Verenigingen moeten stoppen met ontgroeningen, zei Poppema donderdag voor de universiteitsraad. Hij reageerde daarmee op aandringen van onderwijsminister Bussemaker hard op de incidenten bij studentenvereniging Vindicat. ‘En u weet wat we bedoelen met ontgroening’, zei hij tegen de universiteitsraadsleden en media.
Maar is dat ook zo? ‘We hebben geen harde definitie van ontgroening’, geeft RUG-woordvoerder Gernant Deekens toe. Poppema lichte het wel een beetje toe donderdag. ‘We willen geen machtsverschil meer’, zei hij. En: ‘We willen die ongelijkheid niet. We willen dat ouderejaars de jongerejaars helpen en niet eerst vernederen voor ze bij de rest mogen horen.’
Onveiligheid
Volgens Deekens gaat het vooral om situaties tijdens de introductietijd waarbij studenten te maken krijgen met bijvoorbeeld ongelijkheid, machtsmisbruik, onveiligheid, psychisch of fysiek geweld, en onderdrukking. ‘Dan is er sprake van een ongewenste en ongezonde situatie. Dit zijn voor Poppema voorbeelden van situaties waarbij sprake is van ontgroening in plaats van introductie. Ook de zwijgcontracten heeft hij sterk veroordeeld en daarvan heeft hij gezegd dat dit als eerste en zo snel mogelijk moet worden opgeheven.’
De RUG stelt samen met de gemeente, Hanzehogeschool en studentenvereniging Vindicat een commissie in, die erop toe moet zien dat de verenigingen niet meer ontgroenen. Volgens Vindicat zal het verenigingsbestuur zich de komende weken met de universiteit en gemeente buigen over wie er plaats gaan nemen in de commissie en wat de commissie precies moet gaan doen.
Wat betreft de RUG vallen ook de ontgroeningen bij disputen, jaarclubs en verenigingshuizen onder het verbod.