De kaarten in de wereld worden opnieuw geschud. Columnist Wilma Heesen probeert het te snappen, maar dat lukt niet zo goed. ‘Het is veel om te verstouwen deze maanden.’
Ik weet zoveel dingen niet en heb van heel veel dingen ook geen verstand. Ik weet bijvoorbeeld niet wat verstandig zou zijn in de huidige geopolitiek. Ik probeer te volgen wat er in de wereld gebeurt, maar echt snappen waarom mensen elkaars leven kapot maken, doe ik niet.
Het beeld dat ik van de wereld krijg, is gekleurd door de krant die op mijn mat valt en de mensen die ik volg op de socials. Het is veel om te verstouwen deze maanden. De geschiedenis wordt herschreven terwijl mijn leven gewoon doordraait. Ik tuf tussen de andere forenzen naar Groningen om studenten op te leiden en mij druk te maken over taken en deadlines.
Geopolitiek staat niet omschreven in de leerdoelen van de vakken die ik geef en het dagelijks nieuws is dan ook geen onderwerp van gesprek in de werkcolleges. In de lunchpauze met collega’s zijn de onderwerpen die langskomen ook vaak luchtiger en kleiner dan het huidige wereldtoneel.
Geopolitiek staat niet omschreven in de leerdoelen van de vakken die ik geef
Even adempauze in de drukke agenda’s van alledag. Aangeschoven bij de avonddis na mijn werkdag, voeren de dochters het hoogste woord over hun eigen kleine alledaagse wereldnieuws. Het grote wereldnieuws lijkt ver weg.
Alleen de verse krant in de vroege ochtend met daarop hartverscheurende foto’s herinneren me er weer aan dat de kaarten opnieuw worden geschud. En toch, zoveel nieuws elke dag en zoveel dingen die ik nog steeds niet weet.
Ik weet niet of mijn dochters nog kunnen worden wat ze willen worden in de jaren die komen gaan. Ik weet niet of er grenzen zijn aan het machogedrag en de grilligheid van de nieuwe wereldleiders. Ik weet niet wat het voor mijn leven betekent als het komt tot een wereldwijde clash tussen al die grote ego’s.
Tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog is er nog een hoop te leren. Afgelopen week was mijn dochter met haar klas op excursie naar Westerbork. De verdrietige maar ook dappere en liefdevolle verhalen die daar werden verteld, hebben veel indruk gemaakt.
Stel dat vluchtelingen bij mij aanbellen voor een overnachting
Deze verhalen brachten de jeugd van mijn moeder ook weer tot leven. Haar vader bood onderdak aan onderduikers op zijn hooizolder, tegenover kamp Amersfoort. Een moedige man die niet bang was voor de mogelijke gevolgen om het goede te doen.
Stel dat er over een maand mensen bij mij thuis aanbellen voor een overnachting. Ze zijn gevlucht, om wat voor reden dan ook en zoeken een logeerbed. Ik heb in mijn huis één logeerkamer, pal naast de slaapkamer van mijn dochter. Vertrouw ik hen die kamer toe, of stuur ik ze weer de kou in met een routebeschrijving naar de kerk? Ik weet het niet.
Strijden voor het grotere goed leek misschien vanzelfsprekender tachtig jaar geleden. De kerk zorgde voor een groot deel voor de sociale cohesie. Diezelfde wereld heeft nu niet meer dezelfde krachtige lijm voor cohesie. Ook zonder de steun van een kerk in mijn leven vertrouw ik erop dat ik, wanneer het nodig is, de juiste keuzes zal maken – zelfs als ik niet alles weet.
WILMA HEESEN