Dé kus van voetbalvoorzitter Rubiales van Spanje en het vertrek van een vrouwelijke planeetwetenschapper in Delft staan niet los van elkaar, stelt de nieuwe UKrant-columnist Dirk-Jan Scheffers.
Het kan goed zijn dat u deze zomer niet naar het WK voetbal voor vrouwen hebt gekeken. Maar dé kus, van de Spaanse bondsvoorzitter Rubiales op de mond van spits Hermoso, zal u niet zijn ontgaan. Rubiales ging over een grens waarvan hij dacht dat die niet bestond – en die bleek pas bleek te bestaan toen hij de hele wereld tot active bystander maakte. Uiteindelijk stapte hij op.
Machocultuur maakt niet alleen in Spanje en in het voetbal slachtoffers. Terwijl de media ons op de hoogte hielden van elke nieuwe ontwikkeling in de zaak-Rubiales – moeder in hongerstaking – viel mijn oog op een bericht in de Nederlandse media.
Planeetwetenschapper Daphne Stam heeft ontslag genomen aan de TU Delft. Oorzaak: machocultuur. Stam werd buiten belangrijke besluiten gehouden, kreeg niet de rol waar ze recht op had en had genoeg van de ‘paternalistische sfeer’.
Intern medewerkersonderzoek en een extern rapport staven haar gelijk: haar faculteit is een old boys network en medewerkers voelen zich niet gehoord door de instanties die hen zouden moeten beschermen – vertrouwenspersoon en ombudsman. Het vertrek van degene die haar mond open doet over sociale onveiligheid, is vrijwel altijd de uitkomst van dit soort zaken.
Machocultuur maakt niet alleen slachtoffers in Spanje en in het voetbal
De TU Delft kon, vanwege de privacy, niet ingaan op dit specifieke geval, maar de woordvoerder wilde wel benadrukken dat de TU ‘blijft werken aan een veilige, inclusieve en collegiale werkcultuur’.
Dat deed denken aan een mededeling van ons eigen college van bestuur eerder dit jaar. Ook het cvb kon over een specifieke zaak zelf geen commentaar geven, maar stelde ‘alles in het werk om de sociale veiligheid te verbeteren’.
Groningse maatregelen voor een betere sociale veiligheid zijn onder andere het aanbieden van active bystander-trainingen aan medewerkers, en een zerotolerancebeleid. Tijdens mijn active bystander-training kwam dit zerotolerancebeleid aan de orde. De trainer gaf aan dat je een lastig gesprek met een collega bijvoorbeeld kunt beginnen door te zeggen: ‘Jij en ik weten allebei dat de RUG een zerotolerancebeleid heeft…’
Maar het ‘weten van’ een beleid betekent nog niet dat je weet wat het inhoudt – en niemand in de zaal, inclusief de trainer, kon dat uitleggen. Niet verwonderlijk, want de omschrijving van het beleid is net zo ronkend als vaag.
Of het ooit al in de praktijk is gebracht is onbekend – u weet wel, privacy. Tegelijk klinkt zero tolerance zo flink dat het mensen juist kan afremmen zich uit te spreken. Ga je klagen over een collega die ongepaste grappen bij de koffieautomaat maakt als dit mogelijk ontslag (want zero tolerance) betekent?
De omschrijving van het zerotolerancebeleid is net zo ronkend als vaag
Het enige voorbeeld van zero tolerance dat mijn medecursisten wel konden noemen, was Susanne Täuber. Als de collegevoorzitter iemand eerst de ‘Aletta Jacobs van deze tijd’ noemt en vervolgens ontslaat, dan heeft de universiteit wat uit te leggen.
Zeker als de rechter over het arbeidsconflict aangeeft dat de universiteit zelf een ‘belangrijke, zo niet doorslaggevende rol heeft gespeeld bij het ontstaan van de ernstig verstoorde arbeidsverhouding’. Zeker als dat conflict is ontstaan op een faculteit waar volgens eigen onderzoek Nederlandse mannen bevoordeeld worden en de sociale veiligheid voor vrouwen, internationals en jonge medewerkers te wensen overlaat.
Dan mag de universiteit – zonder direct namen te noemen – uitleggen welke consequenties dat zerotolerancebeleid heeft voor alle bij dit droevige geval betrokken partijen.
¡Se acabó! Het moet uit zijn met de machocultuur die leidt tot het vertrek van getalenteerde vrouwen. Want achter de zaken die de media wel halen, gaat een groot aantal stille vertrekkers schuil. Daadkrachtig ingrijpen door leidinggevenden, op een manier die zichtbaar is binnen de organisatie, is nodig om alle medewerkers het gevoel te geven dat ze er thuis horen, en indien nodig gehoord en beschermd worden.
DIRK-JAN SCHEFFERS