Pop-Duchevs nieuwe International Platform is geen studentenpartij, zegt de derdejaars geneeskundestudent uit Macedonië. Het is een ad hocbeweging die moet zorgen voor betere vertegenwoordiging van internationals in de u-raad en andere besluitvormingsorganen van de universiteit.
De universiteit doet niet genoeg voor het welzijn van internationale studenten, vindt Pop-Duchev. Maar zolang hun problemen onzichtbaar blijven, gaat niemand er iets aan doen. Via RUG Confessions nemen veel studenten hem al in vertrouwen. Nu wil hij ze een platform bieden zodat ze gehoord worden door mensen die ook daadwerkelijk iets aan hun problemen kunnen doen.
Grapje
Zijn kandidaatstelling is deels geïnspireerd door de bekentenissen op RUG Confessions. Die pagina begon als een grapje, maar werd als snel een plek waar onzichtbare studenten – met onzichtbare problemen zoals angst, depressie, gevoelens van isolatie, en discriminatie – eindelijk een stem kregen.
Wat hem vooral verbaasde, was hoeveel RUG-studenten met hun geestelijke gezondheid bleken te worstelen en hoe vaak het om internationale studenten bleek te gaan.
Maar toen Pop-Duchev in september vorig jaar meedeed aan de bezetting van het Academiegebouw als protest tegen het kamertekort, besefte hij dat hij meer kon doen. ‘Je kan proberen het systeem van buiten te veranderen, zoals met een demonstratie, of je kan het van binnenuit veranderen. Ik wil daar zijn waar de beslissingen worden genomen. Het is een pragmatische keuze: ik kan hier het verschil maken.’
Manifest
Deze week publiceerde hij een manifest van tien pagina’s voor zijn International Platform. Hierin zet hij zijn visie uiteen voor een meer betrokken studentengemeenschap die positieve veranderingen teweeg kan brengen, ondanks de hardnekkige bureaucratie van de universiteit.
In zijn campagne concentreert hij zich op twee aspecten: gezonde internationalisering, en geestelijke gezondheid en discriminatie. Hij wil dat de universiteit hier meer verantwoordelijkheid voor neemt. ‘Studenten hebben een veelzijdig leven en dat eindigt niet na toelating.’