De hoge inflatie en de alsmaar stijgende bouw- en energiekosten zullen ook gevolgen hebben voor de universiteit, waarschuwt het college van bestuur. Mogelijk worden toekomstige bouwprojecten geraakt.
Waar en in hoeverre het gaat knijpen, weet bestuursvoorzitter Jouke de Vries nog niet. Toch wilde hij de universiteitsraad donderdag alvast een ‘voorwaarschuwing’ geven. ‘De inflatie is wereldwijd aan het toenemen, de productieketens staan onder druk en de bouwkosten gaan door het plafond’, zei hij.
En de universiteit heeft grote projecten op de agenda. ‘Dat is allemaal prima, maar we moeten heel scherp in de gaten houden of we dat in de context van die gierende inflatie nog wel kunnen doen.’
Bovendien moet de universiteit dit jaar een nieuw energiecontract afsluiten. In een eerdere commissievergadering liet bestuurslid Hans Biemans weten de aanbesteding daarvoor nog voor de zomer te willen regelen. Maar door de enorme stijging van energieprijzen zou ook dat contract veel meer kunnen gaan kosten dan de universiteit had voorzien.
Bouwprojecten
De universiteit heeft in de coronaperiode flinke slagen kunnen maken met de uitvoering van (ver)bouwprojecten. Zo is er gewerkt aan de vernieuwing van het gebied rondom de Duisenbergvijver op de Zernike Campus en wordt nu de laatste hand gelegd aan het nieuwe Feringa Building.
In de binnenstad wordt onder meer het gebouw aan de Muurstraat verbouwd, is het werk begonnen aan de verbouwing van de oude Openbare Bibliotheek voor de rechtenfaculteit en wordt een nieuw gebouw aan de noordkant van het UMCG gerealiseerd.
Discussie
Tegelijkertijd is er voor Zernike ook een plan voor een spiksplinternieuw sportcentrum, waarvan de bouw nog niet is begonnen. Ook wordt er gewerkt aan plannen voor de verbouwing van het Harmoniecomplex in de binnenstad en zouden de faculteiten GMW, letteren en rechten het liefst ook een gloednieuw onderwijsgebouw in de binnenstad zien verrijzen.
Welke projecten eventueel in gevaar komen is vooralsnog onduidelijk. ‘Het kan betekenen dat we een fundamentele discussie moeten hebben over wat de consequenties eventueel zijn’, zei De Vries.