeft de kennis om een gezaghebbende opinie te hebben over een bepaald onderwerp?’
Kern
Van Buuren vindt het een goed idee om studenten artikelen te laten checken. Laat ze maar uitzoeken of het methodologisch verantwoord is. Zelf houdt hij zijn mening altijd buiten de deur. ‘Het is heel belangrijk om studenten te laten zien dat hun hoofd vol kan zitten met aannames waar je kritische vragen over kunt stellen. Dat is de kern van academisch denken.’
‘Als wetenschappers moeten we ook kritisch zijn over onszelf’, zegt RUG-filosoof Marc Pauly. Er is meer dan voldoende reden voor als je het hebt over problemen met fraude, reproduceerbaarheid of financiering. Maar je wil niet iets verkopen als “kritisch denken” terwijn het eigenlijk gaat om het verkopen van ongefundeerde theorieën.’
Er zou een sfeer moeten zijn waarin diverse meningen worden aangemoedigd. Pauly denkt wel verstandig is om theorieën aan te wijzen waar de wetenschap het mee oneens is. ‘En ja, je kunt zeggen dat je het daar niet mee eens bent, maar dat soort kennis is van een andere orde.’
Beleid
Wil je lesgeven in complottheorieën dan zou dat volgens hem het beste kunnen gebeuren door een groep van wetenschappers. ‘Misschien een per vakgebied. En een deskundige wetenschapper die daarover lesgeeft. Iemand die daarvoor de opleiding en de kennis heeft om meningen van feiten goed te kunnen onderscheiden.’
Hij vreest dat – vanwege wat er met Andringa gebeurt – er veranderingen in beleid komen. ‘En dat wel met papier gaan schuiven en allerlei beperkingen opleggen. Dat zou de verkeerde reactie zijn, volgens mij.’
Veling is het daar hartgrondig mee eens. ‘Academische vrijheid staat hoog in het vaandel en om goede redenen. Als je daar aan tornt, betekent dat het einde van de universiteit.’ In plaats van extra controlemechanismen, denkt hij dat het ‘veel belangrijker is om studenten kritisch te leren luisteren naar wat hen wordt verteld.’