De gemeente Groningen ondertekent het landelijke actieplan voor 60.000 studentenwoningen voorlopig nog niet. Ze stelt eerst aanvullende eisen.
Het kabinet presenteerde vorige week een actieplan studentenhuisvesting om tussen nu en 2030 over heel Nederland 60.000 extra studentenkamers te bouwen. Het plan is opgesteld in samenwerking met gemeenten, onderwijsinstellingen, woningcorporaties en vastgoedondernemers en studenten.
Toch willen Groningen, Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven en Den Haag voorlopig nog niet tekenen. ‘Wij willen een addendum toevoegen waarin staat dat er meer geld vrijkomt, dat er meer ruimte is voor eigen beleid en dat er ook een instrument komt om de instroom van studenten beter te regelen’, zegt Manon Hoiting, woordvoerder van de gemeente Groningen.
Eigen beleid
Hoeveel studentenhuizen middels het plan in Groningen gebouwd zullen worden, is vooralsnog onduidelijk. Volgens het rapport van Kences waar het actieplan op is gebaseerd, is de druk in Groningen minder hoog dan in steden als Amsterdam.
Desondanks is het voor Groningen belangrijk dat ze eigen beleid rondom de huizenmarkt kan blijven houden en door kan zetten. ‘Er is meer maatwerk nodig, zodat we het zelf in de hand kunnen houden’, zegt Hoiting.
Spreiding
Daarbij denkt ze bijvoorbeeld aan de spreiding van studenten over de stad. Een stad als Groningen heeft daarin een andere positie dan een kleinere stad als bijvoorbeeld Zwolle.
Ook vindt de gemeente het belangrijk dat er in het actieplan concreter wordt gesproken over een instrument waarmee onderwijsinstellingen het aantal studenten kunnen reguleren. Nu wordt er in het actieplan naar verwezen, maar dat kan stelliger, denkt de gemeente. ‘Als het beter gereguleerd wordt, kunnen we ook beter anticiperen op de aantallen studenten.’