De zuurkasten in twee delen van de Feringa Building mogen vanaf maandag weer gebruikt worden. Onderzoeksgroepen in bouwdelen 5615 en 5616 mogen vanaf maandag dan ook terug naar hun nieuwe laboratoria.
‘We zijn vooral heel opgelucht’, reageert portefeuillehouder middelen Esther Marije Klop. ‘Maar de andere bouwdelen moeten ook nog. Wat cruciaal is geweest, is dat iedereen in dat team zich de afgelopen weken het vuur uit de sloffen gelopen heeft om zaken in orde te maken.’
Volgens Klop was het vooral ingewikkeld om vast te stellen wat er precies moest gebeuren om de labs weer vrij te kunnen geven én hoe dat het meest pragmatisch kon. ‘Die puzzel is nu gelegd.’
De gloednieuwe Feringa Building kampt al sinds de oplevering met grote problemen rond het luchtmanagementsysteem en de zuurkasten. Vlak voor de zomer bleek de veilige werking van de zuurkasten niet gegarandeerd te zijn en werd het werken ermee in de laboratoria verboden.
Maar nu is het gebrekkig werkende alarmsysteem opnieuw ingericht en goedgekeurd. Ook het luchtmanagementsysteem werkt naar behoren, evenals het merendeel van de zuurkasten.
Problemen deels opgelost
De problemen met de onderdruk in enkele laboratoria – die moet zorgen dat bij eventuele ongelukken geen giftige stoffen naar de gangen lekken – zijn nog niet opgelost. Om ervoor te zorgen dat er toch veilig gewerkt kan worden, kan het BHV-team voorlopig bij ongelukken besluiten het hele bouwdeel te ontruimen. In de tussentijd wordt gewerkt aan een permanente oplossing.
Onderzoekers zijn blij. ‘Mijn instituut werd hard geraakt, maar nu schijnt er licht aan het einde van de tunnel’, zegt onderzoeker Wesley Browne van het Stratingh Instituut.
‘Wij kunnen weer aan de slag en dat is een grote opluchting’, bevestigt ook Gerard Roelfes, directeur van het Stratingh Instituut.
Aankijken hoe het gaat
Toch staat niet iedereen in de startblokken om opnieuw te verhuizen. ‘Er moeten nog veel zaken opgelost worden in de labs van de Feringa Building’, zegt promovendus Gianni Pacella van het Zernike Institute for Advanced Materials (ZIAM). ‘Niemand uit mijn groep verhuist al terug, omdat mensen het bestuur gewoon niet meer vertrouwen. Ze wachten het nog enkele weken af in de Nijnenborgh 4 labs en kijken hoe dingen gaan.’
Voor Pacella komt de inhuizing sowieso te laat. Zijn aanstelling is volgende week afgelopen en hij moest de laatste experimenten die hij had willen doen voor zijn onderzoek afblazen.
Ook in de overige bouwdelen van de Feringa Building wordt vooruitgang geboekt. De alarmsystemen en gaspijpen werken, maar moeten nog nader worden getest. Het luchtmanagement moet nog verder worden ingeregeld. ‘Dat kost het meeste tijd, misschien nog wel een aantal weken voordat ook de laatste verdieping is gedaan’, zegt Klop. ‘Maar we hebben het installatiebedrijf op het hart gedrukt alle zeilen bij te zetten.’
Vertraagd onderzoek erkennen
Hoewel delen van ZIAM al kunnen verhuizen, kan directeur Moniek Tromp dat zelf nog niet. Toch is ze optimistisch. ‘De verandering van het crisisteam heeft geholpen’, zegt ze. ‘Nu worden er allemaal dingen opgepakt en komen we achter dingen die wel en niet goed waren. En dit is goed nieuws.’
Wel is het belangrijk dat de onderzoekers die vertraging hebben opgelopen niet worden vergeten. ‘Erkenning is nodig’, zegt Tromp. ‘En misschien iets meer geld, zodat we verlengingen kunnen geven en mensen ondersteund worden.’
Roelfes is het daarmee eens. ‘De eerste prioriteit is dat mensen weer aan de slag kunnen. Ook in de andere bouwdelen, maar daarna moet ook gekeken worden naar de gevolgen voor de onderzoekers. Hoe kunnen we dat compenseren? Hetzij financieel, hetzij op andere manieren.’
Ondertussen is het faculteitsbestuur in gesprek met het college van bestuur om te onderzoeken hoe het cvbde faculteit tegemoet kan komen in de kosten die de vertraging met zich meebrengt. ‘Maar het is te vroeg om te kunnen zeggen waar we op uit zullen komen’, stelt Klop.